Premie en pensioenberekeningen

question-step-19dcd949cb
Waar wilt u meer over weten?
question-step-fb5cb0de27
Over welk onderwerp wilt u uitleg?
final-step-f8bbcfec3f

Pensioenopbouw ouderdomspensioen

In MijnABP ziet u hoeveel pensioen u tot nu toe heeft opgebouwd.

U bouwt ieder jaar een stukje van uw pensioen op. Dat berekenen we als volgt:
Pensioengrondslag x opbouwpercentage x deeltijdpercentage  x meetelwaarde

 

Rekenvoorbeeld opbouw ouderdomspensioen (bruto bedragen)

Leeftijd: 25 jaar
Dienstverband: fulltime
Pensioengevend inkomen: € 30.000
Franchise (op jaarbasis): € 14.050
Pensioengrondslag: € 30.000 - € 14.050 = € 15.950
Opbouwpercentage: 1,701%

Als alles hetzelfde blijft, wordt de pensioenberekening als volgt:
Pensioenopbouw per jaar: 1,701% van € 15.950 = € 271,31 
Bij doorwerken tot 67 jaar: 42 jaar (van 25e tot 67e) x € 271,31 = € 11.395,00 
Vanaf uw AOW-leeftijd komt daar de AOW-uitkering bij.

De ABP-regeling is een middelloonregeling. Ieder jaar bouwt u een stukje van uw pensioen op. Dit doet u op basis van uw pensioengevend inkomen (zie Pensioengevend inkomen). Elk jaar dat u werkt berekenen wij het pensioen dat u in dat jaar heeft opgebouwd. 

De volgende onderdelen spelen daarbij een rol:

  • Uw pensioengevend inkomen
  • De franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt)
  • Het opbouwpercentage (het percentage waarmee u jaarlijks pensioen opbouwt)
  • Het aantal jaren dat u pensioen opbouwt en de meetelwaarde
  • Uw deeltijdpercentage (het aantal uren dat u per week werkt

Let op! U kunt tot maximaal 5 jaar na uw AOW-leeftijd met pensioen. Dit pensioen moet u zelf aanvragen.

Let op! Uw pensioenopbouw stopt uiterlijk 5 jaar na uw AOW-leeftijd. Als u daarna nog doorwerkt, bouwt u geen pensioen meer bij ons op. U betaalt dan ook geen premie meer.

Hiervoor tellen we de volgende zaken bij elkaar op: 

+ Het pensioen dat u iedere jaar bij ons heeft opgebouwd inclusief indexatie en verlagingen.
+ Het pensioen uit vrijwillige regelingen.
+ Het pensioen dat u heeft meegenomen van een andere pensioenuitvoerder.
+ Het partnerpensioen dat u heeft omgeruild voor een hoger ouderdomspensioen. 
Totaal     Uw opgebouwde ouderdomspensioen dat u ieder jaar gaat ontvangen.

                Dit vindt u in MijnABP

Let op! Heeft u pensioen opgebouwd met ABP ExtraPensioen of met de nettopensioenregeling? In MijnABP ziet u hoeveel pensioen u ongeveer kan verwachten op basis van wat u tot nu aan kapitaal heeft opgebouwd. Pas op het moment dat u met pensioen gaat, kunnen we definitief uitrekenen hoeveel extra ouderdomspensioen u daarvoor krijgt. Heeft u doorgegeven dat u pensioen heeft verevend? Dan vindt u hier uw pensioen na verevening. Dit geldt ook als u uw pensioen heeft gesplitst.

Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels. Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassing zijn.
I3 Heeft u vóór 2006 flexibel pensioen opgebouwd?
A3 Regeling voorwaardelijk pensioen
K1 Heeft u vóór 1 januari 1996 bij ABP pensioen opgebouwd?
K2 Heeft u vóór 1 januari 1986 pensioen opgebouwd bij ABP?
K3 Heeft u in de periode van 1 januari 1986 tot 1 januari 1996 pensioen opgebouwd bij ABP?
A2 Pensioenopbouw van 1996 tot 1 januari 2004 en van 1 januari 2004 tot 1 januari 2018
H1 Ruilen van partnerpensioen voor een hoger ouderdomspensioen
H2 Ruilen van ouderdomspensioen voor een hoger partnerpensioen bij ingang ouderdomspensioen
G1 Stopt uw pensioenopbouw bij ABP (niet door overlijden of ingang pensioen)? En wilt u ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar?
A4 Sectorale regelingen Politie

final-step-7d9cd9ae61

Uw pensioengevend inkomen

Uw pensioengevend inkomen is alles wat uw werkgever u in salaris en toelagen in geld betaalt.

De volgende vergoedingen horen niet bij het pensioengevend inkomen: 

  1. Vergoedingen die het karakter hebben van onkostenvergoedingen. 
  2. Betalingen in verband met een jubileum. 
  3. Inkomsten die we volgens de Wet op de loonbelasting niet mogen meetellen voor het pensioen. 
  4. Vergoeding voor variabel overwerk. 

Let op!

  • Bij de punt 4 kan het zijn dat in uw arbeidsrelatie is vastgelegd dat dit onderdeel wel meetelt. 
  • Uw winstuitkering of bonus telt wel mee bij de opbouw van uw pensioen. Het kan zijn dat in uw arbeidsrelatie is vastgelegd dat uitzonderlijk hoge bonussen niet of gedeeltelijk meetellen. 

In uw arbeidsrelatie kan zijn vastgelegd dat u gebruik kunt maken van een benefit budget of een individueel keuzebudget. Dit persoonlijk budget is opgebouwd uit bepaalde arbeidsvoorwaardelijke bronnen. Een benefit budget of individueel keuzebudget kan bijvoorbeeld worden gevuld vanuit de vakantie-uitkering, de waarde van een gratificatie en/of de waarde van buitengewoon verlof. 

Of het benefit budget of individueel keuzebudget pensioengevend is, hangt af van de bronnen waaruit het budget is opgebouwd, bijvoorbeeld:

  • De vakantie-uitkering is pensioengevend, omdat dit een inkomensbestanddeel in geld is dat een werknemer van zijn werkgever krijgt in het kader van de arbeidsrelatie.
  • De (waarde van de) gratificatie voor een ambtsjubileum is op basis van dit pensioenreglement uitgesloten en telt dus niet mee bij de vaststelling van het pensioengevend inkomen.
  • De (waarde van een) verlofdag is niet pensioengevend, omdat verlofdagen niet pensioengevend zijn.

Van belang is dus dat aanwijsbaar is uit welke bronnen een benefit budget of individueel keuzebudget is opgebouwd. Is niet duidelijk uit welke bronnen het benefit budget of individueel keuzebudget is opgebouwd? Dan telt het budget mee voor uw pensioengevend inkomen voor zover dit bestaat uit inkomensbestanddelen in geld.

Let op: werkt u in de sector Rijk?
Dan gelden andere regels voor de verkoop van verlofuren uit het individueel keuzebudget. Als u uw verlofuren uit het individueel keuzebudget verkoopt, dan bouwt u pensioen op over het extra geld dat u daarvoor van uw werkgever krijgt. 

Let op: verkoop van verlofuren
Als u verlofuren verkoopt die niet tot het individueel keuzebudget behoren, dan bouwt u pensioen op over het extra geld dat u daarvoor van uw werkgever krijgt.

  • We berekenen uw pensioengevend inkomen op 1 januari. We rekenen de bedragen om naar een jaarbedrag. 
  • Bent u in de loop van het jaar begonnen met werken bij een ABP-werkgever? Dan berekenen we uw pensioengevend inkomen op het moment dat u in dienst bent gekomen. 
  • Wij passen uw pensioengevend inkomen alleen door het jaar aan als een rechter ons dit verplicht of wanneer op het moment van aanlevering blijkt dat uw gegevens fout door uw werkgever zijn aangeleverd. 
  • Verandert in het jaar uw inkomen? Dan nemen we dat mee in uw pensioengevend inkomen per 1 januari van het komende jaar. Als uw pensioengevend inkomen per 1 januari verandert, nemen we dat mee in datzelfde jaar. 
  • Zijn uw toelagen variabel (hoogte of duur)? Dan kijken we naar de toelagen van het jaar ervoor en tellen deze bij elkaar op. 
  • Werkt u in deeltijd (zie Uw deeltijdpercentage)? Dan berekenen we uw pensioengevend inkomen en de franchise in verhouding tot het aantal uur dat u werkt. Verandert dit? Dan verwerken we dat vanaf de datum van die wijziging. 
  • Ontvangt u in het loop van het jaar een salarisverhoging die eigenlijk al per 1 januari van dat jaar of van een jaar daarvoor zou ingaan (terugwerkende kracht)? Dan nemen we dit mee in het pensioengevend inkomen op 1 januari nadat u deze verhoging heeft ontvangen. 

Voor de opbouw van uw ouderdomspensioen en partnerpensioen geldt een maximum pensioengevend inkomen waarover u bij ons verplicht pensioen opbouwt (zie Maximale bedragen voor uw pensioen). Dit volgt uit de Wet op de loonbelasting.

Heeft u recht op een werkloosheidsuitkering? Dan berekenen we de opbouw van uw pensioen met het salaris dat u kreeg voordat u ontslag kreeg. Dit pensioengevend inkomen veranderen we ieder jaar op 1 januari met de gewogen gemiddelde salarisverhogingen voor de sectoren die onder deze pensioenregeling vallen.

Heeft u recht op een  ontslaguitkering? Dan berekenen we de opbouw van uw pensioen met het salaris waarover uw ontslaguitkering is berekend. Dit pensioengevend inkomen veranderen we ieder jaar op 1 januari met de gewogen gemiddelde salarisverhogingen voor de sectoren die onder deze pensioenregeling vallen.

Bent u ziek? Of heeft u verlof? Of ontvangt u om een andere persoonlijke reden geen of minder salaris? Dan berekenen we de opbouw van uw pensioen met het pensioengevend inkomen alsof u niet ziek zou zijn geworden, met verlof zou zijn gegaan of om een andere persoonlijke reden geen of minder salaris ontvangt. Uw pensioenopbouw loopt door voor zover dit is toegestaan binnen de Wet op de loonbelasting. Zie ook U heeft verlof.

Krijgt u een lagere functie bij uw eigen of een andere ABP werkgever en daardoor ook een lager salaris? Is dit een demotie en is deze demotie gebaseerd op een collectieve arbeidsovereenkomst of een andere collectieve regeling van arbeids- voorwaarden? En gebeurt dit binnen 10 jaar voor de pensioenrekenleeftijd? Dan berekenen we uw pensioenopbouw met uw oude pensioengevend inkomen. En niet met uw nieuwe, lagere salaris. Dit pensioengevend inkomen past uw werkgever ieder jaar per 1 januari aan met de wijziging van de salarissen in uw sector.

Bent u ontslagen omdat u arbeidsongeschikt bent geworden? Dan berekenen we de opbouw van uw pensioen met het salaris dat u kreeg voordat u ziek werd. Als we uw pensioen verhogen (indexeren), dan doen we dat ook voor het inkomen waarmee we uw pensioenopbouw tijdens uw arbeidsongeschiktheid berekenen.

Voor de opbouw van uw pensioen in het jaar dat u met pensioen gaat nemen we uw pensioengevend inkomen van het jaar daarvoor. We gebruiken de franchise, het opbouwpercentage en deeltijdpercentage van het jaar waarin u met pensioen gaat.

Was u in dienst vóór 1 januari 2015? Dan gelden er voor u extra regels. Bekijk welke overgangsbepalingen voor u van toepassing zijn.
C1 Bouwde u van 1 januari 2004 tot 1 juli 2005 pensioen op bij ABP?
C2 Bouwde u vóór 1 januari 2015 pensioen op bij ABP?
C3 Heeft u recht op een suppletie in verband met arbeidsongeschiktheid?

final-step-3b6f936553

De franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt)

Bij de pensioenopbouw houden we er rekening mee dat iedereen een AOW-uitkering gaat ontvangen. Een deel van uw inkomen nemen we daarom niet mee bij de berekening van uw pensioen. Dit gedeelte heet de franchise, dit is het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt. De franchise hoeft niet gelijk te zijn aan de hoogte van de AOW-uitkering. De franchise trekken we van uw pensioengevend inkomen (zie Uw pensioengevend inkomen) af.

Uw franchise is afhankelijk van uw pensioengevend inkomen. Is uw pensioengevend inkomen boven een bepaalde grens, dan is uw franchise ook hoger.

Pensioengevend inkomenFranchise
Tot en met € 51.765,52€ 14.050
Hoger dan € 51.765,52€ 17.550

Ja, dat kan. ABP past de hoogte van de franchise aan als de hoogte van de AOW verandert. We kijken dan naar de AOW-uitkering voor gehuwden. 

De veranderingen van de AOW-uitkering voor gehuwden moet meer dan € 50 zijn ten opzichte van de laatste wijziging van onze franchise. Wij ronden de franchise af op € 50.

Ieder jaar berekenen we op 1 januari uw pensioengrondslag. Uw inkomen min de franchise noemen we de pensioengrondslag. Over de pensioengrondslag berekenen we uw pensioenopbouw. 

Over een paar onderdelen (zie Uw pensioengevend inkomen) van uw salaris bouwt u geen pensioen op. Het salaris waarover u pensioen opbouwt is het pensioengevend inkomen.

 

Pensioengevend inkomen
per 1 januari
Franchise (het bedrag waarover u geen pensioen opbouwt omdat u AOW krijgt)
Pensioengrondslag (het bedrag waarover we uw ABP-pensioen bere
final-step-26b9806dfe

Het opbouwpercentage (het percentage waarmee u jaarlijks pensioen opbouwt)

Hoogte van het opbouwpercentage

Uw opbouwpercentage is afhankelijk van de hoogte van uw pensioengevend inkomen.

Pensioengevend inkomen
Opbouwpercentage
Tot en met € 51.765,521,701%
Hoger dan € 51.765,521,875%


Was u in dienst voor 1 januari 2016? Dan gelden er voor u extra regels. Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassing zijn.
A2 Pensioenopbouw van 1996 tot 1 januari 2004 en van 1 januari 2004 tot 1 januari 2018
A3 Regeling voorwaardelijk pensioen
A4 Sectorale regelingen Politie

final-step-a33808dcf2

De meetelwaarde

In deze gevallen tellen niet alle jaren dat u pensioen opbouwt volledig mee voor uw pensioen. Dat gebeurt maar voor een deel. Dit drukken we uit in een percentage. Dit percentage noemen we de meetelwaarde en dat kan liggen tussen de 0 en 100%.

U bent arbeidsongeschikt en niet meer in dienst?

We tellen de tijd dat u arbeidsongeschikt bent als volgt mee:

Arbeidsongeschiktheidspercentage
Meetelwaarde
80% of meer
50%
65% tot 80%
40%
55% tot 65%
30%
45% tot 55%
25%
35% tot 45%
20%

 

Is uw arbeidsongeschiktheid het gevolg van een dienstongeval of beroepsziekte?

We tellen de tijd dat u arbeidsongeschikt bent als volgt mee:

Arbeidsongeschiktheidspercentage
Meetelwaarde
80% of meer
100%
65% tot 80%
80%
55% tot 65%
60%
45% tot 55%
50%
35% tot 45%
40%

Voor het gedeelte dat u arbeidsgeschikt bent, blijft u pensioen opbouwen op basis van uw situatie toen u nog in dienst was. U blijft daarover premie betalen.

Let op! Ontvangt u invaliditeitspensioen? Dan gelden er voor u extra regels. Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassing zijn.
E1 Heeft u recht op een invaliditeitspensioen?
E2 Bent u voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt geworden?

  • Wij tellen de tijd dat u recht heeft op een ontslaguitkering voor de helft (50%) mee. 
  • Heeft u een ontslaguitkering vanwege functioneel-leeftijdsontslag burgelijke ambtenaren defensie? Dan is dit vanaf de eerste dag van de maand nadat u 62 bent geworden 37,5%.

Let op! Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels.

Wij tellen de tijd dat u recht heeft op een werkloosheidsuitkering voor de helft (50%) mee.

Let op! Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels. Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassing zijn.
E3 Had u tussen 1 april 2005 en 1 januari 2018 recht op een werkloosheidsuitkering?
E4 Had u op 31 december 2017 recht op een werkloosheidsuitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening werkloze ouderen?

  • Wij tellen de tijd dat u verlof heeft voor 100% mee. 
  • Heeft u tijdens uw verlof ergens anders pensioen opgebouwd? Dan kunnen voor de pensioenopbouw tijdens uw verlof andere regels gelden. Neem hierover contact met ons op.
final-step-2afcfba0f4

Uw deeltijdpercentage

Werkt u in deeltijd? Dan houden we rekening met uw deeltijdpercentage. In het rekenvoorbeeld hieronder staat hoe we dat doen. test

Rekenvoorbeeld  

  • Een volledige werkweek bij uw ABP-werkgever is 40 uur.  
  • Uw deeltijdpercentage is 60%, u werkt 24 uur.
  • Uw pensioengevend inkomen is € 45.000.  
  • Uw pensioengevend inkomen bij een volledige werkweek is: € 45.000 / 60% = € 75.000.  
  • Uw franchise bij een volledige werkweek is € 17.550.  
  • Uw pensioengrondslag bij een volledige werkweek is: € 75.000 - € 17.550 = € 57.450.  
  • U bouwt pensioen op over € 57.450 x 60% = € 34.470

Werkt u in deeltijd en zou u met uw voltijdpercentage boven het fiscaal maximum komen?

Rekenvoorbeeld

  • Een volledige werkweek bij uw ABP-werkgever is 40 uur. 
  • Uw deeltijdpercentage is 60%, u werkt 24 uur. 
  • Uw pensioengevend inkomen is € 90.000. 
  • Uw franchise bij een volledige werkweek is € 17.550. 
  • Uw pensioengevend inkomen bij een volledige werkweek is: € 90.000 / 60% = € 150.000
  • Het fiscaal maximum is € 137.800
  • Uw pensioengrondslag is € 137.800 - € 17.550 = € 120.250. 
  • U bouwt pensioen op over € 120.250 x 60% = € 72.150.

Er is een fiscale grens aan het pensioengevend inkomen waarover iemand pensioen mag opbouwen. Dat heet het fiscale maximum. Werkt u meer dan een volledige werkweek? Dan kan u een deeltijdspercentage van meer dan 100% hebben. Dat is het geval als u 40 uur werkt, terwijl een volledige werkweek bij uw werkgever 36 uur is. Hierdoor kan uw pensioengevend inkomen boven het fiscale maximum uitkomen. In dat geval passen we uw deeltijdpercentage aan. Hieronder ziet u een voorbeeld hoe we dit berekenen.

Rekenvoorbeeld 

  • Een volledige werkweek bij uw ABP-werkgever is 36 uur. 
  • U werkt 40 uur. 
  • Uw deeltijdpercentage is 40/36 = 111,11%. 
  • Uw pensioengevend inkomen bij 36-urige werkweek is: € 125.000. 
  • Uw franchise bij een volledige werkweek is € 17.550. 
  • Uw pensioengevend inkomen bij een 40-urige werkweek is (125.000 x 111,11%) = 138.888,89

Het pensioengevend inkomen van € 125.000 is lager dan het bedrag dat in de wet staat. Maar het pensioengevend inkomen van € 138.888,89 is hoger dan het bedrag dat in de wet staat. Daarom verlagen we uw deeltijdpercentage als volgt:
Fiscaal maximum/uw pensioengevend inkomen bij een volledige werkweek
€ 137.800 / € 125.000 = 110,24%. Dit is uw nieuwe deeltijdpercentage. 

U bouwt pensioen op over: (Fulltime pensioengevend inkomen – franchise) x aangepaste deeltijdpercentage
(€ 125.000 – € 17.550) x 110,24% = € 118.452,88.

Ziekte, verlof e.d.

Hetzelfde deeltijdpercentage als voor uw ziekte, verlof e.d.
Werkloosheidsuitkering en ontslaguitkering

Werkloosheidsuitkering op grond van de Werkloosheidswet
Uw deeltijdpercentage is een breuk. Dit berekenen we als volgt: 

  • Uw werkloosheidsuitkering op jaarbasis gedeeld door uw uitkeringspercentage. Als uw dagloon hoger is dan het maximum dagloon vermenigvuldigen we deze uitkomst met de breuk van het dagloon gedeeld door het maximum dagloon; 
  • Dit bedrag delen we daarna door uw pensioengevend inkomen. 

Werkloosheidsuitkering van uw (vroegere) werkgever
Ontvangt u een werkloosheidsuitkering van uw (vroegere) werkgever in aanvulling op of aansluiting aan de werkloosheidsuitkering op grond van de Werkloosheidswet dan bouwt u pensioen op voor hetzelfde percentage als waarvoor u recht heeft op die uitkering.

Ontslaguitkering
Het deeltijdpercentage is hetzelfde als voor ontslag.

Werken na uw ontslag

U gaat tijdens uw ontslaguitkering weer werken
Bent u volledig met ontslag en gaat u na uw ontslag weer werken bij een bij ABP aangesloten werkgever? Of bent u gedeeltelijk met ontslag en gaat u meer uren werken in uw bestaande functie of een andere functie bij een ABP aangesloten werkgever? Dan verlaagt de werkgever van wie u de ontslaguitkering ontvangt uw deeltijdpercentage voor uw pensioenopbouw uit deze uitkering met het deel dat u werkt of meer werkt. Het deeltijdpercentage uit het deel dat u weer gaat werken geeft uw werkgever aan ons door. Gaat u meer werken? Dan geeft uw werkgever het hogere deeltijdpercentage aan ons door.

U gaat weer werken en u ontvangt een werkloosheidsuitkering (WW)
Ontvangt u een werkloosheidsuitkering op grond van de Werkloosheidswet en gaat u na uw ontslag weer werken? Of gaat u meer uren werken in uw bestaande functie? Dan verlagen wij uw deeltijdpercentage als hierdoor uw werkloosheidsuitkering daalt. Wij berekenen uw deeltijdpercentage opnieuw over de nieuw vastgestelde werkloosheidsuitkering. Het deeltijdpercentage uit het deel dat u weer gaat werken geeft uw werkgever aan ons door. Gaat u meer werken? Dan geeft uw werkgever het hogere deeltijdpercentage aan ons door.

U gaat weer werken en u ontvangt een werkloosheidsuitkering van uw werkgever
Ontvangt u een werkloosheidsuitkering van uw (vroegere) werkgever in aanvulling op of aansluitend aan de werkloosheidsuitkering op grond van de Werkloosheidswet? En gaat u na uw ontslag weer werken? Of gaat u na uw gedeeltelijk ontslag meer uren werken in uw bestaande functie? Dan verlaagt uw werkgever uw deeltijdpercentage voor uw pensioenopbouw uit deze uitkering in dezelfde mate als waarin uw werkloosheidsuitkering wordt verlaagd. Het deeltijdpercentage uit het deel dat u weer gaat werken geeft uw werkgever aan ons door. Gaat u meer werken? Dan geeft uw werkgever het hogere deeltijdpercentage aan ons door.

Arbeidsongeschiktheid
Uw deeltijdpercentage is het gewogen gemiddelde van uw deeltijdpercentage in het jaar voor u recht kreeg op arbeidsongeschiktheidspensioen.

 

Als u recht heeft op suppletie, dan gelden er voor u extra regels.

Als u recht heeft op een WW-uitkering die is ontstaan voor 1 april 2001, dan gelden er voor u extra regels.

Als u een invaliditeitspensioen ontvangt, dan gelden er voor u extra regels.

question-step-727bcafb17
Over welk soort pensioen wilt u uitleg?
final-step-62145f6a8f

Partnerpensioen

Als u overlijdt voordat u met pensioen gaat, zijn er twee mogelijkheden: 

  1. U bent deelnemer. 
  2. U bouwt geen pensioen meer bij ons op.

1. U bent deelnemer
Bent u deelnemer en overlijdt u voordat u met ouderdomspensioen bent gegaan? Dan is het partnerpensioen 70% van het ouderdomspensioen dat u tot uw AOW-leeftijd opgebouwd zou hebben.

2. U bouwt geen pensioen meer bij ons op
Bouwt u geen pensioen meer bij ons op? En overlijdt u? Dan krijgt uw partner partnerpensioen. Dit is 70% van het pensioen dat u had opgebouwd toen u uit dienst ging.

Dan gelden deze regels: 

  • Uw partner krijgt 70% van uw ouderdomspensioen. 
  • We gaan uit van uw ouderdomspensioen op de pensioenrekenleeftijd (nu 68 jaar). 
  • Heeft u partnerpensioen geruild voor meer ouderdomspensioen? Voor de berekening van het partnerpensioen halen we hier het geruilde partnerpensioen van af.
  • Bent u na uw pensioenrekenleeftijd met pensioen gegaan? Het pensioen dat u heeft opgebouwd na uw pensioenrekenleeftijd telt mee voor het partnerpensioen. De verhoging door het later ingaan van uw pensioen telt niet voor het partnerpensioen. 
  • Heeft u ex-partners? Dan trekken we van het partnerpensioen eerst af hetgeen al bestemd is voor één of meerdere ex-partner(s). 

Vanaf 2018 zijn de regels over het partnerpensioen veranderd.

Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels. Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassing zijn.
H1 Ruilen van partnerpensioen voor een hoger ouderdomspensioen
H2 Ruilen van ouderdomspensioen voor een hoger partnerpensioen bij ingang ouderdomspensioen
G1 Stopt uw pensioenopbouw bij ABP (niet door overlijden of ingang pensioen)? En wilt u ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar?
G2 Partnerpensioen over pensioenopbouw voor 1 januari 2018 bij overlijden voor 65 jaar
G3 Compensatie AOW/Anw-premies naast partnerpensioen
G4 Heeft u op 1 januari 2018 een partnerpensioen? En heeft u geen recht op een Anw-uitkering?
G5 Heeft u op 1 januari 2018 een partnerpensioen? En krijgt u geen volledige Anw-uitkering?
H3 Partnerpensioen over pensioenopbouw vóór 1 januari 2018 bij overlijden op of na 65 jaar

Bij het onderdeel U gaat uit elkaar leest u hoe hoog het pensioen van uw ex-partner is.

Let op! Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels. Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassing zijn.
G6 Partnerpensioen ex-partner over pensioenopbouw voor 1 januari 2018 bij overlijden voor 65 jaar
H4 Partnerpensioen ex-partner over pensioenopbouw voor 1 januari 2018 bij overlijden op of na 65 jaar

final-step-7576882e63

Wezenpensioen

Hoeveel wezenpensioen krijgen uw kinderen die jonger zijn dan 25 jaar?

U bouwt pensioen op of u bent met pensioen 

  • Overlijdt u en is er een  verzorger van de kinderen? Dan krijgen uw kinderen ieder 14% van het pensioen dat u heeft opgebouwd of zou hebben opgebouwd tot uw  AOW-leeftijd
  • Overlijdt u en is er geen verzorger van de kinderen? Dan krijgen uw kinderen ieder 28% van het pensioen dat u heeft opgebouwd of zou hebben opgebouwd tot  uw AOW-leeftijd. 
  • Heeft uw kind later geen verzorger meer? Dan krijgen uw kinderen ieder 28% van het pensioen dat u heeft opgebouwd of zou hebben opgebouwd tot uw AOW-leeftijd. 

U bouwt geen pensioen meer bij ons op 

  • Overlijdt u en is er een  verzorger van de kinderen? Dan krijgen uw kinderen 14% van het pensioen dat u had opgebouwd op het moment dat u overlijdt.
  • Overlijdt u en is er geen verzorger? Dan krijgen uw kinderen ieder 28% van uw pensioen dat u had opgebouwd op het moment dat u overlijdt.
  • Heeft uw kind later geen verzorger meer? Dan krijgen uw kinderen ieder 28% van uw pensioen dat u had opgebouwd op het moment dat u overlijdt.

Als u hebt gekozen voor eerst hoger of lager pensioen of pensioen hebt geruild, dan rekenen we met het ouderdomspensioen voor deze keuze.

Let op! We betalen in totaal maximaal 70% van uw ouderdomspensioen aan wezenpensioen voor uw kinderen. Heeft u meer dan 5 kinderen? Dan krijgen al uw kinderen een gelijk deel van deze 70%. Is er geen partner of verzorger? Dan geldt dit al vanaf 3 kinderen.

 

Wanneer beoordelen we opnieuw hoeveel wezenpensioen uw kinderen krijgen? 
In een aantal situaties berekenen we opnieuw hoeveel wezenpensioen uw kinderen krijgen: 

  • Als uw kinderen geen verzorger meer hebben. 
  • Als het wezenpensioen van een kind stopt om de volgende redenen: 
    • een kind wordt 25; 
    • een kind overlijdt. 

De nieuwe situatie gaat dan de volgende maand in.

Let op! Ontvangt u een wezenpensioen? Dan moet u zelf aan ABP doorgeven dat u geen verzorger meer heeft.

Let op! Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels.

final-step-f46454e61b

Berekening arbeidsongeschiktheidspensioen

Als u recht heeft op een  WIA-uitkering, berekenen we uw arbeidsongeschiktheidspensioen als volgt: 

  • Tot het maximum  dagloon is uw arbeidsongeschiktheidspensioen:
    10% X uw arbeidsongeschiktheidspercentage X uw (maximum) dagloon. 
  • Boven het maximum dagloon is uw arbeidsongeschiktheidspensioen:
    80% X uw arbeidsongeschiktheidspercentage X (uw dagloon min maximum dagloon). 
  • Ontvangt u een  VVU-uitkering (zie website UWV)? We berekenen uw arbeidsongeschiktheidspensioen als volgt:
    65% X uw arbeidsongeschiktheidspercentage X (uw dagloon min het wettelijke minimumloon per maand).
    Let op! Deze aanvulling doen we maximaal 10 jaar. 

Let op! Dit geldt alleen voor het deel dat u bij een ABP-werkgever  arbeidsongeschikt bent geworden.

Voor de berekening van het arbeidsongeschiktheidspensioen gebruiken we het arbeidsongeschiktheidspercentage in de rechterkolom in onderstaande tabel.

Arbeidsongeschiktheidspercentage
Waarde
80% of meer
100%
65% tot 80%
72,5%
55% tot 65%
60%
45% tot 55%
50%
35% tot 45%
40%

Deeltijdpercentage is het deeltijdpercentage in het jaar voor u  arbeidsongeschikt werd. Is uw deeltijdpercentage veranderd in het jaar voor u recht kreeg op uw  WIA-uitkering? Dan nemen we het gemiddelde.

Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels. Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassings zijn.
L1 Recht op invaliditeitspensioen vóór 2007
L2 Startte uw WIA-uitkering in 2006? En kreeg u toen recht op invaliditeitspensioen?
L3 Had u vóór 29 december 2005 recht op een WAO-uitkering? En had u op 31 december 2006 geen recht op invaliditeitspensioen?
L4 Heeft u een invaliditeitspensioen? En is iets in uw situatie veranderd?
L5 Was u voor 1 januari 2010 hulpbehoevend? En kreeg u toen een invaliditeitspensioen?
J2 Had u op 31 december 2009 recht op arbeidsongeschiktheidspensioen?
J3 Kreeg u in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2017 recht op arbeidsongeschiktheidspensioen?
J4 Herplaatsingstoelage
J5 Krijgt u een herplaatsingstoelage? Werkt u in de sector politie? En heeft u recht op een ‘toelage bezwarende functie en ‘inhaaltoelage bezwarende functie’?

final-step-974313f33a

Maximale bedragen voor uw pensioen

Is er een maximum pensioengevend inkomen voor de premieberekening en uw pensioenopbouw?

Voor het pensioengevend inkomen geldt per 1 januari 2024 als fiscaal maximum: € 137.800. Heeft u een pensioengevend inkomen boven € 128.810? Dan kunt u in onze regeling nettopensioen (zie Regelingen waar u voor kunt kiezen) boven het deel van € 137.800 vrijwillig pensioen opbouwen. Het fiscaal maximum wordt ieder jaar door de wetgever vastgesteld. 

Let op! Werkt u in deeltijd? Dan geldt er een lager fiscaal maximum. Dit is dan het deeltijdpercentage maal € 137.800.

Let op! Er is geen maximum pensioengevend inkomen voor uw arbeidsongeschiktheidspensioen.

Het partnerpensioen is maximaal 70% van uw ouderdomspensioen. Dit geldt ook als u ouderdomspensioen ruilt voor partnerpensioen.

Het wezenpensioen is 14% of 28% maar in totaal voor alle wezen samen maximaal 70% van uw ouderdomspensioen.

Was u vóór 1 januari 2018 in dienst, dan gelden er voor u extra regels. Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassing zijn.
G2 Partnerpensioen over pensioenopbouw voor 1 januari 2018 bij overlijden voor 65 jaar
G3 Compensatie AOW/Anw-premies naast partnerpensioen
G4 Heeft u op 1 januari 2018 een partnerpensioen? En heeft u geen recht op een Anw-uitkering?
G5 Heeft u op 1 januari 2018 een partnerpensioen? En krijgt u geen volledige Anw-uitkering?
G6 Partnerpensioen ex-partner over pensioenopbouw voor 1 januari 2018 bij overlijden voor 65 jaar
H3 Partnerpensioen over pensioenopbouw vóór 1 januari 2018 bij overlijden op of na 65 jaar
H4 Partnerpensioen ex-partner over pensioenopbouw voor 1 januari 2018 bij overlijden op of na 65 jaar

final-step-60fb47a8f1

Hoogte pensioenpremie

Het bestuur van ABP bepaalt de hoogte van de pensioenpremie. De wijze waarop is beschreven in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Als uw werkgever is aangesloten bij de ABP-regeling, is hij verplicht deze premies aan ABP af te dragen. 

Voor onderdelen van de pensioenregeling die specifiek voor een bepaalde sector gelden, kunnen we sectoren samenvoegen tot een cluster. Als we dit doen gebeurt dat in overleg met de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid. Ook als we een werkgever indelen bij een sector of de indeling wijzigen, overleggen we dat met die raad.

Uw werkgever betaalt de premie aan ABP zolang u in dienst bent of zolang u recht heeft op een ontslag- of werkloosheidsuitkering van een  ABP-werkgever.  Uw werkgever houdt uw deel van de premie in op uw salaris. 

In de pensioenovereenkomst vindt u de hoogte van de bijdrage die uw werkgever inhoudt op uw salaris. 

Het bedrag waarover we het percentage berekenen kan per soort pensioen verschillen. Dat komt door de verschillen in de franchises en of er een maximum geldt. Dit leest u in onderstaande tabel.

 Ouderdomspensioen
Nabestaandenpensioen
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Waarover
Pensioengevend inkomen min franchise
Pensioengevend inkomen min franchise
Franchise
€ 17.550
€ 26.800
Maximum
Pensioengevend inkomen
€ 137.800*
Geen maximum pensioengevend inkomen
Wanneer wordt er premie ingehouden?
U bent in dienst bij een ABP-werkgever, neemt vrijwillig deel of u heeft recht op een ontslag- of werkloosheidsuitkering.
U werkt bij een ABP-werkgever of u heeft recht op een ontslag- of werkloosheidsuitkering. Bent u niet meer in dienst bij een ABP-werkgever en heeft u een FLO-uitkering? Dan betaalt u geen AOP-premie.

* Het fiscaal maximum wordt jaarlijks door de wetgever vastgesteld.

Werkt of werkte u in deeltijd? We berekenen de premie dan naar evenredigheid van uw deeltijdpercentage.

Bereikte u 5 jaar of langer geleden uw AOW-leeftijd en werkt u nog door? Dan bouwt u geen pensioen meer op. U betaalt ook geen pensioenpremie meer.

Ja, dat kan. ABP stelt de franchise vast. 

We kijken voor de franchise van het: 

  • arbeidsongeschiktheidspensioen naar het wettelijke minimumloon per maand inclusief vakantiebijslag; 
  • ouderdomspensioen naar de AOW-uitkering voor gehuwden. 

De veranderingen moeten meer dan € 50 zijn ten opzichte van de laatste wijziging van onze franchise. Wij ronden de franchise af op € 50.

Er is een aantal situaties waarin andere regels gelden voor de hoogte van uw pensioenpremie. Bijvoorbeeld als u een werkloosheidsuitkering krijgt. Deze situaties en de regels die daarbij horen, staan hieronder.

 

Wat als u een werkloosheidsuitkering krijgt?

Heeft u recht op een werkloosheidsuitkering? Dan is de premie voor ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen 50% van de premie. De premie voor uw arbeidsongeschiktheidspensioen is 75% van de premie voordat u werkloos werd. We berekenen de premie met het pensioengevend inkomen dat u kreeg voordat u werkloos werd. Dit pensioengevend inkomen veranderen we ieder jaar op 1 januari met de gewogen gemiddelde salarisverhogingen voor de ectoren die onder deze pensioenregeling vallen.

 

Wat als u een ontslaguitkering krijgt?

Heeft u recht op een ontslaguitkering? Dan is de premie voor uw ouderdomspensioen, partnerpensioen en het wezenpensioen 50% van de premie. De premie voor arbeidsongeschiktheidspensuioen is 100% van de premie voordat u ontslagen werd. We berekenen de premie met het salaris waarmee uw ontslaguitkering is berekend. Heeft u een ontslaguitkering vanwege functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie en bent u 62 of ouder? Dan is de premie 37,5% van de totale premie.  U betaalt hiervan 30% en uw voormalige werkgever 70%.

Heeft u een ontslaguitkering vanwege functioneel-leeftijdsontslag (FLO)? Dan hoeft u voor uw arbeidsongeschiktheidspensioen geen premie meer te betalen.

 

Wat als u een arbeidsongeschiktheidspensioen krijgt?

Heeft u recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen en bent u ontslagen? Dan betaalt u geen premie voor ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen voor het deel dat u arbeidsongeschikt bent. Voor het deel dat u arbeidsgeschikt bent en u nog werkt bij een ABP-werkgever, betaalt u wel gewoon de premie.

 

Wat als u een werkloosheidsuitkering of een ontslaguitkering én een arbeidsongeschiktheidspensioen krijgt?

Heeft u recht op een werkloosheidsuitkering of op een ontslaguitkering én op een arbeidsongeschiktheidspensioen? Wij rekenen alleen premie voor het deel dat u recht heeft op een werkloosheidsuitkering of een ontslaguitkering. Het deel van de nieuwe premie vindt u hieronder.

ArbeidsongeschiktheidspercentagePremie bij werkloosheids- of ontslaguitkering
65% tot 80%10%
55% tot 65%20%
45% tot 55%25%
35% tot 45%30%

 

Wat als u verlof heeft?

Heeft u verlof en loopt uw pensioenopbouw (zie Uw meetelwaarde als u met verlof bent) ongewijzigd door? Dan verandert er niets in hoogte van de premie. In de pensioenovereenkomst kunnen wel andere afspraken staan over de verdeling van de premie tussen u en uw werkgever.

Let op! In de volgende gevallen gelden er voor u extra regels:

  • u was in dienst vóór 1 januari 2004, of;
  • u ontvangt suppletie;

Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassing zijn.
D1 Heeft u recht op een suppletie in verband met arbeidsongeschiktheid?
D3 Bent u vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt geworden? En had u toen al recht op een ontslaguitkering of een werkloosheidsuitkering?

Betaalt uw werkgever uw premie niet? Dan blijven alle afspraken tot en met hoofdstuk 13 uit het reglement gelden. U blijft dus wel gewoon pensioen opbouwen. Dit geldt niet als u bij ons vrijwillig deelneemt aan een aanvullende regeling.

final-step-ddc12bf20c

Verhogen van uw pensioen (indexeren)

Wij hebben de ambitie om ieder jaar uw pensioen volledig te verhogen met de consumentenprijsindex. We noemen dit indexeren. We streven er ook naar, om eventueel in het verleden gemiste indexatie te na-indexeren of een eventuele verlaging van pensioenen te beëindigen. Voorwaarde is dat de financiële situatie van ABP voldoende is. 

Bij het verhogen van uw pensioen gelden de volgende uitgangspunten: 

  • Voorwaarde is steeds dat als volgens het bestuur de financiële situatie dat toestaat, wij ieder jaar uw pensioen volledig verhogen met de Consumentenprijsindex. Dit gaat dan niet met terugwerkende kracht. 
  • Om te zien of de financiële situatie het toestaat kijken we naar de beleidsdekkingsgraad (gemiddelde dekkingsgraad van de laatste 12 maanden) per 31 oktober van het voorafgaande jaar. Deze moet minimaal 110% zijn. 
  • De indexatie is voorwaardelijk. Deelnemers hebben ook door verhogingen in het verleden niet automatisch recht op een verhoging in de toekomst. 
  • De verhoging geldt voor pensioen dat u heeft opgebouwd en voor pensioen dat al is ingegaan. 
  • We financieren de indexatie uit de premies en uit het beleggingsrendement. We vormen geen bestemmingsreserve om te kunnen indexeren.

In 2023 kan het bestuur besluiten uw pensioen op 1 januari 2024 te verhogen op grond van de extra indexatieruimte die (lagere) wetgeving tot 1 januari 2024 biedt. Met het oog op de overstap naar de gewijzigde pensioenovereenkomst (nieuwe pensioencontract) kan eveneens besloten worden de pensioenuitkering en pensioenaanspraken niet volledig te indexeren. Dit is een aanvulling op de hierboven genoemde regels. 

In de ABTN leest u meer over de regels voor indexering. 

Premiehoogte en indexeren
We houden er bij de vaststelling van de hoogte van de premie rekening mee dat we willen indexeren. In de ABTN beschrijven we hoe we de hoogte van de premie bepalen. 

Consumentenprijsindex
We gebruiken de consumentenprijsindex, alle huishoudens, niet afgeleid, zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (in de maand september, tot twee cijfers achter de komma). We nemen de index van het voorafgaande jaar en kijken dan naar de stijging of daling van deze index in de periode van 1 september van het voorafgaande jaar tot 1 september van het lopende jaar.

Let op! Ontvangt u invaliditeitspensioen? Dan gelden er voor u extra regels. Bekijk dan de overgangsbepalingen die voor u van toepassing zijn.
L1 Recht op invaliditeitspensioen vóór 2007
I4 Indexatie: heeft u vóór 1 januari 2016 pensioen opgebouwd? Of kreeg u vóór 1 januari 2016 een pensioen van ABP?

final-step-41f1558e0b

Verlagen van uw pensioen

Het bestuur kan uw pensioen verlagen. De voorwaarden hiervoor zijn beschreven in de ABTN. We berekenen de verlagingen zowel over het pensioen dat u al heeft opgebouwd als het pensioen dat al is ingegaan. Als we uw pensioen moeten verlagen gaan we dat niet compenseren door andere uitkeringen te verhogen. 

Als we moeten verlagen zal het bestuur u hierover schriftelijk informeren.