Partnerpensioen over pensioenopbouw vóór 1 januari 2018 bij overlijden op of na 65 jaar

Bouwde u voor 1 januari 2018 pensioen op bij ABP?

 Als u overlijdt op of na 65 jaar krijgt uw partner partnerpensioen. 

Let op: is uw pensioenopbouw bij ABP vóór 1 januari 2015 gestopt? En bent u een partnerrelatie aangegaan op of na de dag waarop u 65 jaar bent geworden? Dan heeft uw partner geen recht op partnerpensioen. 

Let op: bouwde u alleen pensioen op voor 1 januari 1996? Dan heeft uw partner recht op partnerpensioen als de partnerrelatie is aangegaan voor het eindigen van de arbeidsrelatie.

Het partnerpensioen dat uw partner krijgt bij uw overlijden op of na 65 jaar is uitgedrukt in een deel van het ouderdomspensioen. In de periode 1 januari 2004 tot 1 januari 2016 is dat gedeelte een aantal keer veranderd. In de tabel hieronder ziet u welke deel in welke periode van toepassing was. Het gaat hier om een deel van het ouderdomspensioen dat is opgebouwd. Dit is het ouderdomspensioen zonder dat dit verhoogd of verlaagd is door gemaakte keuzes. Is uw flexibel pensioen omgezet in ouderdomspensioen, dan telt dit niet mee. Heeft u deelgenomen aan PartnerPlusPensioen? Dan leest u in de tabel hieronder hoe hoog het partnerpensioen is. 

VanTotPartnerpensioen als deel van het ouderdomspensioenPartnerpensioen bij deelname aan PartnerPlusPensioen
 1-1-20045/7Niet van toepassing
1-1-20041-1-20155/145/7
1-1-20151-1-20165/10*7/10
1-1-20161-1-20187/10Niet van toepassing

Bent u op het moment waarop u overlijdt nog deelnemer aan onze pensioenregeling? En heeft u de AOW-leeftijd dan nog niet bereikt? Dan gaan wij voor de hoogte van het partnerpensioen uit van de situatie alsof u nog pensioen zou hebben opgebouwd tot uw AOW-leeftijd. 

Heeft u ervoor gekozen een deel van uw ouderdomspensioen in te zetten voor een hoger partnerpensioen? Dan wordt het partnerpensioen verhoogd. Zie hiervoor overgangsbepaling H2.

* Let op: was uw pensioengevend inkomen in 2015 € 31.560,33 of lager? Dan is het partnerpensioen opgebouwd in 2015 verhoogd met maximaal 2/10 tot 7/10 van het ouderdomspensioen. U krijgt de maximale verhoging als uw pensioengevend inkomen € 29.418,72 of lager was. Was uw inkomen hoger dan € 29.418,72, maar maximaal 31.560,33? Dan neemt de verhoging van het partnerpensioen in verhouding af. Hoe dichter uw inkomen bij de grens van € 31.560,33 lag, hoe lager de verhoging van uw partnerpensioen. Was uw inkomen bijvoorbeeld € 30.489,53, precies het midden tussen € 29.418,72 en € 31.560,33? Dan wordt uw partnerpensioen verhoogd tot 6/10 van het ouderdomspensioen. Was uw inkomen meer dan € 31.560,33? Dan krijgt u geen verhoging van uw partnerpensioen. 

Let op: Is het ouderdomspensioen ingegaan tussen 1 januari 2003 en 1 januari 2007? En was u toen ouder dan 65 jaar? Uw ouderdomspensioen is in dat geval verhoogd. Als u overlijdt dan is het partnerpensioen een deel van het verhoogde ouderdomspensioen.

Is het voorwaardelijk pensioen toegevoegd aan uw ouderdomspensioen?

Bij de berekening van de hoogte van het partnerpensioen voor uw ex-partner houden wij hier rekening mee als de partnerrelatie is geëindigd na het moment waarop het voorwaardelijk pensioen onvoorwaardelijk is geworden (overgangsbepaling A3).

Bouwde u vóór 1 januari 1996 pensioen op bij ABP?

Dan gelden nadere regels voor hoe uw partnerpensioen over de periode tot 1 januari 1996 wordt berekend. In overgangsbepaling K1K2 en K3 bij dit pensioenreglement staat in welke gevallen en tot welke bedragen ABP een aanvulling verleent of een korting toepast.