Bent u, als werkgever, onlangs overgestapt naar ABP? Of heeft u een groep werknemers overgenomen van een andere werkgever die niet bij ABP is aangesloten? En wilt u het opgebouwde pensioen van uw werknemers meenemen? Dan kunt u collectieve waardeoverdracht aanvragen. Hier leest u wat dit inhoudt en hoe dit werkt.
Bij collectieve waardeoverdracht wordt het opgebouwde pensioen van alle of een deel van uw werknemers in één keer overgedragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Bijvoorbeeld als uw organisatie, of een deel daarvan, aansluit bij ABP. Of als u een groep werknemers overneemt van een andere werkgever die niet bij ABP is aangesloten. Individuele waardeoverdracht is dan wettelijk niet toegestaan, omdat dit alleen mag als de deelname van een individuele werknemer aan de pensioenregeling stopt.
Onder de collectieve waardeoverdracht vallen alleen werknemers die nog bij u in dienst zijn. Voormalige werknemers die uit dienst zijn of met pensioen zijn gegaan komen hier dus niet voor in aanmerking.
ABP vraagt geen uitvoeringskosten voor collectieve waardeoverdracht. Andere partijen kunnen dit wel vragen.
Het is wel mogelijk dat u moet bijbetalen. Dit is nodig als de inkoopwaarde van ABP hoger is dan de afkoopwaarde van de oude pensioenuitvoerder. Dat kan onder andere optreden door een verschil in de dekkingsgraden van de oude en de nieuwe pensioenuitvoerder en een verschil in grondslagen. Een bijbetaling staat pas vast op het moment dat de collectieve waardeoverdracht definitief is.
Wilt u collectieve waardeoverdracht aanvragen voor uw werknemers? Zowel de oude als de nieuwe pensioenuitvoerder moeten bereid zijn hieraan mee te werken. In onderstaand stappenplan ziet u hoe u collectieve waardeoverdracht regelt.