Uw werknemer wil de hoogte van het pensioen weten

'Hoeveel pensioen krijg ik?' Waarschijnlijk is dit een van de meestgestelde vragen over pensioen. Natuurlijk helpen we u en uw werknemer graag op weg.

 

Uw werknemer kan de hoogte van de pensioenopbouw zelf bekijken in MijnABP (inloggen met DigiD). De hoogte van het pensioen is afhankelijk van een aantal factoren. Bijvoorbeeld hoe lang uw werknemer al pensioen opbouwt, of het om een volledige of deeltijdbaan gaat en de hoogte van het salaris. Heeft uw werknemer ook pensioen opgebouwd bij een andere werkgever (niet-ABP)? Dan geeft MijnPensioenoverzicht.nl een goed beeld van de totale pensioenopbouw.

In MijnABP ziet uw werknemer niet alleen de pensioenopbouw. Uw werknemer kan ook het pensioen plannen en bekijken welke keuzes er zijn. Bijvoorbeeld met deeltijdpensioen gaan en eerder of later stoppen met werken. Of eerst een hoger pensioen laten uitkeren en later minder. Ook handig:

  • eenvoudig berekeningen maken via de PensioenPlanner in MijnABP
  • een totaalbeeld maken van toekomstige inkomsten en uitgaven met Overzicht & Inzicht in MijnABP

Als werkgever kunt u uw werknemer helpen met het maken van pensioenkeuzes. Lees hoe u uw werknemer daarin begeleidt.

Werknemers missen soms periodes in hun diensttijdoverzicht. Dat kan komen doordat bepaalde periodes van vóór 1996 niet meetellen voor de pensioenopbouw. Onder de ABP-wet werden uitsluitingsgronden bepaald, die aangaven wanneer een werknemer géén ambtenaar was en dus geen pensioen opbouwde bij ABP. We zetten de meest voorkomende redenen hiervoor op een rij. Zo kunt u vragen van uw werknemer beantwoorden.

 

Waarom was uw werknemer geen ambtenaar volgens de ABP-wet?

De meest voorkomende redenen zijn:

  • de bijzondere arbeidsvoorwaarden
  • de bijzondere aard van de werkzaamheden
  • de omvang van de werkzaamheden (die was te klein of de dienstverhouding duurde te kort)

 

Wanneer was uw werknemer geen ambtenaar volgens de ABP-wet?

  • als deze betaald of beloond werd per dienstverrichting
  • als deze tijdelijk te werk was gesteld door een overheidsmaatregel om werklozen aan het werk te helpen
  • als deze geen vast basisinkomen had, bijvoorbeeld een 0-urencontract
  • als deze in dienst was vanwege een wetenschappelijke opleiding
  • als deze niet langer dan zes maanden in dienst was
  • als deze als onderwijspersoneel in dienst was voor een vervanging wegens ziekte (wie bijvoorbeeld veel vervangingsperioden in het onderwijs had, maar steeds voor minder dan 6 maanden, werd geen ambtenaar)
  • als de omvang van de werkzaamheden zo klein was dat het inkomen, herleid tot een jaarbedrag, minder was dan 1/3 van het grensbedrag in artikel J12 van de ABP-wet. Dit bedrag is steeds bijgesteld.

 

Geen pensioenopbouw vóór 25 jaar

Tussen 1-10-1986 en 1-5-1994 telde diensttijd tot de eerste dag van de maand waarin de werknemer 25 jaar werd, niet mee voor het pensioen. Daarover werd dus geen pensioen opgebouwd. Wel waren deelnemers verzekerd ingeval van overlijden of arbeidsongeschiktheid.