Uw werknemer wil doorwerken na het bereiken van de AOW-leeftijd. Bij ABP kan de pensioenopbouw doorlopen tot vijf jaar na de AOW-leeftijd. Wat moet u als werkgever daarvoor regelen?
Als uw werknemer wil doorwerken na de AOW-leeftijd en zijn arbeidscontract verandert niet, dan hoeft u als werkgever niks te doen. De premieafdracht en pensioenopbouw lopen gewoon door.
Krijgt uw werknemer een nieuw (tijdelijk) arbeidscontract als de AOW-leeftijd is bereikt in dezelfde functie als vóór de AOW-leeftijd? Meld uw werknemer dan eerst af bij ABP. Vervolgens meldt u hem weer opnieuw aan. Ook dan lopen de premieafdracht en pensioenopbouw onverminderd door.
Als uw werknemer pas na de AOW-leeftijd bij u in dienst treedt, is hij of zij niet verplicht om deel te nemen in de pensioenregeling van ABP. Uw werknemer mag, op zijn verzoek, echter wel vrijwillig deelnemen. Hij moet dit verzoek binnen 9 maanden na ingang van de dienstbetrekking bij ABP aanvragen.
Krijgt uw werknemer vanaf de AOW-leeftijd een andere functie? Of neemt u een werknemer in dienst die ouder is dan de AOW-leeftijd? Dan bent u als werkgever niet verplicht om pensioenpremie te betalen. Bespreek met uw werknemer goed of hij in deze gevallen pensioen wil opbouwen. Als de pensioenopbouw wordt stopgezet, kan dit namelijk gevolgen hebben voor het voorwaardelijk pensioen (alleen nog in 2022). Uw werknemer kan er ook voor kiezen om vrijwillig pensioen op te bouwen. Hij betaalt dan zelf de pensioenpremie.
Lees meer over langer doorwerken of bekijk wat u als werkgever moet doen in de handleiding Premie en Gegevens.