Thijmen is 21 jaar en student bedrijfseconomie. Hij vertelt hoe hij met zijn financiën om gaat. Waar geeft hij zijn geld aan uit? En wat komt er maandelijks binnen? “Als ik mezelf vergelijk met vrienden, dan laat ik het geld liever rollen. Ik geef makkelijker geld uit aan uiteten, iets voor mezelf kopen en geef meer fooi.”
Naam: Thijmen van Noppen
Leeftijd: 21 jaar
Opleiding: Bedrijfseconomie aan de Vrije Universiteit
Bijbaan: werkt als zzp’er bij een dataplatform voor vastgoedbeleggers
Aantal uren: tussen de 8 en 16 uur
Woonsituatie: thuiswonend
Bijbaan: tussen de € 300 en € 550 netto
Zorgtoeslag: € 110
Ouderbijdrage: € 65
Vrijwilligersbijdrage vanuit voetbalclub: € 50
Zorgverzekering: € 120
Telefoonabonnement: € 10
Boodschappen: € 50
Sportabonnement: € 30
Overige uitgaven (o.a. uitgaan): € 100
“Het liefst zou ik iets meer willen verdienen. Dat kan op 2 manieren: meer uren werken of meer verdienen. Iets meer verdienen is beter, want dan werk ik evenveel uren. Alleen als er maandelijks meer geld binnenkomt, dan krijg ik ook het gevoel dat ik meer kan uitgeven.”
“Vanaf mijn 16e moest ik van mijn ouders bijna alles zelf betalen. Ik woon nog thuis en zij betalen wel nog de contributie voor de voetbalclub en ik krijg een ouderbijdrage van € 65. Het is een bijdrage en daar betaal ik ook kleding van. Wanneer ik een winterjas nodig heb, word ik helaas niet meer gematst. Daardoor ga ik wel bewust met geld om.”
“Ik geef makkelijk geld aan kleding uit. Ik bedwing mijzelf door na te denken of ik het echt nodig heb. Meestal is het antwoord nee.”
“Als ik een avondje op stap ga, dan schrik ik weleens de ochtend erna. Op mijn bankrekening zie ik dat ik meer heb uitgegeven dan ik wilde. Dan denk ik: een rondje minder had ook gekund.”
“Als ik mezelf vergelijk met vrienden, dan laat ik het geld liever rollen. Ik geef makkelijker geld uit aan uiteten, iets voor mezelf kopen en geef meer fooi.”
“Na de zomer ga ik 6 maanden in Rome studeren. Dat vind ik spannend, het is de eerste keer dat ik op mijzelf ga wonen. Daar hangt ook een prijskaartje aan, maar dat is het avontuur waard. Maandelijks zal ik € 600 lenen via de studiefinanciering, daarvan betaal ik de kamerhuur. Daarnaast krijg ik van de Erasmus Universiteit € 300 en zet ik het studenten-ov stop. Dat levert € 100 op. Daarnaast kan ik bij mijn huidige bijbaan digitaal blijven werken. Die inkomsten komen er nog bij. Ik verwacht dat ik het hiermee red.”
“Momenteel lukt het sparen niet zo goed. Ik probeer het wel. Zodra ik iets overhoud, dan kan ik het ook makkelijk wegzetten. Ik zal niet snel geld van mijn spaarrekening afhalen. Soms beleg ik, dat doe ik voor de lange termijn. En alleen met geld waarvan ik zeker weet het echt niet nodig te hebben.”
“Mijn Playstation! Als ik bedenk hoeveel uur ik er al op speelde en wat het kostte, dan heb ik het geld eruit gehaald.”
“Dat was mijn eerste auto: een hele mooie Alfa Romeo GT. De auto is vrij groot en daardoor niet zuinig. In het begin vond ik het leuk om erin te rijden. Alleen ging ik mij steeds meer zorgen maken over de kosten. Ik heb de auto snel weer verkocht en mis hem niet. Mijn ouders hebben 2 auto’s en daar mag ik gebruik van maken. Ook kom ik bijna overal met het openbaar vervoer en dat is als student gratis.”
“Nog niet veel. 21 is geloof ik wel de leeftijd dat je pensioen gaat opbouwen. Maar ik ben ZZP’er en bouw nog niks op. Het geld dat ik nu beleg voor de lange termijn, wil ik tijdens mijn pensioen gebruiken als extra aanvulling.”
“Dan wil ik op mijzelf wonen. Een huis kopen lijkt mij niet haalbaar daarvoor heb ik meer spaargeld nodig. Ik ga ervanuit dat ik afgestudeerd ben en een goede baan heb. Mijn inkomsten zullen toenemen, maar de contributie voor de voetbalclub en alle vaste lasten moet ik zelf betalen.”
“Een dikke boterham is fijn. Als ik later mijn uitgavenpatroon niet hoef te veranderen, dan zou ik blij zijn. Gelukkig zijn de baankansen en salarissen gunstig in de sector waarin ik studeer. Daardoor verwacht ik niet op een houtje te hoeven bijten.”
“Poe, dat is lastig te overzien. Het lijkt mij handig om financiële buffers te hebben en daar op tijd mee te beginnen. Zodat ik niet om hulp bij iemand hoef aan te kloppen. Mocht het nodig zijn dan verwacht ik dat mijn ouders mij willen helpen.”