Henk en Jadey in de fitnessruimte van de gevangenis

Praten met Later: ‘In sport komt het ware karakter naar boven’

Sportinstructeurs Jadey en Henk over hun werk in de gevangenis
29 december 2022

Welke keuzes maakt u in uw werk? Hoe blijft u vitaal? Wat kunnen senior- en junior-medewerkers van elkaar leren? In Praten met Later spreken we collega’s over hun vakgebied, ervaringen en toekomstplannen. In de zesde aflevering spreken we sportinstructeurs Jadey (27) en Henk (65) over hun werk met gedetineerden in de Penitentiaire inrichting (PI) Sittard.

Hoe zijn jullie in het vak gerold?

Jadey: “Ik heb altijd graag gesport, vooral vechtsport en voetbal. Op de sportopleiding CIOS kun je kiezen voor de richting Sportcoördinator geüniformeerde beroepen. Dan word je sportinstructeur voor bijvoorbeeld politieagenten, brandweerlieden of bij Defensie. Mijn vader werkt in een gevangenis. Dus vond ik het interessant om daar stage te lopen. Henk was toen mijn stagebegeleider. Na mijn opleiding was er geen vacature voor een ILO (Instructeur lichamelijke opvoeding, red.) hier in Sittard, maar ik wist wel dat ik dit graag wilde doen. Dus heb ik eerst bij de beveiliging gewerkt. En toen er een plekje vrijkwam, kon ik in dit team starten. Dit doe ik nu 3 jaar.”

Henk: “Ook ik kon als kind al nooit stilzitten. Daarom ging ik naar het CIOS. Toen ik in de toenmalige gevangenis Overmaze in Maastricht stage liep, wist ik meteen: ‘Wow, dit is het!’ Dat was in december 1978. Een oudere collega stopte ermee en ik kon blijven. Daar heb ik 30 jaar gewerkt, de afgelopen 14 jaar in Sittard. We zijn er voor de gedetineerden, maar organiseren ook sport voor het personeel.”

Wat maakt dit vak interessant?

Jadey: “Sport is mijn passie en daar heb ik mijn werk van gemaakt. Bovendien is geen enkele dag hier hetzelfde. Gedetineerden hebben recht op 2 uur sport per week. Dan kunnen ze kiezen: fitness of spelsport. Wij zijn coach en scheidsrechter. De ene keer heb je een relaxte groep, de volgende keer is er ruzie. Soms moet je mensen motiveren, anderen doen goed mee. Het is mooi als je ziet hoe sommigen opbloeien.”

Henk: “Eigenlijk heb ik nooit een standaard baan willen hebben. Dit vond ik toen spannend werk. Mensen vragen wel eens: ‘Gevangenen hoeven toch niet te sporten?’ En: ‘Is het niet vreselijk eng om tussen criminelen te werken?’

Ik vind het waardevol werk. Je kunt gedetineerden beter maken. Letterlijk en figuurlijk. Veel jongens (in de PI Sittard zitten geen vrouwelijke gevangenen, red.) hebben een verleden met alcohol en drugs. Door sport kun je ze bewust maken van hun lichaam. Dat je er andere dingen mee kunt doen en dat dat goed voelt. Sommigen willen afvallen, anderen sterker worden. Door het ritme komen ze goed door hun dag. Ze sporten 2 uur met ons, maar we geven ze ook een schema om te oefenen in hun cel. Het beeld van zware jongens aan de gewichten? Nou, het klopt wel dat de fitnesslessen drukker zijn dan de spelsport.”

Jadey: “Sport is een uitlaatklep. In de sport komt emotie los. Neem bijvoorbeeld jongens met narcistische trekjes. Die pik je er zo uit. Gaat het lekker? Dan roepen ze het hardst hoe goed ze zijn. Verliezen ze? Dan hoor je ze niet.”

Henk: “Een mens in beweging liegt niet, zeg ik dan. Hoe ga jij om met de emotie die loskomt? Onze ervaringen met een gedetineerde zijn soms heel anders dan wat er in de rapporten over hun gedrag op andere afdelingen staat. Met sport komt het ware karakter naar boven.”

Henk en Jadey

Wat is er de afgelopen jaren veranderd?

Henk: “Vroeger stond je meer tussen de gedetineerden in. Je was ook buiten de sport met ze bezig. Dat is nu minder. Het is meer afgebakend. En we stellen vaker rapportages op. De aandacht voor gedrag is enorm toegenomen. Wat buiten verandert, verandert binnen deze muren ook. Mensen worden mondiger en hebben minder vertrouwen in de overheid. Dat zie je hier ook terug. Er wordt veel meer gepraat dan vroeger.

Ook de regels zijn hier en daar minder streng. Moesten vroeger alle gedetineerden tijdens de sport dezelfde kleren aan, nu mogen ze kiezen. In alle jaren ben ik 1 keer bang geweest. Dat ging om een bedreiging, omdat iemand weigerde de verplichte sokken aan te doen. Dat is al lang geleden. Nu is dat beter geregeld, maar je bent wel op je hoede. Het is anders dan les geven in een gewone sportschool.”

Jadey: “Sport is niet verplicht. Gedetineerden komen vrijwillig. Toch is het anders. Je telt of iedereen er is. Je bent je bewust van de vluchtroute. Elk moment kan er een alarm afgaan. Ook zie je streng toe op de regels. Geen handdoek meegenomen voor de fitness? Ga maar halen en anders doe je niet mee. Soms wordt er gescholden. Daar leer je mee om te gaan. Ik neem dat niet mee naar huis.”

Verwachten jullie dat de komende jaren veel gaat veranderen?

Jadey: “De digitale mogelijkheden om zaken te regelen vanuit de cel nemen toe. Denk aan beeldbellen met de casemanager. Of je rechtszaak bijwonen vanuit de PI, zonder vervoer naar een rechtbank. Ook zie je meer mensen met psychische klachten. Sommigen zijn compleet de weg kwijt. Als zij komen sporten, steek je veel energie in de begeleiding.”

Henk: “Verder blijft sport gewoon sport. Ik hoop dat we meer projecten kunnen doen, zoals het NK voetbal voor gevangenissen. Deelname natuurlijk alleen voor gedetineerden met goed gedrag!”

Hoe blijven jullie gezond aan het werk?

Jadey: “Sporten is mijn ontspanning. Dat doe ik veel in mijn vrije tijd. En ik let op wat ik eet. Als instructeur wil je ook een voorbeeld zijn voor anderen. ”

Henk: “Je moet geluk hebben met je gezondheid, maar ik denk: een leven lang sporten. Voor mij is sport altijd een uitlaatklep geweest. Ook in de moeilijke momenten in mijn leven. Het geeft afleiding, je bent onder de mensen. Het hoeft niet altijd heel hard en heel snel. Calorieën tellen is leuk, maar daar gaat het in de kern niet om. Mijn begeleider op het CIOS zei ooit: ook een slak bereikt de ark. En hij had gelijk.”

Wat gaan jullie als eerste doen na jullie pensioen?

Jadey: “Het feit dat ik daar nog niet over nadenk, zegt genoeg. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit ga stilzitten. Tijdens corona was alles dicht. Toen werd ik langzaam gek en ben ik in de buitenlucht wat gaan sporten. Misschien wil ik wel mijn eigen sportschool starten.”

Henk: “Als mijn baas en mijn collega’s dat ook zien zitten, werk ik het liefst gewoon door. Ik denk aan 18 uur per week. Daarnaast heb ik al 30 jaar een eigen sportschool.”

Hebben jullie een tip voor collega’s?

Jadey: “Bij oudere mensen zie je wie een sportachtergrond heeft en wie niet. De mensen die sporten, zien er jonger uit. Dus blijf lekker bewegen. Dat werpt zijn vruchten af. Dan kun je langer van je pensioen genieten.”

Henk: “Daar sluit ik me bij aan. En geef niet op. Dat doel haal je vanzelf wel. Voor mijn part doe je dat met wandelen. Maar blijf bewegen.”