‘Pensioen is de basis voor een fatsoenlijke samenleving’

Menno Snel nieuw Bestuurslid
10 september 2020

Menno Snel begint deze maand als nieuw lid van het Bestuur van ABP. Wie is hij? Wat heeft hij met pensioen en hoe kijkt hij terug op zijn vorige functie als staatssecretaris? ‘Fouten zijn niet te voorkomen, het draait erom ze snel op te merken en ervan te leren.’

Gegrepen door pensioen

ABP is voor Menno Snel bekend terrein. Menno was eerder actief voor onze uitvoerder APG. Daar raakte hij geïnteresseerd in pensioenen. Maar in Washington, bij het International Monetary Fund (IMF), raakte hij er echt door gefascineerd. ‘Toen ik daar zat, heeft het onderwerp pensioen me gegrepen. Bij het hervormen van een economie waar dan ook ter wereld gaat het vaak ook over het belang van pensioenen. Voor de economie, maar vooral voor mensen’, vertelt Menno. ‘Goed zorgen voor ouderen vind ik dé basis van een gezonde, fatsoenlijke samenleving. In Washington, waar het IMF is gevestigd, zag ik vooral ook hoe het niet moet: 74-jarige grijze mannetjes die je boodschappen aan het inpakken zijn om zo maar net rond te kunnen komen omdat er geen pensioen is voor ze. Dat hebben we hier gelukkig niet op die manier. Sterker nog: wij hebben het in Nederland ten opzichte van andere landen best goed voor elkaar.’

Meedenken over hoe zaken beter kunnen

Wat doet een bestuurslid bij ABP eigenlijk? ‘Een bestuurslid bepaalt met collega’s het beleid en de strategie en houdt in de gaten of alles goed wordt uitgevoerd. Hij of zij is kritisch en denkt mee over hoe zaken beter kunnen. Ik zit er namens de overheidswerkgevers: Rijk, defensie, de politie en de rechterlijke macht. Maar ik voel me uiteraard net zo verantwoordelijk voor de deelnemers.’ Over waarom hij geschikt is voor deze baan zegt hij: ‘Ik heb in de loop van mijn carrière veel economische en pensioenkennis opgedaan en gebouwd aan een goed netwerk in zowel Den Haag als in het bedrijfsleven. Ik weet bovendien wat er komt kijken bij grote en ingewikkelde uitvoeringsregelingen zoals de pensioenregeling bij ABP. Daarin zijn veel speciale voorzieningen opgenomen voor verschillende groepen mensen. Die mensen hebben allemaal hun eigen persoonlijke situatie. Dat betekent ook veel maatwerk bieden om iedereen zo goed mogelijk te bedienen en dat is best een uitdaging. Ik zet al mijn kennis en ervaring graag in om ABP te helpen zich hierop ook verder te ontwikkelen.’

‘Iedereen een goed pensioen’

Het bestuur en dus ook Menno houdt zich met alles rondom ABP bezig. Maar gevraagd naar wat hij zelf belangrijke onderwerpen vindt, zegt hij: ‘Het beleggingsbeleid. We zijn een belangrijke investeerder en onze beleggingen kunnen ook vanwege de omvang echt het verschil maken. Op het gebied van duurzaamheid, leef- en werkomstandigheden van mensen en innovatie. Daar ga ik me verder voor inzetten. En we zien dat gaat heel goed samen met goed rendement want dat is en blijft natuurlijk belangrijk voor een goed pensioen.’ Menno: ‘Net zo belangrijk is de invoering van het nieuwe pensioenstelsel. Ik wil me ervoor hard maken dat de nieuwe pensioenregels straks voor iedereen een zo goed mogelijk pensioen oplevert. Of je nu pensioen bij ons opbouwt of al krijgt, jong of oud bent.’

Altijd keihard gewerkt

Menno verliet zijn vorige baan als staatssecretaris van Financiën naar aanleiding van de toeslagenaffaire. Waarbij ouders in het verleden soms onterecht geen kinderopvangtoeslag meer ontvingen omdat ze van fraude werden verdacht. Kan hij zich voorstellen dat sommigen het vreemd vinden dat hij nu bij ABP aan de slag gaat? ‘Jawel, natuurlijk zullen er mensen zijn die er zo naar kijken. Tegelijk is het ook zo dat ik het toeslagenbeleid niet heb bedacht. Ik kreeg te maken met de gevolgen van fouten uit het verleden. Ik heb altijd keihard gewerkt om die fouten te herstellen. Ik vond en vind dat mensen centraal moeten staan en niet het systeem. Uiteindelijk moest ik vaststellen dat ik politiek niet genoeg vaart kon maken met het verhelpen van die problemen. En in de publieke arena ging het steeds vaker over mijn positie, in plaats van over het oplossen van de problemen. Toen ik dat constateerde heb ik zelf mijn verantwoordelijkheid genomen en mijn ontslag aangeboden.’

Veel geleerd

Hij leerde veel van die periode. Bijvoorbeeld hoe lastig het kan zijn om in een grote organisatieveranderingen goed door te voeren. ‘De Belastingdienst viel onder mijn verantwoordelijkheid als staatssecretaris. Toen ik begon, waren we met te veel verschillende veranderingen tegelijk bezig. Op alle fronten gebeurde wel iets. En dat ging zeker niet altijd goed. Ik besloot toen op de rem te trappen en zei: ‘We gaan het stap voor stap doen’. Daarna ging het een stuk beter.’ Hij leerde ook over fouten die niet te voorkomen zijn, maar waarbij het erom draait ze snel op te merken en ervan te leren om het daarna beter te doen. ‘Dat kunnen alleen de beste organisaties. Daar wil ik me de komende jaren volop voor inzetten.’