Een fijne en leuke werkomgeving, passende werkdruk en goede gezondheid. Een aantal zaken die onmiskenbaar bijdragen aan duurzame inzetbaarheid. Maar waar zit het ‘m nou precies in? Eerder sprak A&O-psycholoog Marjolijn Punt hierover op de ABP-werkgeversbijeenkomst ‘Boeien, binden en behouden’. Wij verzamelden voor u de belangrijkste inzichten uit deze presentatie én geven een aantal concrete tips. En zoals zoveel in het leven, draait ook het uitoefenen van positieve invloed op duurzame inzetbaarheid om… balans.
Om mensen in staat te stellen hun (toekomstige) werk gezond, productief en met plezier te kunnen én willen uitvoeren, houden we rekening met drie relevante pijlers:
Nauw verbonden met bovenstaande drie pijlers, zijn draagkracht en draaglast. Met aan de ene kant hetgeen dat iemand kan en wil. Maar aan de andere kant is er ook de belasting of eisen die het werk voor iemand meebrengt. Om duurzame inzetbaarheid te bevorderen, moet hier een continue balans tussen zijn.
En hoe bereikt u nu dat juiste evenwicht tussen die twee aspecten? Definieer daarvoor wat energielekken zijn, en ook wat juist energiegevers zijn voor een werknemer. Bekende energielekken zijn bijvoorbeeld taakonderbrekingen, onduidelijke taken en een te hoog werktempo. Veelgenoemde energiegevers zijn autonomie, ontwikkelingsmogelijkheden en sociale steun.
Door proactief in te spelen op energielekken, kunt u als werkgever ervoor zorgen dat voorspelbare bronnen van stress worden verminderd en dat werknemers beter kunnen omgaan met de eisen van het werk. Tegelijkertijd kunt u op deze manier energiegevers juist versterken.
Een hulpmiddel om tot een goede balans te komen voor uw werknemers is het 5 V-model, waarin de V’s staan voor Verbinden, Verkennen, Vitaliseren, Verlichten en Veranderen. Hierbij zijn de laatste drie V’s gericht op maatregelen, die zowel op individueel als organisatieniveau ingezet kunnen worden, om duurzame inzetbaarheid te vergroten. We geven u een aantal voorbeelden.
Vitaliseren
Vitaliseren gaat om het vergroten van draagkracht. Voorbeelden van maatregelen hierbij zijn:
Individueel: doelgericht energie managen, bijvoorbeeld door ontspanning. Werken aan gezondheid (fysiek en mentaal) en ontwikkeling.
Organisatieniveau: helderheid over teamdoelen, werkwijzen, taken en rollen. Gebruikmaken van elkaars sterke kanten en interesses. Gedeelde verantwoordelijkheid over teamresultaten.
Verlichten
Verlichten richt zich op het verminderen van draaglast. Voorbeelden van maatregelen hierbij zijn:
Individueel: het aanpassen van taken of de (werk)omgeving. Vervroegd- of deeltijdpensioen.
Organisatieniveau: verlichten van eisen, bijvoorbeeld met de inzet van het Generatiepact.
Veranderen
Veranderen gaat over het ondersteunen op mobiliteit. Voorbeelden van maatregelen hierbij zijn:
Individueel: veranderen van taken of functie. Het uitvoeren van parallelle loopbanen, bijvoorbeeld een leraar die ook professioneel volleybalscheidsrechter is.
Organisatieniveau: mobiliteit stimuleren, bijvoorbeeld door baansleutelen. Bieden van een vertrekregeling.
Hier is een belangrijke rol voor u als werkgever: blijf gedurende hun hele loopbaan in gesprek met uw werknemers. Richt u hierbij op al uw werknemers van alle leeftijden. En kijk niet alleen naar problemen, maar juist naar wat goed gaat en wat versterkt kan worden.
Aan de slag met het bevorderen van duurzame inzetbaarheid? Gebruik deze 3 concrete tips: