• Als een werknemer later in het jaar in dienst komt, wordt het pensioengevend inkomen vastgesteld op de datum van indiensttreding.
• Pensioengevende toelages die pas ná de peildatum formeel vast komen te staan, tellen pas mee voor het pensioengevend inkomen van het volgende jaar.
• Tussentijdse salariswijzigingen hebben dus geen invloed op de pensioenopbouw van het lopende jaar.
• Een nieuwe cao heeft pas gevolgen voor de pensioenopbouw als deze is ondertekend door alle cao-partijen. Een onderhandelingsakkoord is niet voldoende.

Er zijn 2 uitzonderingen waarin het pensioengevend inkomen wel gewijzigd mag worden:

• Als het inkomen op de peildatum foutief is vastgesteld;
• Als ABP het productloon met terugwerkende kracht moet aanpassen op grond van een rechterlijke uitspraak die aan ABP is gericht.

Als we op 1 januari 2027 overstappen op de nieuwe regels voor pensioen, verdwijnt de peildatumsystematiek. We gaan dan uit van het actuele maandinkomen en reserveringen van bijvoorbeeld de vakantietoeslag. Het inkomen dat meetelt voor de pensioenopbouw kan vanaf dat moment dus maandelijks wijzigen.

Meer informatie over de peildatumsystematiek vindt u in de Handleiding Premie en Gegevens van ABP (pagina 58).