Na de invoering van de nieuwe regels voor pensioen gaat onze pensioenuitkering jaar op jaar wisselen. Natuurlijk hangt de hoogte van de pensioenen in de 1e plaats samen met de premie die werknemers en hun werkgevers maandelijks opzijzetten. Maar met de nieuwe regels gaan de pensioenen ook meebewegen met de economie. Dat betekent dat de pensioenen één keer per jaar omhoog- of omlaaggaan, afhankelijk van hoe goed de beleggingen van een pensioenfonds presteren. Om schommelingen te beperken leggen pensioenfondsen wel een buffer aan.
“Het grote toverwoord is onzekerheid”, zegt Mark Heemskerk die dan wel een economische achtergrond heeft, maar in de 1e plaats jurist is. “Economen denken dat het beter wordt onder de nieuwe regels, maar we weten het niet zeker.”
Eén ding is zeker: elke verandering roept volgens hem weerstand op. En dat is met de vernieuwde regels voor pensioen niet anders. “De FNV-voorman heeft gezegd dat we er allemaal op vooruit gaan dankzij de nieuwe regels. Als in de eerste jaren na de overstap blijkt dat de pensioenen inderdaad omhooggaan. Dan zal iedereen zeggen: wat fantastisch is dit. Dan zal het zich kunnen bewijzen. Daar hoop ik op. Als het tegenvalt, moet er flink wat uitgelegd worden.”