Als u met pensioen gaat, beslist u of u de hoogte van het nabestaandenpensioen (ook wel partnerpensioen genoemd) wilt veranderen. Op deze pagina leest u welke keuzes u heeft en de voorwaarden die daarbij horen. En wat de gevolgen voor de hoogte van het nabestaandenpensioen zijn.
Kort gezegd heeft u drie keuzes rond uw nabestaandenpensioen als u uw ouderdomspensioen aanvraagt.
- U laat het nabestaandenpensioen, dat uw partner krijgt bij uw overlijden, zoals het is.
- U verhoogt het nabestaandenpensioen, dat uw partner krijgt, met een deel van uw ouderdomspensioen.
- U verhoogt uw eigen ouderdomspensioen met (een deel van) het nabestaandenpensioen dat u vanaf 1-7-1999 opbouwde. Hiervoor heeft u toestemming van uw partner nodig, schriftelijk of via MijnABP. Het nabestaandenpensioen wordt dan wel lager. Of vervalt zelfs.
Bespreek deze keuzes met uw partner. Uw ouderdomspensioen kan namelijk lager worden. Of het nabestaandenpensioen kan lager of nul worden. De bedragen vindt u in MijnABP. Bespreek de bedragen met uw partner. Mogelijk heeft uw partner als u overlijdt niet genoeg inkomen om van te leven. Uw partner heeft mogelijk recht op extra geld. Bijvoorbeeld huurtoeslag of zorgtoeslag. Controleer zelf of uw partner dit extra geld kan krijgen. Lees er meer over op de pagina over het sociaal minimum.
Heeft u geen partner? Dan verhogen wij uw ouderdomspensioen met het nabestaandenpensioen dat u vanaf 1-7-1999 opbouwde.
Het nabestaandenpensioen voor een ex-partner kunt u niet verhogen of toevoegen aan uw eigen pensioen. Tenzij de ex-partner voor de ingangsdatum van uw pensioen afziet van het recht op nabestaandenpensioen.
Onder het kopje 'Voorwaarden' op deze pagina leest u meer over het verhogen of verlagen van het nabestaandenpensioen.
Let op: onderaan de pagina leest u meer over hoe u uw keuze door kunt geven.