Met pensioen gaan: de een droomt ervan en de ander wil er liever nog niet aan denken. Welke keuze maken bekende Nederlanders? In deze serie laten we ze aan het woord. In deel 12: politieagent, tv-presentator, programmamaker én voormalig topatleet Gregory Sedoc (40). “Ik zal altijd blijven werken. Maar op latere leeftijd gebeurt dat in mijn eigen tempo en wanneer ik dat wil.”
8 jaar lang was Gregory Sedoc als militair in dienst bij de Koninklijke Landmacht toen hij in 2013 overstapte naar de Nationale Politie. Daarnaast was hij ook actief als topatleet. Maar liefst 3 keer nam hij als hordeloper deel aan de Olympische Spelen. Ook won hij in 2007 goud op de 60 meter horden bij de Europese indoorkampioenschappen in Birmingham. En in 2009 trok hij het Nederlands record op de 60 meter horden indoor naar zich toe. Wij gingen in gesprek met deze sportieve duizendpoot.
“Dan moet ik echt een splitsing maken tussen mijn tijd als topsporter en mijn overige werkzaamheden. Dat zijn 2 verschillende werelden. Mijn sportcarrière staat bovenaan. Mijn 3 deelnames aan de Olympische Spelen waren sowieso fantastisch. Daarnaast heb ik als atleet de hele wereld gezien, ik ben op alle continenten geweest.
Maar mijn tijd bij Defensie is ook een hoogtepunt. Het werk van een militair is heel bijzonder. Ik heb te gekke dingen mogen doen. Zo heb ik in alle voertuigen gezeten die je je kunt voorstellen. Alleen de F16 en de Apache-gevechtshelikopter ontbreken. Toen ik militair was, wist ik niet beter. Maar als ik nu terugkijk, vind ik die periode wel heel bijzonder. Ik was mezelf daar continu fysiek en mentaal aan het verbeteren. Ik heb echt genoten van mijn werk bij Defensie.”
“Ik werk parttime als politieagent bij de noodhulp in Den Haag. Daar word ik ingezet bij 112-meldingen. Dat werk combineer ik met mijn tv-werkzaamheden. Ik ben analist voor de NOS bij alle atletiektoernooien. Daarnaast maak ik programma’s voor AVROTROS. Sport en wetenschap vormen daarbij de rode draad. Momenteel is Sportlab Sedoc op tv. Daarin onderzoek ik innovaties en nieuwe technologieën in de sport. En ik maak ook het programma Knappe Koppen. Daarin ga ik met de knapste koppen van Nederland op zoek naar het antwoord op vragen van kijkers. Verder ben ik in te huren als spreker en dagvoorzitter.”
“Het helpen van mensen in nood. Wij zijn vaak als eerste ter plaatse. En meestal zijn het ernstige gevallen, zoals een reanimatie. Als zo’n reanimatie dan slaagt… dat is het mooiste wat er is. De dankbaarheid van de mensen is waar ik het voor doe. Helaas kom ik ook regelmatig in levensgevaarlijke situaties terecht. Dat kan heftig zijn, maar gelukkig kan ik de emoties achteraf goed loslaten.”
“Dat was hartstikke mooi! De Invictus Games is een goed initiatief dat ik een warm hart toedraag. Ik was verantwoordelijk voor alle mediazaken en dat was heel leuk om te doen. Ik heb veel interviews gegeven, veel wedstrijden gezien en ‘s avonds mocht ik commentaar geven bij de NOS. Het was een hectische week, maar tegelijkertijd was het heel gaaf om mee te maken.”
“Mijn carrière loopt nu lekker. Maar ik zie mezelf over een jaar of 10 wel heel andere dingen doen dan nu. Ik heb veel bewondering voor mensen die 30 of 40 jaar hetzelfde werk doen. Zelf vind ik het fijner om steeds andere dingen te doen. Ik wil rond mijn 50ste naar het buitenland. Er is meer in het leven dan politie- en televisiewerk. Ik heb tijdens mijn sportcarrière 8 jaar in Duitsland gewoond, dus wonen in het buitenland is niet nieuw voor me. Het lijkt me mooi om te leren van andere culturen.”
“Dat komt wel eens in mij op. Ik denk dat ik sowieso nooit uitgewerkt ben. Ik ben niet het type om heel lang niks te doen. Daarom zal ik altijd werken, maar op latere leeftijd gebeurt dat in mijn eigen tempo. En op de uren waarin ik zelf wil werken. Ik wil dan niets meer moeten."
"Naast mijn werkzaamheden ga ik dan reizen. Daar heb ik nu te weinig tijd voor. Ik ga wel op vakantie, maar ik moet altijd op een bepaald moment weer terug zijn voor werk. Ik wil dan gewoon een half jaar weg kunnen. In Azië kom ik heel graag, maar ik wil ook ooit met de auto door Zwitserland trekken en door Noorwegen. Een tentje mee om in te overnachten en als het regent pak ik een hotel. Het moet wel een vakantie zijn en geen bivak. Dat heb ik bij Defensie genoeg gedaan."
