Beeld: De presentator zit aan een tafel in een woonkamer. Voor en naast hem verschijnen grafieken en titels.

Op 1 januari 2027 gaat uw pensioen over naar een vernieuwde pensioenregeling. Veel blijft dan hetzelfde.

[Titel: Wat blijft hetzelfde? Opsomming in beeld]

Pensioen blijft een waardevolle arbeidsvoorwaarde. Mee- en tegenvallers delen we samen en u krijgt pensioen zolang u leeft. Zelfs als u 120 wordt.  

Maar er verandert ook het een en ander. Allereerst gaat uw opgebouwde pensioen over naar uw pensioenpot. Het geld dat u samen met uw werkgever inlegt, komt ook in deze pensioenpot. Net als de resultaten van de beleggingen. Deze kunnen positief of negatief zijn. U kunt altijd zien hoeveel geld er in uw pensioenpot zit en hoeveel pensioen u straks naar verwachting van ons krijgt.  

Uw pensioenpot beweegt straks mee met de economie en de resultaten van de beleggingen, en kan dus omhoog en omlaag gaan. Uw verwachte pensioen gaat minder vaak omhoog en omlaag. Dat komt doordat we maatregelen nemen voor een zo koopkrachtig en stabiel mogelijk pensioen.  

[Titel: Gezamenlijke buffer]

Zo zetten we een deel van het resultaat van de beleggingen opzij in een gezamenlijke buffer. Deze buffer werkt als een soort spaarpot. Als het goed gaat met de economie, stoppen we hier geld in. En als het niet goed gaat, halen we hier -zolang er genoeg in zit- geld uit. Hiermee verminderen we de kans dat uw pensioen omlaaggaat als u met pensioen bent. 

Verder spreiden we de resultaten van de beleggingen. Het effect van goede en slechte jaren smeren we zo uit in de tijd.     

[Titel: Beleggen]

Het geld in uw pensioenpot beleggen we gezamenlijk. Door te beleggen kunnen we uw pensioenpot laten groeien. Dat is nodig want alles wordt steeds duurder. 

[Titel: Risico en leeftijd]

Onze experts beleggen het pensioengeld. We kijken daarbij altijd naar de resultaten op de lange termijn, de risico's die deelnemers willen en kunnen nemen, en wat het beste is voor alle pensioenen. 

Voor jongeren nemen we meer risico. De beleggingen in uw pensioenpot leveren dan in goede tijden namelijk meer op, maar kunnen ook meer dalen als het tegenzit. Als u nog jong bent, is zo n tegenvaller goed op te vangen. Want er zullen ook nog heel wat jaren komen dat het goed gaat. Als u dichter bij uw pensioenleeftijd komt, dan wordt dat natuurlijk anders. U wilt dan meer zekerheid over het pensioen dat u kunt verwachten. Daarom verlagen we dan het risico van de beleggingen. Uw pensioenpot en uw verwachte pensioen gaan dan minder omhoog en omlaag.     

[Titel: We nemen je mee. Gisteren, vandaag en morgen. ABP. Samen bouwen aan een goed pensioen in een leefbare wereld.]

U kunt elk moment zien hoeveel geld er in uw pensioenpot zit. Ook ziet u hoeveel pensioen u naar verwachting vanaf uw pensioendatum krijgt als u bij ABP pensioen blijft opbouwen.

Dan zetten we uw pensioenpot om in een maandelijks pensioen dat u elke maand krijgt. Als u inlogt, ziet u hoeveel pensioen er is voor u en uw nabestaanden. U ziet dan geen pensioenpot meer. Het pensioen dat u daarna elke maand krijgt, stellen we elk jaar opnieuw vast. Uw pensioen blijft dan het hele jaar hetzelfde bedrag. Lees meer over de veranderingen voor gepensioneerden.  

We nemen maatregelen om uw pensioen straks zo koopkrachtig en stabiel mogelijk te houden. Uw pensioen beweegt daarom niet meer zoveel als u met pensioen bent.

Uw werkgever legt elke maand 70% in voor uw pensioen en u legt zelf 30% in. De verdeling blijft hetzelfde als nu. Wij beleggen het geld voor uw pensioen. Dat doen we voor iedereen gezamenlijk. Ook dat blijft hetzelfde. Wel houden we met beleggen straks meer rekening met uw leeftijd dan nu het geval is.

Van de gezamenlijke opbrengst betalen we eerst de kosten voor het beleggen. Denk daarbij aan kosten die we maken voor het aan- en verkopen van beleggingen (transactiekosten). Daarna verdelen we de opbrengsten over alle pensioenen. In uw pensioenpot ziet u hoeveel dat is en wat het effect is op uw verwachte pensioen straks.

Uw pensioenpot vullen we op 1 januari 2027 voor het eerst. In uw pensioenpot zit dan het totaal van: 

1. Uw pensioenopbouw tot 1 januari 2027. We zetten uw opgebouwde pensioen (inclusief eventuele voorwaardelijke aanvullingen) om naar een pensioen volgens de vernieuwde pensioenregeling.
2. Plus eventueel het geld dat u krijgt als compensatie als u op 31 december 2026 bij ons pensioen opbouwt en 40 jaar of ouder bent. Lees meer over compensatie.
3. Plus eventueel extra pensioen. Dat kan alleen als onze financiële positie goed genoeg is op het moment dat we overgaan.

Na de overgang vullen we uw pensioenpot elke maand aan met: 

• Geld (premie) dat u samen met uw werkgever inlegt
• Het resultaat van de beleggingen. Die kunnen positief of negatief zijn
• Ook ziet u in uw pensioenpot het effect van veranderingen in uw privéleven of werk. Bijvoorbeeld bij een scheiding kan er geld uitgaan naar uw ex-partner. Of er komt geld bij als u pensioen meeneemt van een ander pensioenfonds

Beeld: De presentator zit aan een tafel in een woonkamer. Voor en naast hem verschijnen grafieken en titels.

Om een goed pensioen nu en in de toekomst mogelijk te maken, beleggen we. Door te beleggen kunnen we uw pensioenpot laten groeien. En dat is nodig, want alles wordt steeds duurder. Net als nu beleggen we het geld voor de pensioenen van alle deelnemers gezamenlijk. Mee- en tegenvallers delen we samen.  

[Titel: Hoe we beleggen]

Onze experts beleggen het pensioengeld. We kijken daarbij altijd naar de lange termijn, de risico's die deelnemers willen en kunnen nemen en wat het beste is voor alle pensioenen. 

[Titel: Leeftijd en risico]

Voor jongeren nemen we meer risico. De beleggingen in uw pensioenpot leveren dan in goede tijden namelijk meer op, maar kunnen ook meer dalen als het tegenzit. Als u nog jong bent, is zo’n tegenvaller goed op te vangen. Want er zullen ook nog heel wat jaren komen dat het goed gaat. Als u dichter bij uw pensioenleeftijd komt, wordt dat natuurlijk anders. U wilt dan meer zekerheid over het pensioen dat u kunt verwachten. Daarom verlagen we dan het risico van de beleggingen.  

[Titel: Risico en rendement]

Minimaal eens in de vijf jaar doen we onderzoek naar hoeveel risico u wilt en kunt nemen. Door meer risico te nemen met beleggen, verwachten we dat uw pensioenpot tussendoor soms omlaag kan gaan, maar op lange termijn hoger wordt. Met minder risico beweegt uw pensioenpot minder. Maar het pensioen dat u later krijgt, kan hierdoor wel lager zijn. 

De uitkomsten van deze onderzoeken brengen we per leeftijdsgroep bij elkaar en nemen we mee in manier waarop we beleggen en hoeveel risico we daarbij nemen.

[Titel: We nemen je mee. Gisteren, vandaag en morgen. ABP. Samen bouwen aan een goed pensioen in een leefbare wereld.]

Om een goed pensioen nu én in de toekomst mogelijk te maken, beleggen we het geld uit de pensioenpotten van alle deelnemers. Dat doen we samen, zodat we de risico's en de kosten kunnen delen.  

We kunnen één heel groot bedrag beter en voordeliger beleggen dan een heleboel kleine bedragen apart. We beleggen het geld ook in de huidige regels gezamenlijk. Wat straks anders is, is dat u kunt zien dat we niet voor iedereen op dezelfde manier beleggen. Voor jongeren nemen we bijvoorbeeld meer risico dan voor gepensioneerden (lees hieronder meer).

Onze experts beleggen het pensioengeld volgens ons beleggingsbeleid. We kijken hierbij altijd naar de lange termijn, de risico's die deelnemers willen en kunnen nemen en wat het beste is voor alle pensioenen. Het resultaat hangt erg af van hoelang je belegt en hóe je belegt. 

Bij beleggen hoort het nemen van risico. Door meer risico’s te nemen met beleggen, kunnen we naar verwachting uw pensioenpot extra laten groeien. Met minder risico beweegt uw pensioenpot minder. Maar het pensioen dat u later krijgt, kan hierdoor wel lager zijn. 

We streven naar een zo goed mogelijke balans tussen het risico dat we lopen met beleggen en hoeveel opbrengsten (ook wel: rendement) we daarmee kunnen behalen. Daarom verwachten we dat uw pensioenpot tussendoor soms omlaag kan gaan, maar op lange termijn hoger wordt.

Voor jongeren nemen we meer risico. De beleggingen in uw pensioenpot leveren in goede tijden namelijk meer op, maar kunnen ook meer dalen als het tegenzit. Als u nog jong bent, is zo’n tegenvaller goed op te vangen. Want er zullen ook nog heel wat jaren komen dat het goed gaat. Als u dichter bij uw pensioenleeftijd komt, dan wordt dat natuurlijk anders. U wilt dan meer zekerheid over het pensioen dat u per maand kunt verwachten. Daarom verlagen we dan het risico van de beleggingen.

De uitkomsten van deze onderzoeken brengen we per leeftijdsgroep bij elkaar. Dat doen we minimaal 1 keer in de 5 jaar. De resultaten nemen we mee in manier waarop we beleggen en hoeveel risico we daarbij nemen.

Beeld: De presentator zit aan een tafel in een woonkamer. Voor en naast hem verschijnen grafieken en titels.

Uw pensioenpot kan omhoog en omlaag gaan. Dat komt doordat we beleggen. Door te beleggen kunnen we uw pensioenpot laten groeien. En dat is nodig, want alles wordt steeds duurder.

[Titel: Hoe we beleggen]

Onze experts beleggen het pensioengeld. We kijken daarbij altijd naar de resultaten op de lange termijn, de risico's die deelnemers willen en kunnen nemen en wat het beste is voor alle pensioenen. 

[Titel: Leeftijd en risico]

Voor jongeren nemen we meer risico. De beleggingen in uw pensioenpot leveren dan in goede tijden namelijk meer op, maar kunnen ook meer dalen als het tegenzit. Als u nog jong bent, is zo’n tegenvaller goed op te vangen. Want er zullen ook nog heel wat jaren komen dat het goed gaat. Als u dichter bij uw pensioen komt, wordt dat natuurlijk anders. U wilt dan meer zekerheid over het pensioen dat u kunt verwachten. Daarom verlagen we dan het risico van de beleggingen.  

[Titel: Pensioenpot en verwacht pensioen]

Zolang u nog niet met pensioen bent, ziet u hoeveel geld er in uw pensioenpot zit. En hoeveel pensioen u naar verwachting krijgt vanaf uw pensioendatum. Als uw pensioen ingaat, zetten we uw pensioenpot om in een pensioen dat u van ons krijgt.  

[Titel: Koopkrachtig en stabiel]

Kijkt u vaker naar uw pensioenpot, dan ziet u dat deze meebeweegt met de economie en het resultaat van de beleggingen. Maar het verwachte pensioen gaat minder vaak omhoog en omlaag dan uw pensioenpot. Dat komt doordat we maatregelen nemen voor een zo koopkrachtig en stabiel mogelijk pensioen. 

[Titel: We nemen je mee. Gisteren, vandaag en morgen. ABP. Samen bouwen aan een goed pensioen in een leefbare wereld.]

1. We beleggen met minder risico voor oudere werknemers en gepensioneerden dan voor jongeren. Beleggingen met minder risico zijn stabieler. Ze worden minder snel meer, maar ook minder snel minder waard. 
2. We spreiden de resultaten van de beleggingen. Het effect van goede en slechte jaren smeren we zo uit in de tijd. 
3. We houden een gezamenlijke buffer aan (ook wel: solidariteitsreserve). De buffer gebruiken we onder meer om tegenvallers op te vangen. Hieronder leest u meer over de buffer. We kunnen de buffer vullen als onze financiële positie dat op het moment van overgaan toelaat. Lees hier meer over wat er gebeurt op 1 januari 2027. 

Als we overgaan op de nieuwe regels voor pensioen zet ABP geld opzij in een gezamenlijke buffer. Dit doen we om tegenvallers te kunnen opvangen. Met hoeveel geld we de buffer bij de overgang kunnen vullen, hangt af van onze financiële positie op het moment dat we overgaan.

Vanaf het moment dat we over zijn op de nieuwe regels, blijven we de gezamenlijke buffer vullen. Hier gaat een deel van de resultaten van de beleggingen in. Deze buffer werkt dan als een soort spaarpot. Als het goed gaat met de economie, stoppen we hier geld in uit de resultaten van de beleggingen. En als het niet goed gaat, halen we hier geld uit. Dat kan zolang er genoeg geld in de gezamenlijke buffer zit. Daarmee verminderen we de kans dat het pensioen dat u straks elke maand uitbetaald krijgt in een bepaald jaar plotseling veel lager wordt.

Dan kan het zijn dat we uw pensioen moeten verlagen, net als nu. In een uitzonderlijke situatie kan de verlaging meer zijn dan nu. Bijvoorbeeld bij een zware crisis die de economie wereldwijd raakt, zoals de Grote Depressie in de jaren ‘30. Dan is een plotselinge, grote verlaging niet te voorkomen.  

Een manier om zo'n verlaging in een uitzonderlijke situatie te voorkomen is om nu al veel geld hiervoor te reserveren. Geld dat we dus waarschijnlijk nooit of zeer zelden gaan gebruiken en ondertussen niet naar uw pensioen kan gaan. Dat gaat dus ten koste van de koopkracht en stabiliteit van uw pensioen.  

Wij hebben ervoor gekozen om de eerdergenoemde 3 maatregelen te nemen (zie opsomming hierboven). En verder geen extra geld te reserveren, zodat we u meer kunnen betalen aan pensioen. 

• Nu bouwt u pensioen op voor uw partner en kinderen. Hiervoor is apart geld gespaard. Dit betekent dat dit pensioen blijft staan, ook als u uit dienst of met pensioen gaat. Hoeveel het is, hangt af van uw pensioenopbouw. Uw partner en kinderen ontvangen dit pensioen als u overlijdt. 
• In de vernieuwde pensioenregeling is er alleen partner- en wezenpensioen zolang u pensioen bij ons opbouwt via uw werk, omdat u vrijwillig deelneemt of vanwege arbeidsongeschiktheid. Gaat u uit dienst en overlijdt u? Dan is er standaard na 3 maanden geen partner- of wezenpensioen meer. (De periode van 3 maanden kan korter zijn wanneer u voor die tijd een nieuwe baan heeft.) 
• Gaat u met pensioen? Dan kunt u kiezen voor wel of geen pensioen voor uw partner als u overlijdt en hoeveel uw partner dan krijgt. Deze keuzes heeft u nu ook al. 

Er is standaard 3 maanden nadat u uit dienst gaat geen partner- of wezenpensioen meer. U kunt er zelf voor kiezen om na afloop van die periode van 3 maanden het recht op partner- en wezenpensioen voor uw nabestaanden te verlengen. De premie hiervoor betaalt u uit uw pensioenpot. Het pensioen voor uzelf wordt daardoor lager. 

Nu ontvangen uw partner en kinderen een partner- of wezenpensioen op basis van uw opgebouwde pensioen. Straks krijgen ze een partner- of wezenpensioen op basis van uw laatste salaris. Het gaat om uw salaris dat meetelt voor uw pensioen (ook wel: pensioengevend inkomen). Het maakt niet uit hoe lang u al pensioen bij ons opbouwt. Direct als u in dienst komt, is er dus een volledig pensioen voor uw partner en/of kinderen geregeld.  

In bepaalde situaties loopt het recht op partner- en wezenpensioen na 3 maanden door, zonder dat u daarvoor premie uit uw pensioenpot hoeft te betalen. Namelijk wanneer u een WW- of ZW-uitkering ontvangt direct nadat u bent gestopt pensioen bij ons op te bouwen. De dekking loopt dan door zolang de WW- of ZW-uitkering duurt. Onder voorwaarden kan het doorlopen tot 3 maanden na het einde van uw uitkering. 

Uw nabestaanden krijgen verder het partner- en wezenpensioen dat u voor 1 januari 2027 heeft opgebouwd. Dit pensioen gaat, net als het pensioen voor uzelf, meebewegen met de economie en het resultaat van de beleggingen.

Gaat u met pensioen? Dan kunt u kiezen voor wel of geen pensioen voor uw partner als u overlijdt en hoeveel uw partner dan krijgt. Deze keuzes heeft u nu ook al. 

Nee, uw pensioenpot kan niet leeg raken. Als u nog niet met pensioen bent, kunt u zien hoeveel geld er in uw pensioenpot zit. Als u met pensioen gaat, zetten we uw pensioenpot om in een maandelijks pensioen. U ziet dan geen pensioenpot meer. Sommigen leven langer, anderen korter. Van het geld van de mensen die eerder overlijden, kunnen we de pensioenen betalen van de mensen die langer leven. Zo zorgen we ervoor dat u pensioen krijgt zolang u leeft. Ook als u 120 wordt.

Nee dat kan niet. Bij ABP krijgt u pensioen zolang u leeft. Al wordt u 120. 

Hoeveel risico willen en kunnen deelnemers nemen met hun pensioen? Hier doen we onderzoek naar. De uitkomsten brengen we per leeftijdsgroep bij elkaar. Dat doen we minimaal 1 keer in de 5 jaar. De resultaten nemen we mee in de manier waarop we beleggen en hoeveel risico we daarbij nemen. Bekijk de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek uit 2024.

Nee, u hoeft zelf geen keuzes te maken voor uw beleggingen. ABP belegt het geld voor alle pensioenpotten gezamenlijk en houdt daarbij rekening met uw leeftijd. Wij baseren ons beleggingsbeleid onder meer op de uitkomsten van het onderzoek naar hoeveel risico deelnemers willen en kunnen nemen.