Wat gebeurt er op 1 januari 2027?

De nieuwe regels voor pensioen

Op 1 januari 2027 zijn wij van plan over te gaan naar de nieuwe regels voor pensioen.  Het totale pensioenvermogen van ABP verdelen we. We berekenen precies hoeveel ieder pensioen in totaal waard is en hoeveel geld er in de gezamenlijke buffer komt. Al deze bedragen zetten we over naar het vernieuwde pensioen. Al het pensioen van iedereen gaat dus over op de nieuwe regels.

Een goed pensioen voor iedereen

Er zijn vooraf afspraken gemaakt over hoe we overgaan van de huidige naar de nieuwe regels. We verdelen het vermogen eerlijk. Een goed pensioen voor iedereen staat daarbij centraal. Deze afspraken zijn zorgvuldig voorbereid met verschillende vertegenwoordigers van alle doelgroepen. Alle groepen deelnemers zijn bij de voorbereidingen en besluiten betrokken. Lees meer hieover op samen werken aan de nieuwe regels.

Het belangrijkste dat deelnemers aan ons vragen is een pensioen waarmee ze kunnen blijven leven zoals ze nu doen. Dat hun pensioen meestijgt met de prijzen. Dus een pensioen dat koopkrachtig is. Daarnaast willen mensen geen grote verrassingen. Het pensioen moet stabiel zijn. Bij de inrichting van de vernieuwde regeling hebben we beide centraal gezet: een zo koopkrachtig en stabiel mogelijk pensioen. 

Onze ambitie is dat u in de vernieuwde pensioenregeling ongeveer evenveel pensioen kunt opbouwen voor dezelfde premie als nu. We verdelen het vermogen eerlijk (volgens de wet ‘evenwichtig’). Een goed pensioen voor iedereen staat daarbij centraal. Deze afspraken zijn zorgvuldig voorbereid met verschillende vertegenwoordigers van alle doelgroepen. Alle leeftijden en mogelijke pensioensituaties hebben we op een rij gezet. We kijken daarbij of bepaalde groepen er (veel) meer op vooruit- of achteruitgaan dan andere groepen. Om dit te kunnen beoordelen, hebben we uitgerekend wat het pensioen wordt in verschillende situaties. Het verwachte pensioen nu hebben we vergeleken met het verwachte pensioen in de vernieuwde pensioenregeling. Zo konden we zien of er een nadeel ontstaat. Op basis daarvan zijn afspraken gemaakt. 

Bij de verdeling hebben we deze 4 uitgangpunten aangehouden: 

  1. We delen de kosten en risico's met elkaar
    Dat is niet anders dan nu. Daardoor kunnen we bijvoorbeeld iemand die arbeidsongeschikt is en niet kan werken, toch een pensioen geven. En krijgen mannen en vrouwen hetzelfde pensioen, ook al leven vrouwen gemiddeld langer. 
  2. We zorgen ervoor dat verschillen niet te groot worden
    Soms zijn er verschillen. We zorgen ervoor dat die verschillen niet te groot worden. Ze mogen niet leiden tot grote ongelijkheid in pensioen tussen groepen deelnemers. 
  3. We kunnen de vernieuwde regeling uitleggen
    We zorgen ervoor dat de vernieuwde regeling goed uit te leggen is aan iedereen die bij ABP betrokken is. 
  4. De uitvoering moet zo makkelijk mogelijk zijn
    We willen ervoor zorgen dat het uitvoeren van de vernieuwde regeling niet te moeilijk wordt, bijvoorbeeld door veel uitzonderingen te maken. Hoe makkelijker de uitvoering, des te kleiner de kans op fouten, des te goedkoper en des te beter uit te leggen.   

Verdeling van het geld

We berekenen precies hoeveel de opgebouwde pensioenen eind 2026 in totaal waard zijn. Dit totaalbedrag zetten we over naar het vernieuwde pensioen. Iedereen die nog niet met pensioen is, krijgt een pensioenpot. Ook berekenen we hoeveel pensioen u naar verwachting krijgt. Voor iedereen die al pensioen van ons krijgt, stellen we de hoogte van het pensioen opnieuw vast. Verder vullen we de gezamenlijke buffer.

Hoe beter onze financiële situatie is op het moment dat we overstappen, hoe meer geld we hebben om te verdelen. Onze financiële situatie kunt u zien aan onze dekkingsgraad. Bij een dekkingsgraad van bijvoorbeeld 110% hebben we voor elke euro die we moeten betalen, €1,10 in kas. Hieronder leest u hoe we het geld willen verdelen.

We streven naar een actuele dekkingsgraad van tenminste 110% op het moment dat we overgaan op naar nieuwe regels. Daarbij kijken we naar de zogeheten actuele dekkingsgraad.

Daar hebben sociale partners afspraken over gemaakt in het transitieplan. Hoe hoger de dekkingsgraad is, hoe meer we kunnen gebruiken voor onderstaande doelen. Als we een dekkingsgraad hebben van 110%, dan kunnen we het fondsvermogen zo verdelen:   

  • 100% gaat naar de pensioenen van alle deelnemers. Gepensioneerden ontvangen elke maand pensioen, deelnemers die nog niet met pensioen zijn krijgen geld in hun pensioenpot 
  • 1,5% naar de algemene reserve van het fonds 
  • 4,5% voor de gezamenlijke buffer ( solidariteitsreserve ). Deze buffer gebruiken we onder meer om tegenvallers op te vangen (zie hieronder voor meer informatie) 
  • 3% naar een vergoeding (compensatie) voor deelnemers die nog pensioen opbouwen en daarbij nadeel hebben van de overgang naar het vernieuwd pensioen (zie hieronder voor meer informatie) 
  • 0,75% als tegemoetkoming voor verhogingen die in het verleden niet gegeven zijn (zie hieronder voor meer informatie) 
  • 0,25% voor een extra verhoging voor iedereen  

Meer hierover leest u in het transitieplan.

 

We kunnen ook dan op een evenwichtige manier over naar de nieuwe regels. Hoe precies, dat verschilt per dekkingsgraad. Een tabel vindt u bij hoofdstuk 2.4 in het transitieplan.

We houden continu in de gaten hoe de dekkingsgraad ervoor staat. Is hij lager dan 107% of hoger dan 125%? Dan gaan de sociale partners opnieuw met elkaar in overleg.

Vullen van de gezamenlijke buffer

We vullen een gezamenlijke buffer om tegenvallers op te vangen. Als het slecht gaat met de economie en de beleggingen dan halen we hier geld uit. De gezamenlijke buffer is vol als er 8% in zit van al het geld bij ons fonds (totale fondsvermogen). 

Hoe we de buffer vullen hangt af van onze actuele dekkingsgraad op het moment dat we overgaan: 

  • Als de dekkingsgraad 110% is, vullen we de buffer tot ongeveer de helft 
  • Als de dekkingsgraad hoger is dan 110%, vullen we de buffer verder 
  • Bij een dekkingsgraad van 122% zit de buffer vol: dit is de maximale omvang die sociale partners willen  
  • Als de dekkingsgraad minder is dan 107%, vullen we de gezamenlijke buffer aan vanuit de inleg van werkgevers en werknemers 

In het transitieplan (pagina 19) ziet u een tabel hoe we de gezamenlijke buffer vullen bij welke dekkingsgraad. Na de overgang kunnen we deze buffer (als hij nog niet vol is) elke keer bijvullen met de extra opbrengsten van onze beleggingen als we een goed jaar hebben.

U ontvangt mogelijk compensatie (vergoeding)

Nu bouwen alle deelnemers met elke euro inleg evenveel pensioen op. Het maakt niet uit hoe oud u bent. We beleggen dat geld. In de vernieuwde pensioenregeling verandert dit. Deelnemers die bij ons pensioen opbouwen tussen de 40 jaar en 68 jaar kunnen hierdoor meer nadeel hebben dan anderen. 

We willen deze groep compensatie (een vergoeding) geven die past bij het nadeel dat deze groep heeft als we overgaan naar de nieuwe regels. Dit geldt alleen voor deelnemers die op 31 december 2026 bij ons pensioen opbouwen. Hoeveel het precies is, weten we pas na 1 januari 2027. Dat hangt af van onze financiële positie op het moment dat we overgaan naar de nieuwe regels. 

Nu bouwen alle deelnemers in met elke euro inleg evenveel pensioen op. Het maakt niet uit hoe oud u bent. We beleggen dat geld. 

De euro voor een jonge deelnemer heeft langer de tijd om meer waard te worden dan de euro van een oudere deelnemer. Daardoor bouwt u met eenzelfde inleg eerst eigenlijk te weinig pensioen op als u jong bent en later te veel als u ouder bent. Dat is niet erg als u uw hele loopbaan bij hetzelfde pensioenfonds pensioen blijft opbouwen. Bijvoorbeeld als u uw hele carrière in het onderwijs of bij de overheid werkt en bij ABP pensioen opbouwt. Maar vaak is dat niet zo. Dat is een belangrijke reden om over te gaan naar de nieuwe regels voor pensioen.

We kunnen deze compensatie in 1 keer bij de overgang op de nieuwe regels geven als onze financiële situatie goed genoeg is op 1 januari 2027. Dat is te zien aan onze dekkingsgraad. Compensatie in 1 keer is mogelijk bij een actuele dekkingsgraad 107% of hoger. U ontvangt deze compensatie: 

  • als u tussen de 40 jaar en 68 jaar bent, en
  • via uw werk pensioen opbouwt bij ons op 31 december 2026, of
  • een WW-uitkering van UWV of een ontslaguitkering (zoals wachtgeld) ontvangt meteen nadat u uit dienst bent gegaan, of
  • als u (deels) bij ons premievrij pensioen opbouwt op 31 december 2026 omdat u arbeidsongeschikt bent, of
  • als u uw pensioen vrijwillig voortzet nadat u uit dienst ging. Bijvoorbeeld, omdat u een eigen onderneming heeft

U kunt hier checken of u compensatie krijgt..

Wanneer is er dus geen compensatie?

Als u jonger dan 40 bent of als u geen pensioen meer bij ons opbouwt. Bent u volledig met pensioen? Of krijgt u al AOW? Dan ontvangt u geen compensatie.

Gaat u voor 1 januari 2027 uit dienst, in deeltijd met pensioen of minder werken? Dan krijgt u geen of minder compensatie. Krijgt een nieuwe baan? Kijk dan of u bij uw nieuwe pensioenfonds recht heeft op compensatie. Lees hier meer over compensatie in die situaties.

Sociale partners hebben in het transitieplan afgesproken dat actieve deelnemers van 40 jaar en ouder compensatie krijgen. Het bestuur van ABP heeft besloten daarnaast een aanvulling van het pensioen te geven aan deelnemers tussen 35 en 44 jaar die nog pensioen opbouwen. Hiervoor is nog ruimte, zolang de dekkingsgraad boven de 105% is op het moment dat we overgaan. 

Hoeveel geld u krijgt, hangt af van een paar zaken. In de basis krijgt iedereen naar verhouding dezelfde compensatie voor het nadeel dat hij heeft. Dus ook de hoogte van het bedrag is daarop afgestemd. Het nadeel (en dus de compensatie) loopt op tot uw 51e. Daarna daalt het weer. Vlak voor uw 68e is het nog een beetje.  

Belangrijk is ook of we er genoeg geld voor hebben. Dat weten we pas na 1 januari 2027. Hoeveel het is, hangt dus ook af van onze financiële situatie op 1 januari 2027.

Zo berekenen we uw compensatie.

In de tweede helft van 2026 krijgt u een voorlopig eerste overzicht van uw verwachte pensioen. Daarin is de op dat moment verwachte compensatie verwerkt. Maar u ziet dan nog niet om welk bedrag het precies gaat. Uw definitieve compensatie is pas bekend als we over zijn naar de nieuwe regels en alle gegevens bekend zijn. U ziet het precieze bedrag terug op het definitieve overzicht dat u in 2027 ontvangt.

U ontvangt uw compensatie in uw pensioenpot.

Dan krijgt u geen compensatie. U kunt er onder voorwaarden voor kiezen om het pensioen vrijwillig voort te zetten. Dan blijft u bij ons pensioen opbouwen en houdt u recht op compensatie. 

Lees meer over het vrijwillig voortzetten van uw pensioen.

Tegemoetkoming voor verhogingen die in het verleden niet gegeven zijn

In het verleden hebben wij de pensioenen niet altijd (volledig) kunnen verhogen. Elk jaar probeerden we dat wel. Maar dat ging niet altijd, doordat we hoge buffers moeten aanhouden in de huidige regels. De sociale partners hebben hiervoor een tegemoetkoming afgesproken. Dat kan alleen als er voldoende geld is als we overgaan. Lees meer in het transitieplan.

Bij een dekkingsgraad hoger dan 109%, is een tegemoetkoming voor niet gegeven verhogingen mogelijk. Als de dekkingsgraad stijgt, loopt de tegemoetkoming ook op. De verhoging stijgt als de dekkingsgraad stijgt. Hoe die stappen er precies uitzien, leest u in het transitieplan.

Heeft u pensioen meegenomen van een ander fonds of een verzekeraar naar ons (ook wel: waardeoverdracht)? Of had u een klein pensioen bij een andere pensioenuitvoerder en is uw pensioen automatisch voor 1 januari 2027 overgedragen naar ons? Dan is dat pensioen opgeteld bij het pensioen dat u opbouwt bij ons fonds. 

U krijgt alleen een tegemoetkoming voor niet gegeven verhogingen in het verleden als u toen ook bij ABP pensioen opbouwde. Dat geldt ook voor pensioen dat u ergens anders heeft opgebouwd en meegenomen naar ABP. Het moment waarop u het heeft overgedragen is voor de tegemoetkoming daarom belangrijk. ABP heeft de pensioenen vanaf 2022 weer kunnen verhogen. In 2022, 2023 en 2024 was deze verhoging volledig. In 2025 voor een deel.

Over het deel van uw pensioen dat u heeft overgedragen, kunt u daarnaast de extra verhoging (zie onder) krijgen. Dat staat los van wanneer het is overgedragen. 

 

Dat hangt af van uw situatie. 

  • Krijgt u van ons pensioen?
    Dan krijgt u meer pensioen van ons vanaf het moment dat we over zijn naar de nieuwe regels. Hieronder leest u meer over de betaling van uw pensioen tijdens de overgang naar de vernieuwde pensioenregeling. 
  • Bent u nog niet met pensioen?
    Dan krijgt u dit geld in uw pensioenpot. Door de tegemoetkoming stijgt uw pensioenpot. Uit uw pensioenpot betalen we straks uw pensioen. Maar of u straks ook meer pensioen krijgt en hoeveel, hangt af van meer zaken. Denk daarbij aan uw inleg samen met uw werkgever, hoeveel opbrengsten er zijn met de beleggingen en of de rente stijgt of daalt.  

Een extra verhoging van alle pensioenen

Daarnaast kan het zijn dat we alle pensioenen extra verhogen. Dan krijgt iedereen meer geld in zijn pensioenpot of bij zijn pensioen. Dat kan als de dekkingsgraad hoger is dan 109%. als we overgaan naar de vernieuwde pensioenregeling.

Hoeveel de pensioenen omhooggaan, hangt af van de dekkingsgraad. Een verhoging is mogelijk als de dekkingsgraad hoger is dan 109%. De verhoging stijgt als de dekkingsgraad stijgt. In het transitieplanleest u hoe de sociale partners dat hebben afgesproken. 

Hoeveel verhoging u krijgt, hangt verder af van hoeveel pensioen u elke maand van ons krijgt. Of, als u nog niet met pensioen bent, hoeveel pensioen u heeft opgebouwd op het moment dat we overgaan. 

Heeft u pensioen meegenomen van een ander fonds of een verzekeraar naar ons (ook wel: waardeoverdracht)? Of is uw kleine pensioen automatisch naar ons overgedragen? Dan telt dat overgedragen pensioen mee in de berekening van de extra verhoging van uw pensioen als we overgaan naar de nieuwe regels. Dan krijgt u over het overgedragen pensioen ook de extra verhoging.

Bent u uit dienst gegaan en heeft u uw pensioen meegenomen? Of had u een klein pensioen en is uw pensioen automatisch voor 1 januari 2027 overgedragen naar uw nieuwe pensioenfonds? Dan krijgt u deze verhoging bij ons niet meer. Mogelijk krijgt u bij uw nieuwe pensioenfonds een verhoging. 

Het hangt af van uw situatie hoe u de verhoging krijgt. 

  • Krijgt u van ons pensioen?
    Dan krijgt u elke maand meer pensioen van ons vanaf het moment dat we over zijn naar de vernieuwde pensioenregeling. Hieronder leest u meer over de betaling van uw pensioen tijdens de overgang naar de vernieuwde pensioenregeling. 
  • Bent u nog niet met pensioen?
    Dan krijgt u dit geld in uw pensioenpot. Door de verhoging stijgt uw pensioenpot. Uit uw pensioenpot betalen we straks uw pensioen. Maar of u straks ook meer pensioen krijgt en hoeveel, hangt af van meer zaken. Denk daarbij aan uw inleg samen met uw werkgever, hoeveel opbrengsten er zijn met de beleggingen en of de rente stijgt of daalt.  

De betaling van uw pensioen loopt gewoon door

Krijgt u al pensioen van ons? Deze betaling loopt gewoon door. We passen uw pensioen stap voor stap aan. 

Dat betekent dat het bedrag op uw bankrekening de eerste 3 maanden vanaf 1 januari 2027 anders kan zijn. 

  • In januari is uw pensioen nog niet aangepast aan de vernieuwde regeling. Het bedrag dat u op uw rekening krijgt, kan anders zijn dan het bedrag dat u in december 2026 kreeg. Dat komt doordat elk jaar tarieven veranderen voor bijv. de belasting en de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). Ook verandert het bedrag als we de pensioenen kunnen verhogen. Net als altijd, passen we in januari uw pensioen hierop aan. Als de prijzen stijgen, kijken we daarnaast of we uw pensioen kunnen verhogen
  • In februari krijgt u uw pensioen voor het eerst volgens de nieuwe regels plus eventueel een nabetaling over januari 
  • In maart krijgt u uw pensioen volgens de nieuwe regels. Dat bedrag blijft het hele jaar hetzelfde 

In de maanden dat uw (bruto)pensioen verandert, ontvang u een betaalspecificatie. 

Wat u nu kunt doen

Controleer of wij van u de juiste gegevens hebben. Verandert er iets in uw situatie? Geef dit op tijd aan ons door. U kunt dit eenvoudig doen via MijnABP. U kunt ons ook bellen of mailen.

Veelgestelde vragen

Niet meenemen van het pensioen dat u al heeft opgebouwd, heeft een aantal nadelen. Het betekent in de praktijk dat we 2 regelingen moeten uitvoeren: een vernieuwde regeling voor iedereen die nog pensioen opbouwt en de oude regeling voor iedereen die al pensioen krijgt. 

Uw pensioen en dat van de andere deelnemers wordt dan duurder. Dat gaat ten koste van de hoogte van het pensioen dat u elke maand krijgt en opbouwt. Daarnaast wordt het moeilijker uit te leggen en neemt de kans op fouten in de administratie toe.

De overheid werkt aan een nieuwe wet waarin het mogelijk wordt om 10% van uw opgebouwde pensioen in één keer op te nemen. Dat kan alleen op het moment dat u met pensioen gaat. Deze keuze noemen we ‘bedrag ineens’. De wet voor dit bedrag ineens is nog niet definitief. We weten daardoor niet wanneer u van deze keuze gebruik kunt gaan maken. U kunt er wel nu al voor kiezen om tijdelijk een hoger pensioen te ontvangen als u met pensioen gaat. Dan krijgt u een aantal jaren meer pensioen en later minder pensioen. 

 

Meer over de nieuwe regels voor pensioen

Op de hoogte blijven?

Ook in onze nieuwsbrief houden we u op de hoogte over de nieuwe regels voor pensioen. Ontvangt u deze nog niet? Meld u dan nu aan.