
Pensioenregeling
U neemt deel aan de pensioenregeling van ABP via uw werkgever. Wij leggen u graag uit wat uw pensioenregeling precies inhoudt.
Ouderdomspensioen
U bouwt bij ABP pensioen op voor als u (gedeeltelijk) stopt met werken. Dit kan vanaf uw 60ste. Dit ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW die u van de overheid ontvangt.
ABP heeft twee soorten ouderdomspensioen:
Bij ABP bouwt u pensioen op onder een middelloonregeling. Bent u militair, dan bouwt u pensioen op onder een eindloonregeling.
Nabestaandenpensioen
Als u overlijdt, betaalt ABP nabestaandenpensioen uit aan uw partner en kinderen. Uw partner krijgt onder bepaalde voorwaarden nabestaandenpensioen zolang hij leeft. Uw kinderen ontvangen pensioen tot hun 25ste.
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Bij ABP bouwt u pensioen op voor als u arbeidsongeschikt raakt. Hiermee vangt u voor een deel het verlies aan inkomen op. De hoogte van uw arbeidsongeschiktheidspensioen is afhankelijk van een aantal factoren.
Vanaf 2018 bouwt u 70% nabestaandenpensioen op van uw ouderdomspensioen. Hierdoor is er geen verschil meer in de opbouw van het nabestaandenpensioen als u voor of na 67 jaar overlijdt. Vanaf 2018 houdt uw partner recht op nabestaandenpensioen ongeacht het moment van uw overlijden. Ook als u geen pensioen meer opbouwt bij ABP. Het nabestaandenpensioen wordt niet aangepast bij hertrouwen. Dit geldt alleen voor pensioenopbouw vanaf 2018.
Heeft u pensioen opgebouwd tussen 1 juli 1999 en 1 januari 2018? Dan geldt een extra voorwaarde. Uw nabestaanden hebben recht op nabestaandenpensioen. Dit recht komt te vervallen:
- Als uw pensioenopbouw bij ABP stopt omdat u uw baan verliest of omdat u pensioen gaat opbouwen bij een ander pensioenfonds, én
- u voor uw 67ste overlijdt.
Dit geldt alleen voor het pensioen dat u heeft opgebouwd tussen 1 juli 1999 en 1 januari 2018.