'Minder bouwen voor jongeren helpt hen op de woningmarkt'

Politiek en maatschappelijk geëngageerde jongeren over vergrijzing

Is de vergrijzing net zo’n grote opgave als de energietransitie? Dat was een van de vragen die aan bod kwamen tijdens de vierde themabijeenkomst van The Future Talks van ABP. Op het kantoor in Amsterdam spraken politiek en maatschappelijk geëngageerde jongeren met bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen en onderzoeker Pieter Hilhorst over de maatschappelijke gevolgen van vergrijzing.

Het initiatief van The Future Talks is in het leven geroepen om de mening van jongeren de bestuurskamer van ABP in te brengen. Eerdere sessies gingen onder meer over veiligheid en duurzaamheid. “Als het om pensioenen gaat, hebben we het vaak over de lange termijn”, vertelt Harmen aan het begin van de bijeenkomst. “Dan is het logisch om ook te luisteren naar de jonge generatie, die nog decennia pensioen zal opbouwen. Als pensioenfonds vormen we een brug tussen de verschillende generaties, en willen we dus ook de verschillende belangen vertegenwoordigen.”

Rimpeleffect

Pieter Hilhorst, onder meer voormalig wethouder in Amsterdam en nu als programmaleider ‘Klaar voor de vergrijzing’ verbonden aan het Ben Sajet Centrum (BSC), neemt de jongeren vervolgens mee langs de vele kanten van dit thema. Door zijn werk voor het BSC, dat tot doel heeft de zorg voor mensen met een beperking en ouderen te verbeteren, weet Hilhorst waar de voornaamste pijnpunten zitten. Zo kwam hij op de vergelijking tussen vergrijzing en de energietransitie: het eerste thema van de middag. “Terwijl het aantal ouderen toeneemt, daalt juist het aantal jongeren. Het gaat hier om een enorme demografische verandering. Als wij in Nederland zorg blijven leveren op de manier zoals we dat nu doen, dan moet in 2040 een op de vier leden van de beroepsbevolking in de zorg werken. In 2024 was dat nog bijna een op de zes. Dit leidt tot een onhoudbare situatie. En we worden dan wel steeds ouder, maar het aantal jaren dat we in Nederland zonder chronische ziektes leven daalt.”

De cijfers maken indruk op de jongeren. Toch is er ook vertrouwen in de toekomst. “De zorg is een mooi en aantrekkelijk beroep”, stelt een van de aanwezigen. “Het is wel belangrijk dat de voordelen van AI en automatisering ook voor die sector worden aangewend om het werk aantrekkelijk te houden. Als dat niet gebeurt, hebben we een probleem.”

Het rimpeleffect, waarbij een ontwikkeling meerdere gevolgen in gang zet, vormt het tweede thema van de middag. De term werd gemunt door de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS), waarvoor Hilhorst tot voor kort raadslid was. In Amsterdam, het onderzoeksgebied van Hilhorst, woont 60 procent van de 65-plussers in een woning die ongeschikt is voor ouderen. “Bijvoorbeeld op driehoog zonder lift. Dit terwijl het overheidsbeleid erop is gericht om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Er is dus behoefte aan een ander soort woningen, aan woongemeenschappen die het organiseren van activiteiten en het verlenen van zorg door buren en mantelzorgers faciliteren, aan betere voorzieningen, en aan arbeidscontracten die meer zijn afgestemd op mantelzorg.”

Bouwen voor ouderen, niet voor jongeren

Vergrijzing heeft consequenties voor alle generaties, en het vereist dat we op een andere manier naar onder meer wonen en zorg moeten kijken, stelt Hilhorst. Dan laat hij een spreekwoordelijke bom vallen: “Er moet minder gebouwd worden voor jongeren, en meer voor ouderen. En jongeren hebben daar baat bij.” Hij geeft hierbij het voorbeeld van de heremietkreeft. Die soort heeft een eigen ‘schelpenruilmarkt’: één nieuwe schelp kan een hele verhuisketen op gang brengen. “Bouw je een woning voor een oudere, dan resulteert dat in de regel tot twee à drie verhuizingen. De oudere ruilt een ruime gezinswoning in voor een kleinere woning. Een gezin trekt in die eengezinswoning en laat een starterswoning achter, die dan beschikbaar komt voor een jongere. Maar wanneer je een studio bouwt voor een jongere, leidt dat tot maar één verhuizing.”

Het probleem is dat de bouwkosten de afgelopen jaren zo gestegen zijn dat het voor bouwbedrijven vrijwel alleen nog rendabel is om kleine (sociale huur)woningen te bouwen voor jongeren. Hilhorst pleit dan ook voor een versoepeling van de regels voor het bouwen op of naast bestaande woningen, wat mantelzorg ten goede zou komen. “Veel bestaande regels in Nederland zijn gericht op individualisering. We doen alsof dat een natuurverschijnsel is, maar het is een gevolg van regelgeving die dat stimuleert. Door het beleid aan te passen kan de onderlinge samenhang en gemeenschapszin weer worden versterkt.”

Woonvergunningen

Het heremietkreeftprincipe en het stimuleren van woningaanpassingen kunnen op het nodige enthousiasme rekenen onder de jongeren, al wordt ook de kanttekening gemaakt dat de jongere generaties nú huizen nodig hebben. Daarop komt het gesprek op de mogelijkheid van dwang. Hilhorst: “Vroeger had je in Amsterdam woonvergunningen, waardoor je alleen kon wonen in een woning die bij je situatie paste. Niet dat die per se terug hoeven te komen, maar het is best vreemd dat jongeren slechts tijdelijk in een jongerenwoning mogen wonen, terwijl een alleenstaande oudere tot de dood in een grote gezinswoning mag blijven.”

De mogelijkheid van dwang leidt tot voor- en tegenstanders. Een van de jongeren houdt de optie open. “Vergrijzing en klimaatverandering zijn transities die ontzettend veel geld kosten. Daarom kunnen we niet blijven polderen totdat iedereen gelukkig is met de gekozen oplossing. Op een gegeven moment moeten er keuzes worden gemaakt.” Een andere jongere is daarentegen geen voorstander van overheidsdwang, maar wel van een financiële prikkel. “Het zou mogelijk moeten worden gemaakt dat ouderen na verkoop van hun huis de overwaarde mogen schenken aan hun kinderen, zodat die dat kunnen gebruiken voor hun hypotheek.” 

Van zelfredzaam individu naar solidaire samenleving

De vergrijzing van de samenleving stelt ook het dominante mensbeeld van de onafhankelijke, zelfredzame burger op de proef. Dit derde thema van de middag is mede gebaseerd op het boek Ouder worden als ervaring van Suzanne Biewinga. “Zij stelt de maatschappelijke norm van zelfredzaamheid ter discussie, waarin succes je eigen keuze is en falen je eigen schuld”, vertelt Hilhorst. “Die norm is erg gericht op jong zijn, wanneer je nog alle kansen hebt. Dat geldt niet meer voor ouderen. Bij hen gaat het om heel andere vragen: hoe kun je gelijkwaardigheid behouden bij toenemende afhankelijkheid? Nu het aantal ouderen toeneemt, kan de norm van zelfredzaamheid weleens gaan verschuiven naar een wereldbeeld waarin de nadruk ligt op wederkerigheid en solidariteit. Dat is misschien ook wel aantrekkelijker voor jongeren, want zij hebben eveneens last van de huidige ratrace.”

Een sympathiek idee, vinden de jongeren. Zo vertelt een van hen dat de passieve Bijbelse plicht ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’ oorspronkelijk als actieve plicht was geformuleerd: 'Behandel de mensen in alles zoals ge wilt dat ze u behandelen’. “Er zijn nu al vele initiatieven die de sociale cohesie bevorderen, zoals Burendag en Thuisgekookt”, vult een ander aan. “Vrijwilligerswerk en mantelzorg zouden eigenlijk een heel normaal onderdeel van ons leven moeten zijn. Dan kijken mensen vanzelf meer naar elkaar om.” Dit soort initiatieven zijn volgens een van de aanwezige jongeren gebaat bij een aanpassing van de arbeidsvoorwaarden. “Door mensen hiervoor de ruimte te geven, kan een meer solidaire en minder hypernerveuze samenleving tot stand worden gebracht.”

Crisisgeneratie

En dan is het tijd voor het slotwoord van Harmen, die 35 jaar geleden afstudeerde op de (on)betaalbaarheid van de AOW: “Vergrijzing kan alleen worden opgelost met een langetermijnvisie, waarin alle elementen waar we het nu over hebben een plek krijgen. Mijn toenmalige conclusie was dat je de betaalbaarheid van de AOW niet over kunt laten aan politici, die nu eenmaal niet verder kijken dan de volgende verkiezingen. Er is behoefte aan een alomvattend plan waarin een samenhangende oplossing wordt geschetst voor al deze dossiers. Pensioenfondsen kunnen daar een rol in spelen als financier.”

De afgelopen vier themasessies van The Future Talks beschouwt hij als “zeer waardevol en inspirerend. Het is fantastisch om te zien hoe betrokken jongeren zijn, terwijl ze behoren tot wat je best een crisisgeneratie mag noemen. Ze kampen met woningnood, de studiefinanciering werd afgeschaft en tijdens de coronacrisis moesten ze thuisblijven.”

Na afloop vertelt Jayden Larti, actief voor FNV Young & United en de SP, dat hij zich gehoord voelt door ABP. “Ik zou dan ook zeggen: ga hiermee door. Een groot pensioenfonds als ABP heeft zoveel macht, en met macht komt verantwoordelijkheid. The Future Talks zijn een manier om verantwoordelijkheid te nemen, ook richting volgende generaties. Want het gaat niet alleen om een goed pensioen, maar ook om bijdragen aan een wereld waarin mensen van hun pensioen kunnen genieten.” 

Eerdere bijeenkomsten

  • Wat vinden georganiseerde jongeren van...

    Tijdens de derde themabijeenkomst van The Future Talks van ABP in Amsterdam spraken maatschappelijk en politiek actieve jongeren met ABP-bestuurders over de dilemma’s die komen kijken bij beleggen in defensie.

    Wat werd er besproken?
  • Wat vinden jongeren in Leeuwarden van...

    Jongeren in Leeuwarden gingen met elkaar in gesprek over lokaal beleid, ChatGPT, het dagelijks leven, tradities, leefomgeving, overheid en klimaat. En over de verslaving van volwassenen aan ongezonde dingen als roken.

    Lees verder
  • Wat vinden jongeren in Nieuwegein van...

    Jongeren van het ROC Midden-Nederland in Nieuwegein praatten met elkaar over inflatie, hun toekomst in de zorg, vrijheid, geloof en democratie. En over de pluspunten van het wonen in een stad.

    Lees meer