Pieter Hilhorst, onder meer voormalig wethouder in Amsterdam en nu als programmaleider ‘Klaar voor de vergrijzing’ verbonden aan het Ben Sajet Centrum (BSC), neemt de jongeren vervolgens mee langs de vele kanten van dit thema. Door zijn werk voor het BSC, dat tot doel heeft de zorg voor mensen met een beperking en ouderen te verbeteren, weet Hilhorst waar de voornaamste pijnpunten zitten. Zo kwam hij op de vergelijking tussen vergrijzing en de energietransitie: het eerste thema van de middag. “Terwijl het aantal ouderen toeneemt, daalt juist het aantal jongeren. Het gaat hier om een enorme demografische verandering. Als wij in Nederland zorg blijven leveren op de manier zoals we dat nu doen, dan moet in 2040 een op de vier leden van de beroepsbevolking in de zorg werken. In 2024 was dat nog bijna een op de zes. Dit leidt tot een onhoudbare situatie. En we worden dan wel steeds ouder, maar het aantal jaren dat we in Nederland zonder chronische ziektes leven daalt.”
De cijfers maken indruk op de jongeren. Toch is er ook vertrouwen in de toekomst. “De zorg is een mooi en aantrekkelijk beroep”, stelt een van de aanwezigen. “Het is wel belangrijk dat de voordelen van AI en automatisering ook voor die sector worden aangewend om het werk aantrekkelijk te houden. Als dat niet gebeurt, hebben we een probleem.”
Het rimpeleffect, waarbij een ontwikkeling meerdere gevolgen in gang zet, vormt het tweede thema van de middag. De term werd gemunt door de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS), waarvoor Hilhorst tot voor kort raadslid was. In Amsterdam, het onderzoeksgebied van Hilhorst, woont 60 procent van de 65-plussers in een woning die ongeschikt is voor ouderen. “Bijvoorbeeld op driehoog zonder lift. Dit terwijl het overheidsbeleid erop is gericht om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Er is dus behoefte aan een ander soort woningen, aan woongemeenschappen die het organiseren van activiteiten en het verlenen van zorg door buren en mantelzorgers faciliteren, aan betere voorzieningen, en aan arbeidscontracten die meer zijn afgestemd op mantelzorg.”