Heeft u 1 minuut?
We willen u graag mailen als u een nieuw bericht heeft in MijnABP. Nu sturen we u nog een meldingsbrief. Mailen is sneller en bespaart papier.
Geef uw e-mailadres door via onderstaande button onder Uw voorkeuren.
Beïnvloedingsfactoren dekkingsgraad
De dekkingsgraad is verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen. De dekkingsgraad verandert wanneer het vermogen en/of de verplichtingen veranderen. Er zijn hier verschillende factoren van invloed op.
Op deze pagina
Stijgen en dalen
Wanneer stijgt of daalt de dekkingsgraad? Heel simpel gezegd komt het hierop neer:
- Groeit het vermogen en nemen de verplichtingen af? Dan stijgt de dekkingsgraad.
- Neemt het vermogen af en nemen de verplichtingen toe? Dan daalt de dekkingsgraad.
Er zijn 6 belangrijke factoren die invloed hebben op de dekkingsgraad. Rendement en premie hebben invloed op het vermogen. Levensverwachting en het verhogen en verlagen van pensioenen zijn de factoren die invloed hebben op de verplichtingen. Daarnaast hebben de factoren rente en uitkeringen invloed op zowel het vermogen als de verplichtingen. Alle 6 factoren lichten we hier toe. Onze actuele financiële situatie en de invloed van alle factoren vindt u op ons financieel dashboard.
1. Rendement
Het rendement op onze beleggingen bepaalt of ons vermogen groeit of afneemt:
- Positief rendement zorgt voor groei van het vermogen.
- Negatief rendement zorgt voor afname van het vermogen.
Hoe hoger het rendement, hoe meer het vermogen groeit.
2. Premie
De premie heeft een lichte invloed op de dekkingsgraad. Voor de nieuwe pensioenopbouw in een jaar - waar de premie voor gevraagd wordt - kan ook een dekkingsgraad worden bepaald: de zogenoemde premiedekkingsgraad. De premiedekkingsgraad is de premie gedeeld door de waarde van de nieuwe opbouw als het aan de verplichtingen wordt toegevoegd. Is de premiedekkingsgraad hoger dan de dekkingsgraad? Dan zal de dekkingsgraad licht stijgen. Is de premiedekkingsgraad lager dan de dekkingsgraad? Dan zal de dekkingsgraad licht dalen.
3. Uitkering
Als er een uitkering wordt gedaan dan nemen zowel het vermogen als de verplichtingen met deze uitkering af.
4. Rente
Hoe lager de rente, hoe hoger de verplichtingen. Een deel van de invloed van de rente op de verplichtingen wordt via het vermogen gecompenseerd. Een rentedaling leidt dan ook tot een stijging van het vermogen.
5. Levensverwachting
Hoe hoger de levensverwachting, hoe hoger de verplichtingen.
Iedere twee jaar wordt de levensverwachting bijgesteld.
- Een stijging van de levensverwachting zorgt voor een stijging van de verplichtingen.
- Een daling van de levensverwachting zorgt voor een daling van de verplichtingen.
6. Verhogen of verlagen pensioen
De hoogte van de pensioenen bepaalt voor een belangrijk deel hoe hoog de verplichtingen zijn.
- Als we de pensioenen verhogen (indexatie), stijgen de verplichtingen.
- Als we de pensioenen verlagen, dalen de verplichtingen.
