Ruilen nabestaandenpensioen vóór 1 juli 1999?

Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.

Het probleem: ABP ruilt alleen nabestaandenpensioen opgebouwd vanaf 1 juli 1999

Diana heeft bij ABP nabestaandenpensioen opgebouwd. Door de stijging van de kosten heeft zij elke euro hard nodig. Toen Diana met pensioen ging, koos zij er daarom voor het nabestaandenpensioen te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. ABP gebruikte daarvoor alleen het deel nabestaandenpensioen opgebouwd vanaf 1 juli 1999. Het deel vóór 1 juli 1999 gebruikte ABP niet. De verhoging van het ouderdomspensioen viel voor Diana daardoor lager uit dan verwacht. En daar is zij het niet mee eens.

De situatie: ruilen van nabestaandenpensioen over de periode vóór 1 juli 1999 mag niet

Het opgebouwde nabestaandenpensioen vóór 1 juli 1999 is bij overlijden van Diana voor haar partner. ABP ruilt daarom alleen nabestaandenpensioen opgebouwd vanaf 1 juli 1999. Dat staat zo in het pensioenreglement (PR) voor deelnemers van ABP en dus ook voor Diana. Diana vindt dat ABP rekening moet houden met haar individuele situatie. En wil daarom toch nog ook het deel vóór 1 juli 1999 ruilen voor hoger ouderdomspensioen.

De beslissing: nabestaandenpensioen over de periode vóór 1 juli 1999 hoeft ABP niet te ruilen

De Commissie vindt de tekst in het PR over ruilen van nabestaandenpensioen voor een hoger ouderdomspensioen duidelijk. De sociale partners bepaalden de voorwaarden over het ruilen. En die hebben bewust ervoor gekozen dat ruilen van nabestaandenpensioen vóór 1 juli 1999 niet mag. Men betaalde voor 1 juli 1999 ook geen premie voor een uitruilbaar nabestaandenpensioen. Verder vindt de Commissie dat het uitvoeren van het PR niet leidt tot een onredelijke uitkomst. De Commissie past de hardheidsclausule daarom niet toe. ABP hoeft het nabestaandenpensioen over de periode vóór 1 juli 1999 daarom niet te ruilen.