Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. Er kunnen geen rechten ontleend worden aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.
Het probleem:
Bram vindt dat ABP zijn ouderdomspensioen moet verhogen.
Bram koos ervoor om zijn nabestaandenpensioen te verhogen met zijn ouderdomspensioen. Hierdoor krijgt hij een lager ouderdomspensioen, maar zijn partner een hoger nabestaandenpensioen. Nadat Bram met pensioen ging, is zijn partner overleden. Bram vindt dat zijn keuze teruggedraaid moet worden, zodat hij een hoger ouderdomspensioen krijgt.
De situatie:
ABP verhoogt het ouderdomspensioen niet na het verhogen van nabestaandenpensioen
Bram vindt het niet terugdraaien van het verhogen van nabestaandenpensioen met ouderdomspensioen onredelijk. Het ouderdomspensioen wordt levenslang verlaagd, terwijl zijn partner nooit gebruik zal kunnen maken van het nabestaandenpensioen.
De beslissing:
Volgens het pensioenreglement is het niet mogelijk om de keuze die Bram maakte bij zijn pensioen terug te draaien of ongedaan te maken
De commissie vindt dat deze keuze alleen kan worden gemaakt op het moment dat iemand met pensioen gaat. Deze keuze is onherroepelijk. Dit betekent dat het hogere nabestaandenpensioen niet meer kan worden omgezet naar ouderdomspensioen. Dit staat duidelijk in hoofdstuk 5 van het pensioenreglement. En in meer pensioenopgaves die ABP eerder aan Bram stuurde. Dat de keuze die Bram maakte achteraf nadelig voor hem uitpakte, maakt de situatie niet zo bijzonder dat deze beslissing onredelijk is. En dus ook niet dat deze moet worden teruggedraaid.