Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.
Het probleem:
Nathalie vindt dat ABP de transitievergoeding niet mag aftrekken van haar invaliditeitspensioen
Zij vindt dat het geen inkomen in verband met arbeid is. En ABP de transitievergoeding daarom niet mag aftrekken van haar invaliditeitspensioen. Ziet ABP de vergoeding toch als neveninkomsten? Dan zou ABP deze vergoeding in elk geval op een andere manier moeten aftrekken van het invaliditeitspensioen.
De situatie:
Nathalie is arbeidsongeschikt en krijgt vanaf 1 maart 2010 invaliditeitspensioen
Naast haar invaliditeitspensioen werkte zij ook nog. Haar invaliditeitspensioen was nul. Toen haar arbeidsovereenkomst op 1 augustus 2020 stopte, kreeg ze van haar werkgever een transitievergoeding. ABP neemt deze transitievergoeding nu mee in het beoordelen van de neveninkomsten voor het invaliditeitspensioen. Hierdoor blijft het invaliditeitspensioen van Nathalie nul.
De beslissing:
De Commissie vindt dat de transitievergoeding niet moet meetellen in de neveninkomsten op het invaliditeitspensioen
Dat vindt de Commissie omdat niet duidelijk is of een transitievergoeding volgens het pensioenreglement geldt als inkomen in verband met arbeid. Dit blijkt ook niet uit andere stukken. De transitievergoeding is een eenmalige uitkering die vooral bedoeld is om de overgang naar betaald werk makkelijker te maken. De ontvanger mag zelf bepalen waarvoor hij de vergoeding gebruikt. De Commissie heeft besloten dat ABP het invaliditeitspensioen van Nathalie opnieuw moet berekenen. ABP moet de transitievergoeding dan niet meetellen als neveninkomsten. De Commissie vindt het wenselijk om het pensioenreglement op dit punt duidelijker te maken.
Kijk ook eens in ons pensioenreglement. Daar leest u alle regels in makkelijke taal.