Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.

Het probleem:
Arnold vindt dat hij een nabestaandenpensioen van ABP moet krijgen
Hij vindt dat hij door de informatie in een brief van 2015 van ABP erop mag vertrouwen dat hij een nabestaandenpensioen krijgt nu zijn partner Wim is overleden. Arnold vindt dat ABP hierbij ook mag kijken naar de menselijkheid hierin.

De situatie:
Wim bouwde pensioen op bij ABP tot 1977
Toen de pensioenopbouw van Wim bij ABP stopte, gold de ABP-wet nog. Wim en Arnold trouwden nadat de pensioenopbouw van Wim bij ABP gestopt was. Toen zij trouwden, werkte Wim dus niet meer voor een werkgever die was aangesloten bij ABP. Door de regels in het pensioenreglement had Arnold nooit recht op nabestaandenpensioen. Arnold denkt dat hij door een brief van ABP van 2015 aan Wim, toch recht heeft op een nabestaandenpensioen. Omdat daarin wel een nabestaandenpensioen wordt vermeld.

De beslissing:
De Commissie vindt dat Arnold er niet op mag vertrouwen dat hij een nabestaandenpensioen zou krijgen
Ondanks 1 keer een onjuist bericht in de brief van 2015. De reden hiervoor is de uitgebreide communicatie tussen 1996 en 2004 van ABP aan Wim over dat er geen recht op nabestaandenpensioen was. En de eerdere uitspraak van de Commissie van Beroep in juli 2004. De Commissie besliste toen dat Arnold wel als partner kon worden opgenomen in de administratie. Maar dat er voor hem door de regels in het pensioenreglement geen sprake is van recht op nabestaandenpensioen.

Kijk ook eens in ons pensioenreglement. Daar leest u alle regels in makkelijke taal.