Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.
Het probleem:
Jack vindt dat ABP zijn pensioen niet mag verlagen
Jack begrijpt ook niet waarom deze verlaging minder wordt zodra zijn huidige partner AOW krijgt. Daarnaast vindt hij dat ABP hem beloofde dat zijn pensioen niet wordt verlaagd als hij kan bewijzen dat zijn ex-partner tegelijk met hem pensioen opbouwde voor 1995.
De situatie:
Jack en zijn partner gingen een geregistreerd partnerschap aan
Hierdoor krijgt Jack van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een AOW-uitkering voor gehuwden. ABP verlaagt het pensioen dat Jack opbouwde tot 1 januari 1995. ABP berekent het pensioen tot die datum nu vanuit de gehuwden AOW. Hierdoor wordt het ABP-pensioen lager. Wel kan Jack een aanvulling op zijn pensioen krijgen als zijn partner de AOW-leeftijd bereikt. En als zij tegelijk met hem pensioen opbouwde (aanvulling samenvallende diensttijd). Jack stelde hierover vragen via een chatbericht. Hij begreep uit de antwoorden dat hij een aanvulling samenvallende diensttijd met zijn ex-partner kon krijgen. Jack vindt dat hij gerechtvaardigd mag vertrouwen op deze belofte van ABP. En dat ABP zijn pensioen niet moet verlagen.
De beslissing:
De Commissie vindt dat ABP niet de verwachting wekte dat zijn pensioen verhoogd zou worden
De Commissie stelt vast dat ABP het pensioen van Jack terecht verlaagde, omdat hij de AOW voor een gehuwde krijgt. De Commissie vindt dat ABP Jack geen verkeerde informatie gaf in het chatbericht. Wel had de medewerker van ABP eerder kunnen zeggen dat Jack geen aanvulling op zijn pensioen kan krijgen door samenvallende tijd met zijn ex-partner. De Commissie vindt dat Jack er hierdoor niet op mocht vertrouwen dat hij een hoger pensioen zou krijgen.
Kijk ook eens in ons pensioenreglement. Daar leest u alle regels in makkelijke taal.