Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.
Het probleem:
Claudia vindt dat ze recht heeft op premievrije pensioenopbouw tijdens haar WAO-uitkering
Ze denkt dat er in 1988 fouten zijn gemaakt waardoor ze geen premievrije pensioenopbouw kreeg tijdens haar WAO-uitkering. Claudia vindt dat ABP haar had moeten melden dat ze een invaliditeitspensioen en premievrije pensioenopbouw kon aanvragen. Ze vraagt een schadevergoeding aan de Commissie.
De situatie:
Er is nooit een pensioenkeuring en invaliditeitspensioen voor Claudia aangevraagd
Ze bouwde pensioen op volgens de ABP-wet tot 18 juli 1988. Zij of haar ex-werkgever had een verzoek tot een geneeskundig onderzoek bij ABP moeten aanvragen. Alleen dan had ze een invaliditeitspensioen en een premievrije pensioenopbouw kunnen krijgen. Nu dit niet is gebeurd, kon ABP ook geen beslissing nemen over een eventueel recht op invaliditeitspensioen. Ze kreeg vanaf december 1989 een WAO-uitkering. Recht op pensioenopbouw bij ABP bestond alleen als ze recht had gehad op een invaliditeitspensioen.
De beslissing:
De Commissie vindt dat ABP nu niet meer mag beslissen over het recht op invaliditeitspensioen via de ABP-wet
De wetgever legde bij de privatisering van ABP in 1996 vast dat ABP geen beslissingen mag nemen over (nieuwe) rechten zoals een invaliditeitspensioen over de tijd voor 1996. Ook vindt de Commissie dat ABP in de tijd dat Claudia ziek werd en een WAO-uitkering kreeg, nog geen informatie- of zorgplicht had. De informatie over pensioen liep toen via de werkgever. Werkgevers waren bekend met de aanvraag van een pensioenkeuring. Haar ex-werkgever vroeg deze alleen nooit voor haar aan. Omdat ABP geen informatieplicht had, kan er ook geen sprake zijn van schending van een informatieplicht. En dus is er ook geen recht op een schadevergoeding.
Kijk ook eens in ons pensioenreglement. Daar leest u alle regels in makkelijke taal.