Hoorrecht

Er geldt een wettelijk hoorrecht voor verenigingen van gepensioneerden en voor verenigingen van voormalige deelnemers van pensioenfondsen. Deze verenigingen krijgen de mogelijkheid om aan sociale partners een oordeel te geven over het voorstel hoe de huidige pensioenen worden omgezet naar de nieuwe regels van de Wet toekomst pensioenen. Ook de Pensioenkamer van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP) heeft invulling gegeven aan dit hoorrecht.

Verenigingen van gepensioneerden en voormalige deelnemers kunnen hun stem laten horen

Op 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen in werking getreden. Sociale partners (werkgeversorganisaties en vakbonden) in de Pensioenkamer spreken af hoe deze overstap plaatsvindt. Deze afspraken leggen ze vast in een ‘Transitieplan’. Voor verenigingen van gepensioneerden en voor verenigingen van voormalige deelnemers geldt er een wettelijk hoorrecht, zodat zij hun stem kunnen laten horen. Hier staat een lijst met voorbeelden van belangenverenigingen die betrokken zijn bij de overheid en het onderwijs. 

De Pensioenkamer heeft invulling gegeven aan het wettelijke hoorrecht door eind maart 2024 hoorzittingen te organiseren. Bij deze hoorzittingen werd samengewerkt met sociale partners van het SOD (Sectoroverleg Defensie).

Lees hier het complete concept-transitieplan. Er is ook een samenvatting.

Voorwaarden aan verenigingen

Verenigingen die gebruik wilden maken van het hoorrecht, moesten aan bepaalde wettelijke eisen voldoen:

  • Het moeten verenigingen zijn met een volledige rechtsbevoegdheid.
  • In hun statuten moet staan dat zij de belangen van gepensioneerden en/of voormalige deelnemers bij het fonds behartigen.
  • Zij moeten minimaal 1.000 gepensioneerden of voormalige deelnemers vertegenwoordigen. 

Melden bij de Pensioenkamer

De verenigingen konden zich melden bij de Pensioenkamer. Die keek of zij voldeden aan de eisen. Onderstaande verenigingen maakten eind maart 2024 gebruik van het hoorrecht: