Bekend met pensioen: Boris van der Ham

‘Je denkt te makkelijk: het is nog ver weg’
3 oktober 2022

Met pensioen gaan: de een droomt ervan en de ander wil er liever nog niet aan denken. Welke keuze maken bekende Nederlanders? In deze serie laten we ze aan het woord. In deel 14 bestuurder, acteur en voormalig volksvertegenwoordiger Boris van der Ham. “Ik ben slordig geweest met het sparen voor mijn pensioen.”

U bent 49 jaar oud. Staat pensioen nog ver van u af?

“Over 17 jaar ga ik met pensioen. Dat is mijn pensioenleeftijd. Dus dat is een periode die je steeds meer kan overzien zeg maar. Het is niet helemaal ver weg.”

Vindt u ouder worden lastig?

“Tja, lastig zijn de kleine beperkingen die zich openbaren. Sommige dingen gaan trager. Maar ik voel me vrij jong. Ik heb jonge kinderen en een relatief jonge geliefde. Dat houdt me jong. Ik heb sowieso veel plannen, dus ik ben niet iemand die de boel aan het afsluiten is.”

Als we dan toch vooruitblikken. Waar staat u over 10 jaar?

“Ik ben bestuurder bij verschillende organisaties: in de zorg, het onderwijs, cultuur en het bedrijfsleven. En tot een poosje geleden was ik ook voorzitter van het Humanistisch Verbond, een levensbeschouwelijke organisatie. Ik wil heel graag diversiteit handhaven in mijn werk, omdat alles met elkaar te maken heeft en alles op elkaar inwerkt. Om maar een voorbeeld te noemen: ik ben voorzitter van de Vereniging Gehandicaptenzorg in Nederland, maar ook van de afval- en recyclingbranche. Dat lijkt niks met elkaar te maken te hebben. Maar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen soms mooi werk vinden in bijvoorbeeld de recycling. In het onderwijs is cultuur van grote waarde als het gaat om het overdragen van waarden van goed samenleven. Zo komen cultuur, onderwijs en mijn humanistische waarden weer bij elkaar. Ik vind dat heel interessant. Ik noem mezelf een lapjeskat. Dat is 1 beest, maar de lapjes staan symbool voor alles wat ik doe. Het kan best zijn dat ik de komende jaren meer de bestuurlijke kant op ga, of juist meer de artistieke kant. Daar ben ik nog niet uit. Ik ben daarnaast vooral ook vader van 2 kinderen en ik heb een geliefde. Ik zet het lapjeskatbestaan zeker voort, en dat alles bij elkaar is een heel belangrijk onderdeel van de vacht.”

Spaart u voor later?

“Ik heb een huis. Dat is een investering waarvan ik denk dat ik het later in geld kan omzetten. Of waar ik geld mee kan besparen. Daarnaast ben ik begonnen aan pensioensparen. In de periode dat ik kamerlid was heb ik een stuk pensioen opgebouwd bij ABP. Hoewel mijn bestuursfuncties vaste ‘banen’ met een termijn van minimaal 4 jaar zijn, doe ik die functies wel via een zzp-constructie. Ik heb het voorrecht dat ik best een mooi inkomen heb. Maar dat ik slordig spaarde voor mijn pensioen, maakte mij wel onrustig. Ik heb best een pensioengat. Ik ben nu aan het proberen om dit in te halen. Het is belangrijk om van de facturen die je als zzp’er verstuurt, een percentage opzij te zetten voor je pensioen. Daarbij maakt het niet uit of je een veelverdiener bent, een middeninkomen hebt of een bescheiden inkomen ontvangt. Toch vergeten veel zzp’ers dat. Zelf heb ik het een paar jaar ook niet gedaan. Je denkt te makkelijk: het is nog ver weg. Ik vind het belangrijk dat we mensen meer bewustmaken, en misschien wel verplichten, om een deel van het zzp-inkomen apart te zetten voor later. Ik denk dat die vorm van lichte betutteling gewoon keihard nodig is.”

Heeft u tips voor mensen die (binnenkort) met pensioen gaan?

“Ik zou het mooi vinden als in cao’s meer afspraken worden gemaakt over de begeleiding van mensen bij wat ze willen na hun pensioen. Daar moet je niet een maand voordat je met pensioen gaat mee beginnen. Dat gebeurt best vaak, omdat mensen het eng vinden om erover na te denken. Terwijl het zo belangrijk is. Het gaat er niet alleen om dat je het financieel goed hebt, maar ook mentaal. Hoe geef je zin aan je leven? Bovendien heeft de maatschappij ook actieve ouderen nodig. Verenigingen en stichtingen hebben vrijwilligers nodig. Maar ouderen zijn ook nodig als betaalde krachten, bijvoorbeeld in de zorg en het onderwijs. Dus help mensen die willen doorwerken. Dat doen ze misschien in een minder hoog tempo en op andere plekken, maar dat is prima. Zorg dat ook ‘gepensioneerden’ mee kunnen doen.”