ABP verhoogt de pensioenen van gepensioneerden en mensen die werken of hebben gewerkt bij de overheid of in het onderwijs. Om te bepalen hoeveel ABP de pensioenen kan verhogen, kijkt ABP naar de financiële positie op 31 oktober en naar de prijsstijging van het afgelopen jaar. Om de hoogte van de prijsstijgingen te bepalen, kijken we, zoals altijd, naar de periode van 1 september (2024) tot 1 september (2025). De prijsstijging was toen 2,84% volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Sommige pensioenfondsen gaan op 1 januari 2026 over naar de nieuwe regels voor pensioen. Deze fondsen verhogen mogelijk ook de pensioenen. Deze verhogingen hebben te maken met de verdeling van het totale pensioenvermogen vanwege de overstap naar de nieuwe regels. Dit staat los van de stijging van de prijzen.

Vanwege de overstap naar de vernieuwde pensioenregeling in 2027 mag ABP gebruikmaken van de soepelere regels van de overheid. Dat kan doordat we gebruikmaken van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), die de regels voor indexatie versoepelt. Daarbij moeten zowel de actuele dekkingsgraad als de beleidsdekkingsgraad (de gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen 12 maanden) hoger zijn dan 105%. Met een actuele dekkingsgraad van 123,6% en een beleidsdekkingsgraad van 116,2% eind oktober voldoet ABP daar ruimschoots aan. Bij volledige indexatie daalt de actuele dekkingsgraad van ABP van 123,6% naar 120,2%. Daarmee houdt ABP naar verwachting voldoende geld in kas om op een verantwoorde manier over te gaan.

Ook stelde ABP de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen in 2026 vast. De premie blijft met 27,1% nagenoeg gelijk. Dit was 27,0% in 2025. Werkgevers betalen 70% van de premie, werknemers 30%. De premie voor militairen, die een eigen pensioenregeling hebben bij ABP, daalt van 24,3% naar 24,0%. Het Verantwoordingsorgaan adviseerde positief over dit tweeledige besluit van het ABP-bestuur.