In ons land zijn er 3 manieren om pensioen op te bouwen. Allereerst krijgt iedereen die in Nederland woont of werkt AOW van de overheid. Alle werkenden betalen de AOW-premies van de gepensioneerden van nu. Daarnaast kunnen medewerkers pensioen opbouwen via hun werkgever als deze een (verplichte) pensioenregeling heeft. Tenslotte kan iedereen zelf belastingvrij sparen voor pensioen.

In Nederland komen er nieuwe regels voor pensioen. Lees hier meer daarover.

Cijfers:
AOW alleenstaand: € 1.458,15
AOW getrouwd/samenwonend per persoon: € 993,16
Gemiddeld aanvullend pensioen in 2017 volgens het CBS: was dit ongeveer gelijk aan de hoogte van de AOW-uitkering
Pensioenleeftijd in 2028: 67 jaar en 3 maanden

Onze Oosterburen hebben een gemengd pensioenstelsel. Daarbij zijn er 2 onderdelen waarbij werkenden rechtstreeks betalen voor het pensioen van de gepensioneerden van vandaag. Het eerste onderdeel is een pensioen dat wordt berekend op basis van het aantal gewerkte jaren en het gemiddelde salaris. Als iemand meer jaren werkt, heeft die meer pensioenpunten opgebouwd. En dan neemt het pensioenbedrag toe.

Het tweede onderdeel is een minimumpensioen op laag niveau. Dit is een veiligheidsnet voor mensen die weinig of niet hebben gewerkt. Daarnaast sparen Duitsers bij hun bedrijfstak- of ondernemingspensioenfonds verplicht een aanvullend pensioen. Daarbij sparen de werkenden voor hun eigen pensioen.

Cijfers:
Gemiddelde pensioen overheidspensioen: € 1.200
Gemiddeld pensioen aanvullend pensioen via werkgever: € 400
Pensioenleeftijd in 2029: 67 jaar

In la douce France is het pensioenstelsel ook gebaseerd op een systeem waarbij de werkenden van nu betalen voor de gepensioneerden van nu. Gepensioneerden krijgen het pensioen van de overheid. De personen die meer geld verdienen, betalen ook meer premies. Een Fransman die 2 keer het gemiddelde loon verdient ontvangt bij pensioen 64,4% van het inkomen. Terwijl iemand die gemiddeld verdient 73,6% ontvangt.

Bij een groeiende groep gepensioneerden en een dalende groep werknemers is het pensioenstelsel niet meer betaalbaar. De overheid moet flink bijleggen. Het kost Frankrijk 14% van het bbp (bruto binnenlands product). Daardoor onderneemt Frankrijk actie. Ondanks flinke protesten verhoogt het land de pensioenleeftijd langzaam van 62 naar 64 jaar in 2030.

Cijfers:
Gemiddelde uitkering man: € 1.667
Gemiddelde uitkering vrouw: € 1.050
Gemiddelde uitkering van inkomen: 73,6%
Pensioenleeftijd in 2030: 64 jaar

Spanjaarden krijgen de hoogste pensioenuitkering van Europa. Zij ontvangen gemiddeld 90% van hun verdiende loon aan pensioen. Een Spanjaard moet minimaal 15 jaar premie hebben betaald om een pensioenuitkering te krijgen. Ze krijgen dat van de overheid. En ook hier betalen de werkenden rechtstreeks het pensioen van de gepensioneerden van vandaag.  

Net als in de andere landen vergrijst Spanje. Er komen steeds minder jongeren die premie betalen en steeds meer ouderen die pensioen ontvangen. Dit maakt dit pensioensysteem onbetaalbaar. Het Spaanse stelsel wordt aangepast. Zo maakt de overheid prepensioen minder aantrekkelijk en schroeven zij de pensioenleeftijd omhoog.

Daarnaast beloont Spanje werknemers die doorwerken. Bij elk extra werkjaar ontvangt men 2% als ze tussen de 15 en 25 jaar premie hebben afgedragen. Tussen de 25-37 jaar premieafdracht stijgt het naar 2,75%. En als iemand nog langer premie betaalde, stijgt het premiebedrag met 4% per extra werkjaar.

Cijfers:
Gemiddelde uitkering van inkomen: 86,7%
Pensioenleeftijd in 2027: 67 jaar