Jongeren leven nu. Toch zijn ze uitstekend in staat om verder vooruit te kijken. Om mee te praten over het grote plaatje. Over het Nederland van vandaag - en over de toekomst waarin ze zichzelf zien opgroeien. Ze vragen zich hardop af, of zij later net als de huidige beleidsmakers ook last zullen hebben van korte termijn visie. En of we niet ook een Ministerie van Toekomstzaken nodig hebben. Zodat jongeren structureel inspraak krijgen bij besluiten die hun toekomst raken.
Eigenlijk is dat precies waarom ABP in The Future Talks in gesprek gaat met jongeren. Zodat hun dromen en zorgen mee worden gewogen op de bestuurstafel van het pensioenfonds. Op de eerste themabijeenkomst op 24 april 2024 in Amsterdam schoven 14 jongeren aan. Ze zijn allen bestuurslid van, of in een andere rol betrokken bij CDJA, Jonge Democraten, JOVD, Jonge Socialisten, SGP-jongeren, FNV Young & United, CNV Jongeren, JongAWVN, NJR/SER-Jongerenplatform, JongOCW, en Amnesty International.
Ambities vs. zorgen
Gevraagd hoe zij zichzelf over tien jaar zien, komen al snel de ambities en zorgen van hun generatie tot leven. Hun ambities voelen dubbel: ze willen sociaal betrokken zijn én het goed geregeld hebben voor zichzelf. ‘Ik wil iets goeds doen voor de wereld, maar ook een Audi’, vertelt een van hen. Komt het omdat ze zijn opgegroeid in allerlei crises, dat ze geneigd zijn om het eerst goed voor zichzelf te regelen? De interne tweestrijd is bijna voelbaar, als jongeren aan het ABP-bestuur uitleggen waar hun balans ligt tussen maatschappelijke betrokkenheid en individuele behoeften. Want ze willen graag meer aandacht voor maatschappelijk relevant werk, voor mantelzorg en voor essentiële banen, zoals in onderwijs en zorg. Tegelijkertijd blijkt status voor deze generatie ook belangrijk. En geld verdienen, ‘al was het maar om ergens te kunnen wonen’.
Van crisis naar crisis
Kimberley Snijders, voorzitter van de Nationale Jeugdraad van de SER, vertelde hoe een derde van de jongeren zich veel zorgen maakt over de toekomst. Vooral over de woningmarkt en over sociale cohesie. Ze vraagt zich hardop af in hoeverre haar generatie hierbij wordt beïnvloed door crises. Immers, ze zijn geboren rond 9/11, groeiden op tijdens de financiële en economische crisis en studeerden tijdens een pandemie. Ze kijken met zorg naar de uitdagingen op het gebied van vergrijzing, klimaat, digitalisering en de politieke wereldorde. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden moet Nederland de regie nemen en daarbinnen ook regie geven aan jongeren. Dat vraagt om een blik van politici en andere beleidsmakers, die meer op de toekomst is gericht.
Wat willen jongeren dan?
Hoe ze die zelf voor ogen hebben? In hun ideale toekomst doen ze werk dat ook echt maatschappelijk loont. En gaat brede welvaart boven economische groei, en is er aandacht voor gezond eten, sporten en beschikbare GGZ. Mensen wonen dan in gemeenschappen, op 10 minuten van bos en natuur. Het OV is volop aanwezig, snel en betaalbaar. Nieuwe woningen worden circulair gebouwd; er is geen fast fashion meer en het onderwijs is op maat. Daarnaast zijn er veel fysieke plekken om elkaar tegen te komen. Om dit te bereiken, moeten politici werken aan een lange termijnstrategie. Eentje waarin ook de stem van jongeren structureel wordt geborgd. Het bedrijfsleven kent dit al, en ook maatschappelijk zijn er dit soort initiatieven. Misschien kan een Ministerie van Toekomstzaken zorgen dat politici zich meer op de lange termijn richten? En dat jongeren zich daardoor meer gehoord voelen.
Dik, lui en ontevreden
Jongeren erkennen hoe lastig het is om zo’n lange termijnvisie te vormen op de thema’s die tijdens deze bijeenkomst centraal stonden: brede welvaart en vergrijzing. De donut economie komt al snel op tafel, waarbij de economie naast de samenleving gelegd wordt. De binnenste ring van de donut is het sociale minimum (lonen, wonen, zorg, etc.). De buitenste ring is het maximale beslag dat de economie mag leggen op de planeet. Want economische groei gaat vaak ten koste van iets. In Nederland is dit vaak goed geregeld (minimumloon, milieuregels) én we hebben een goede positie in de wereld. Maar naast een sterk handelsland zijn we ergens als land ook dik, lui en ontevreden, vinden de jongeren.
Middenveld brengt meer balans
Bij brede welvaart past ook een betere economische balans, met ‘de polder’ als basis. Brede, maatschappelijke organisaties moeten zorgen voor overeenstemming. Het liefste zouden zij dit aan de Tweede Kamer als volksvertegenwoordiging vragen, maar die mist door verkiezingen en formatietijd wel daadkracht. Het maatschappelijk middenveld zorgt voor continuïteit en kan ook concrete invulling geven aan het beleid dat door politici wordt bepaald. Jongeren waken daarbij voor het maken van de juiste keuzes: economische groei gaat immers altijd ten koste van wat anders.
Vergrijzing aanpakken met lef
Tijdens dit discussiepunt werden jongeren het snel eens dat de uitdaging tot 2050 voelbaar zal zijn, vooral op het gebied van arbeidsmarkt, zorg, sociale zekerheid en sociale samenhang. Daarbij kwamen al snel concrete voorstellen en ideeën op tafel, los van nóg langer doorwerken en minder parttime. Zo zien jongeren wel iets in het stimuleren van mantelzorgen met een 80/90/100-regeling. Je werkt dan 80%, krijgt 90% van je loon en bouwt 100% pensioen op. Een andere probleem is de krapte bij essentiële beroepen. Om die tegen te gaan, zouden deze beroepen in de zorg en het onderwijs beter beloond mogen worden. Bijvoorbeeld door een prijsprikkel waardoor mensen van sector of baan veranderen. In dit verband werd ook topeconoom Mariana Mazzucato aangehaald. Zij vindt dat we de problemen van deze tijd, zoals stagnerende economische groei, klimaatverandering en toenemende ongelijkheid, met hetzelfde lef te lijf moeten gaan als toen ruim vijftig jaar geleden de mens naar de maan ging.
Knuffelrobots
Kijkend naar de sociale samenhang in het licht van de vergrijzing, bleek dat veel jongeren wel heil zien in de opkomst van ‘zorgzame buurten’. Met als aanvullende ondersteuning allerlei zorg-innovaties zoals beeldschermzorg, slimme sensoren voor thuiswonende mensen met dementie, interactieve knuffelrobot, medicijndispensers met controle op afstand. Het zou volgens de jongeren een interessante belegging voor ABP kunnen zijn. Ook al zou dit misschien een meer risicovollere belegging zijn, dan tot nu toe gebruikelijk is. Het gaat erom dat het daar impact heeft waar het nodig is.
Hoe nu verder?
Een van de jongeren vroeg - terecht - naar terugkoppeling van de themabijeenkomst. ‘Discussiëren is goed, maar wat doen jullie met onze inzichten?’ Volgens ABP-bestuurslid Vandena van der Meer-Gangapersadsing had een eerder gesprek met jongeren al geleid tot een kleine maar essentiële toevoeging aan het duurzaam en verantwoord beleid van ABP. ‘Dus wij slaan de uitkomst van deze gesprekken wel degelijk op en vertalen het ook in beleid. Het is aan ons om dit gestructureerd aan jullie terug te geven.’ Bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen blikt op de dag terug in zijn blog en prijst de jongeren om hun betrokkenheid. 'Ze zijn pragmatisch en zelfkritisch. Ze willen graag zelf een onderdeel van de oplossing zijn en dat merkte ik vandaag.'
Het gesprek krijgt een vervolg tijdens de tweede themabijeenkomst in Amsterdam. Mogelijke onderwerpen zijn dan: veiligheid en defensie, mensenrechten, maatschappelijke betrokkenheid, leven na economische groei, vrijwillige inzet.