Hoogleraar Gert-Jan Nabuurs met promovendi in het bos

'We moeten natuur meer de ruimte geven'

Natuur en biodiversiteit
28 juni 2023

Het gaat misschien slecht, maar biodiversiteit ís te herstellen, weet buitengewoon hoogleraar Rob Alkemade. Met verrassend kleine oplossingen en door meer mét de natuur te werken in plaats van er tegenin. Dat levert ook nog eens winst op andere vlakken op.  

Rob Alkemade is buitengewoon hoogleraar Biodiversity and Ecosystem Services Modelling aan Wageningen University and Research (WUR). Zijn onderzoek houdt in dat hij samen met anderen een model (GLOBIO) ontwikkelt voor biodiversiteit. “In dit model stop je heel veel verschillende data over biodiversiteit en ‘drukfactoren’ zoals landgebruik of klimaatverandering. Je kunt er dan uiteindelijk mee voorspellen hoe de biodiversiteit zich in een regio ontwikkelt.” Vanuit zijn werk ziet Rob dat de natuur en biodiversiteit over de hele wereld onder druk staan. “Natuurlijk gaat het niet overal even slecht, maar over het algemeen neemt het aantal soorten planten en dieren af. Dat is een slechte zaak, want hoe meer natuur we hebben, hoe beter bestand wij als mensen zijn tegen ziekten, misoogsten, vervuiling en klimaatverandering." Maar van al die minnen zijn wel degelijk plussen te maken. “Met relatief eenvoudige ingrepen kun je al op heel veel plekken soorten terugbrengen.”

Op wat voor eenvoudige manieren kun je biodiversiteit dan vergroten?

“Door vooral te zorgen voor meer en diverser groen. We zouden het moeten aandurven om de natuur meer de ruimte te geven. Dat kun je in de stad doen, maar ook in landbouwgebied. De laatste jaren zie je bijvoorbeeld langs akkers steeds meer ‘vegetatiestroken’ met wilde planten en bloemen. Dat trekt niet alleen heel veel nieuwe insecten en dieren aan, het heeft ook als voordeel dat die aangetrokken dieren plaagdieren bestrijden. Er komen bijvoorbeeld lieveheersbeestjes in de planten van die stroken. Die eten weer de bladluizen op die anders de gewassen van de boer aanvreten. Dat scheelt een boer weer geld. Zijn opbrengst kan op peil blijven en hij heeft minder bestrijdingsmiddelen nodig.”

Hoogleraar Esther Turnhout
We moeten weer leren mét de natuur te werken, in plaats van ertegenin.
— Rob Alkemade

Zie je dat vaker, dat maatregelen om de natuur te helpen ook andere nuttige effecten hebben?

“Natuur en biodiversiteit zijn met veel zaken verbonden. Wij voelen dat misschien niet meer zo, maar ze hebben ontzettend veel invloed op ons en de zaken om ons heen. Neem bijvoorbeeld de stad. Grote stenen en betonnen oppervlakken worden ontzettend warm in de zomer. Zo is het in een stad gemiddeld 5 graden warmer. Met de klimaatverandering wordt die ‘hittestress’ alleen maar erger. Er is onderzoek waaruit blijkt dat planten nog beter dan we al dachten die hitte kunnen verminderen. Met meer groen is een stad een stuk leefbaarder te maken. Nog los van het psychologische effect dat groen op mensen heeft. Hetzelfde geldt voor een ander gevolg van klimaatverandering: grote hoeveelheden regen in korte tijd. Groenstroken, bomen en wadi’s, een soort groene greppels, kunnen dat water sneller afvoeren en daarmee het riool ontlasten. De aanleg van dit groen is niet gratis, maar ze leveren meer op dan we wel eens denken.”

Maar helpt een groenstrook ook tegen de grote bedreigingen, zoals luchtvervuiling of klimaatverandering?

“Het is natuurlijk niet dé oplossing. We moeten die grote bedreigingen zo snel mogelijk aanpakken, zoals afgesproken in nationale wetgeving en internationale verdragen. Maar ik ben ervan overtuigd dat elk stukje groen helpt. Dat kun je vandaag al doen door de tegels uit je tuin te halen. Want hoe je het ook wendt of keert, we zijn gewoon onderdeel van de natuur. En we moeten weer leren mét de natuur te werken, in plaats van ertegenin. Nieuw onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat als de biodiversiteit groot is, en dat als er bijvoorbeeld sprake is van een rijk bodemleven, je veel minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen nodig hebt. Veel plagen komen immers uit de grond en die hou je onder de duim met schimmels, wormen en insecten. En schimmels en bacteriën geven planten voedingsstoffen. Dat is op zich niets nieuws. Ik ben een tuinderszoon en weet niet beter dan dat mijn vader altijd een handje aarde pakte om te kijken hoeveel leven erin zat. Die inzichten moeten we weer gaan gebruiken.”

Wat zou er volgens u moeten gebeuren om biodiversiteit en natuur echt te herstellen?

“Geef de natuur meer ruimte. Ik sprak laatst een aantal mensen die zich ontzettend zorgen maken om de 60 wolven in Nederland. Maar niemand die zich zorgen maakt over hoe we met de 17 miljoen mensen hier moeten omgaan. De verhouding is scheef. De natuur wat meer voorrang geven, maakt de hele wereld een stuk leefbaarder en gezonder. Dat gaat niet vanzelf. Daar zijn investeringen voor nodig. De overheid doet er lang over, dus misschien kunnen grote investeerders het goede voorbeeld geven. Want als je als boer over wil stappen op een biologisch, of ecologisch landbouwbedrijf, dan kost het jaren voordat de biodiversiteit in de bodem terug is. In de tussentijd heb je niet veel opbrengst. Het zou goed zijn als investeerders in de bres springen en helpen meer natuur ook echt mogelijk te maken.”

ABP wil zorgen voor een goed pensioen in een leefbare wereld. Daarom gaan we het belang van natuur en biodiversiteit sterker laten meewegen in onze beleggingen. In een serie artikelen vertellen we meer over dit thema, hoe biodiversiteit te verbeteren is en wat de financiële waarde is van natuur en biodiversiteit. Dit is het tweede deel in die reeks.