4 generaties geld én pensioen

11 januari 2023

Hij staat op het punt om zijn boek ‘4 generaties geld’ af te ronden. Oud-hoogleraar Jaap Koelewijn schrijft hierin ook over pensioen. Het toeval wil dat 4 generaties Koelewijn ABP-deelnemer zijn (of waren). “Mijn vader heeft niet willen weten dat hij een enorm lot uit de loterij heeft gekregen met zijn pensioen.”

Ruim 250 pagina’s telt het boek dat in maart moet verschijnen. Je kunt het zien als een geschiedenisboek over geld in de 20e en begin 21e eeuw. Het gaat onder andere over globalisering, de crisis op de woningmarkt en verschillende beurscrises. Maar ook de lage rente, de komst van de euro en de vergrijzing. De auteur blikt ook vooruit. Al was het maar om zijn 3 kinderen duidelijk te maken waar ze rekening mee moeten houden om de onzekerheden van de toekomst het hoofd bieden. 

De kredietcrisis en de lage rente

Jaap Koelewijn herinnert zich dat hij zijn kinderen in 2008 moest uitleggen dat er banken failliet gingen. En wat dat betekende. Dat was aan het begin van de kredietcrisis. Zijn toen 8-jarige dochter vroeg of haar opa’s en oma’s nog wel hun pensioen zouden krijgen. Koelewijn: “De pensioenfondsen kwamen in 2008 in een perfecte storm terecht. De dekkingsgraden stortten opnieuw in.”

Dat kwam onder meer doordat de beleggingen van de fondsen fiks daalden door de crisis. Maar ook de lage rente speelde ze parten. “Het vooruitzicht is dat jullie (zijn kinderen red.) nog lang moeten leren leven met een lage rente.”

Meer geld in kas voor pensioenverplichtingen

De rente is (nu nog) een belangrijke factor bij het bepalen van de hoogte van de dekkingsgraad van pensioenfondsen. En die dekkingsgraad zegt weer veel over hoe financieel gezond pensioenfondsen zijn. Bij een lage dekkingsgraad moeten fondsen meer geld in kas houden. Het zet met andere woorden een rem op de hoogte van de pensioenen. 

De verschillende generaties en pensioen

In een toelichting op het boek vertelt Jaap Koelewijn dat de verschillende generaties binnen zijn familie heel verschillend tegen pensioen aankeken.  “Mijn opa’s zagen pensioen als een gunst. Mijn vader als een recht. Voor mezelf denk ik: er wordt voor me gezorgd, maar ik moet ook zelf dingen doen. En ik denk dat het voor mijn kinderen volledig hun eigen verantwoordelijkheid wordt.”

jenny bakt een taart

ABP 100 jaar

Zijn beide opa’s traden niet lang na de oprichting van ABP toe tot het fonds. In respectievelijk 1923 en 1929 werden ze deelnemer. “Mijn opa Jacob Koelewijn verhuisde van Bunschoten-Spakenburg naar Amsterdam, waar hij bij de politie ging werken. Mijn andere opa trok een paar jaar later vanuit Zuidwest Friesland naar Amsterdam. Ze wilden beiden een beter bestaan opbouwen. Ze werden van boeren en vissers - zonder enige regeling - opeens mensen die een huis van de gemeente kregen, pensioen gingen opbouwen en een ziektekostenverzekering van de overheid ontvingen. Daardoor werd ongelooflijk veel onzekerheid uit hun bestaan weggenomen.”  

Niet rijk, maar wel meer zekerheid

Het was volgens Jaap Koelewijn geen rijk bestaan voor zijn grootouders. Als eenvoudige gemeenteambtenaar en als politieagent ontvingen ze geen geweldige salarissen. “Maar ze hebben zich erdoorheen geslagen en mijn oma is 83 geworden. Ze is altijd heel dankbaar geweest voor het pensioen dat ze ontving en de verzekering die ze had. Als er weer eens gebeden werd, dan bedankte ze ook voor het mooie pensioen.” 

De vader van Jaap Koelewijn ging in 1948 bij de gemeente Amsterdam werken. Hij ging na ruim 40 dienstjaren met de VUT. In 1989 kon je nog met prepensioen. Hij heeft een enorme carrière gemaakt bij de overheid, maakte flinke stappen in zijn salaris en kon ook nog eens rekenen op een eindloonregeling. Dat betekende dat zijn pensioen was gebaseerd op zijn laatstverdiende loon. “ABP had destijds een welvaartsvaste regeling en het pensioen werd indertijd ook volledig geïndexeerd. Toen dat niet meer gebeurde, is hij daar buitengewoon boos over geworden.”

Volgens Jaap Koelewijn heeft zijn vader niet willen weten dat hij een enorm lot uit de loterij heeft gekregen met zijn pensioen. “Daar hebben we pittige discussies over gevoerd. Dat hij 88 is geworden is ook te danken aan de medische vooruitgang. Hij had diabetes. Hij heeft ook veel langer geleefd dan volgens de statistieken toen verwacht werd.”

‘Ik heb een eigen potje’

Los van de lage rente is er nog iets waar pensioenfondsen rekening mee moeten houden. We worden gemiddeld veel ouder dan de generatie van de opa’s van Jaap Koelewijn. “Mijn grootouders bouwden over een periode van 40 jaar voor ruwweg 10 jaar pensioen op. Mijn vader heeft 29 jaar van zijn pensioen kunnen genieten.”

De voormalig hoogleraar en beleggingsanalist Jaap Koelewijn staat zelf op de drempel van een nieuw bestaan als gepensioneerde. Hij ontvangt sinds deze maand AOW. Daarnaast krijgt hij pensioen van de AFM en van ABP. “En ik heb ook nog een eigen potje, dus extra geld opzijgezet. Plus ik besloot goedkoper te gaan wonen. En dat is geen onverstandige beslissing.”

4e generatie

Ook zijn oudste zoon Willem bouwt pensioen op bij ABP. Zijn 2 andere kinderen studeren nog. “Ik geef wel eens het volgende voorbeeld. Jongeren die nu gaan werken, die werken sowieso ruim een dag in de week voor hun pensioen. Als er over arbeidsvoorwaarden gepraat wordt, hebben ze het over de leaseauto en de thuiskostenregeling.”

Maar vragen over pensioen stellen ze niet, volgens de auteur van ‘4 generaties geld’. “Er komt een nieuw pensioenstelsel en daardoor moeten ook jongeren over allerlei dingen gaan nadenken. Bijvoorbeeld over de vraag hoe risicovol je wilt beleggen en of je partnerpensioen wilt hebben. Dat zijn allemaal vragen die op hun pad komen. Er zou meer aandacht moeten zijn voor financiële educatie en wat pensioen inhoudt