De pensioenpremie van ABP gaat omhoog in 2021. De premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen stijgt van 24,9% naar 25,9%. Dat is nodig om de pensioenen verantwoord te financieren. De financiële positie van het fonds laat niet toe dat de pensioenen van de deelnemers verhoogd worden in 2021. Het bestuur van ABP heeft dit, na positief advies van het verantwoordingsorgaan, besloten.
Wat dit voor u betekent, verschilt per persoon en is afhankelijk van uw situatie en inkomen. Maar we kunnen wel een indicatie geven: stel, u krijgt een bruto maandsalaris van € 3.500,-, dan zou de premiestijging gemiddeld neerkomen op ongeveer € 9,- netto per maand. Het effect van de premiewijziging ziet u op uw salarisstrookje van januari 2021. U betaalt ongeveer 30% van de premie en uw werkgever betaalt ongeveer 70%.
Die is nodig doordat de pensioenen steeds duurder worden. Dit komt door de verslechterde economische vooruitzichten voor de lange termijn, waardoor we lagere rendementen verwachten. De langdurig lage rente speelt ook een rol. Bij een gelijkblijvende pensioenregeling hebben we dus meer premie nodig om de pensioenen te kunnen financieren.
Door de extreem lage rente is er steeds meer geld nodig om de bestaande en toekomstige pensioenen uit te kunnen keren. Dit zorgt ervoor dat de financiële positie van ABP ontoereikend is om de pensioenen te verhogen (indexeren).
De kans op verlagen van de pensioenen is in 2021 reëel. Bepalend daarbij is de dekkingsgraad op 31 december 2020. Is die onder de 90%, dan zal ABP de pensioenen moeten verlagen. Begin januari 2021 is er een eerste inschatting bekend van de dekkingsgraad van eind december. Half februari weten we zeker of ABP de pensioenen moet verlagen. Als een verlaging nodig is, gebeurt dat op zijn vroegst op 1 juli 2021. Kijk voor meer informatie op abp.nl/verlagen.
Het premie- en indexatiebesluit voor 2021 is genomen voordat de overgangsfase naar een nieuw pensioencontract ingaat, waarin andere regels gaan gelden. In dat licht bezien streeft het bestuur na dat de randvoorwaarden in de transitieperiode zo snel mogelijk helder worden in de vorm van een transitie-FTK. Ook vindt ABP dat er, al dan niet met aanpassing van de regelgeving, op basis van de inzichten vanuit het nieuwe pensioencontract geen onnodige verlaging van pensioenen moeten plaatsvinden van 2021 tot de invoering van het nieuwe contract.
Het verantwoordingsorgaan van ABP heeft positief geadviseerd over het premie- en indexatiebesluit en het bestuur van ABP daarbij opgeroepen na te streven snel duidelijkheid te krijgen over de regels in de transitieperiode naar een nieuw contract en om, in het licht van het nieuwe pensioencontract, onnodige verlagingen te voorkomen. Een minderheid van het verantwoordingsorgaan was negatief over het besluit en een aantal andere leden heeft zich van advisering onthouden.