“Het betekent dat deze stap nu ook formeel is gezet. De sociale partners, dus de werkgeversverenigingen en vakbonden, zijn onze opdrachtgevers. Zij hebben in 2024 in het transitieplan vastgelegd hoe ze de vernieuwde pensioenregeling van ABP willen invullen en hoe ze willen overgaan naar deze regeling. Maar ze vroegen ons ook: kunnen jullie de opdracht aanvaarden?

We keken daarbij naar 3 zaken: voldoet het aan de wet- en regelgeving? Is het eerlijk (evenwichtig) voor alle groepen deelnemers? En: is het uitvoerbaar? Het bestuur van ABP heeft daar samen met veel verschillende experts en partijen naar gekeken. En het antwoord op alle vragen is ja. Het is goed om te zeggen dat het verantwoordingsorgaan (VO) -waar deelnemers, gepensioneerden en werkgevers van ABP in vertegenwoordigd zijn- een positief advies heeft gegeven.”

“Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) gaat de komende periode kijken of zij het eens is met onze beoordeling. Ook toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) kijkt mee. Nu we de plannen bij hen hebben ingeleverd, kunnen wij starten met de communicatie naar onze deelnemers. Dat doen we in stappen. We gaan uitleggen wat voor mensen hetzelfde blijft en wat er verandert in de vernieuwde regeling. En dat spitsen we in de loop van 2026 steeds meer toe op de vraag: wat betekent het voor uw persoonlijke situatie? Want dat is natuurlijk wat iedereen wil weten.”

“Een aantal onderdelen van de huidige regels passen niet meer bij de tijd waarin we nu leven. Mensen werken niet meer hun leven lang bij dezelfde werkgever. Mensen wisselen van baan of gaan een tijd zelfstandig ondernemen. De nieuwe regels passen daar beter bij. Een ander belangrijk punt is dat we onder de huidige regels veel geld in kas (buffers) moeten houden. We hebben jaren meegemaakt waarbij de beleggingen meer waard werden en dat we dan, vanwege de huidige regels, toch die positieve resultaten niet mochten vertalen naar hogere pensioenen. Buffers zijn er ook nog steeds in de nieuwe regels, maar de regels zijn soepeler en de buffers zijn minder hoog. Hierdoor kunnen de pensioenen eerder omhooggaan en de pensioenen bewegen meer mee met de financiële markten.”

“De pensioenen bewegen straks meer mee met de resultaten van de financiële markten. Maar we nemen maatregelen voor een zo koopkrachtig en stabiel mogelijk pensioen. Zodat mensen hun boodschappen kunnen blijven betalen en we de pensioenen zoveel mogelijk mee kunnen laten stijgen met de prijzen.” 

“Onder de nieuwe regels kunnen we nog steeds risico’s opvangen en spreiden tussen generaties. We nemen wat meer risico met onze beleggingen voor jongere deelnemers. Dit levert namelijk meer op in goede tijden. En als het tegenzit, is er langer de tijd om eventuele tegenvallers goed te maken. Voor oudere deelnemers en gepensioneerden nemen we minder beleggingsrisico. Beleggingen met minder risico zijn stabieler.

Daarnaast hebben we in de vernieuwde pensioenregeling een gezamenlijke buffer. Die noemen we de solidariteitsreserve. Deze buffer werkt als een soort spaarpot. Als het goed gaat met de economie, stoppen we hier geld in uit de resultaten van de beleggingen. En als het niet goed gaat, halen we hier geld uit om te voorkomen dat het pensioen in een bepaald jaar lager wordt. Dat kan zolang er genoeg geld in de gezamenlijke buffer zit."

“Het pensioen gaat pas omlaag als het echt een paar jaar achter elkaar tegenzit. Maar áls er veel slechte jaren zijn, dan merk je dat meer, omdat we in de vernieuwde pensioenregeling minder hoge buffers aanhouden. In heel uitzonderlijke gevallen, bij een zware wereldwijde crisis zoals bijvoorbeeld in de jaren '30, kan een verlaging behoorlijk zijn. De positieve kant van het verhaal is dat goede resultaten in de vernieuwde pensioenregeling eerder dan nu terechtkomen bij onze deelnemers. De pensioenen gaan eerder omhoog.”

"We nemen iedereen stap voor stap mee. Deelnemers krijgen in de 2^e helft van 2026 een voorlopig overzicht van hun verwachte pensioen in de vernieuwde pensioenregeling. Dit is een inschatting. De verzending van dit voorlopige overzicht doen we stap voor stap, want er zijn 3,1 miljoen deelnemers en iedere situatie is weer anders. In het voorlopig overzicht staat wat je nu naar verwachting aan pensioen krijgt en wat je in de vernieuwde regeling naar verwachting krijgt. Die inschatting is gebaseerd op enkele aannames, want we weten pas op 1 januari 2027 precies hoe hoog de dekkingsgraad daadwerkelijk is. Bij het voorlopig overzicht zit ook een toelichting. Wie meer wil weten kan terecht op onze website met meer informatie over wat er verandert in de vernieuwde pensioenregeling, of contact met ons opnemen.”

"Wij gaan als bestuurders in gesprek met onze deelnemers. Dat doen we vanaf maart 2026. We doen dat online en tijdens fysieke bijeenkomsten in heel Nederland. Daar horen we graag welke vragen en zorgen mensen hebben. We kunnen onze communicatie dan aanpassen op de vragen die leven. Ook spelen werkgevers een belangrijke rol. Mensen die werken, krijgen ook via hun werkgever informatie. Want het is belangrijk dat mensen een gerust gevoel hebben bij de overgang van hun pensioen naar de vernieuwde pensioenregeling."