In 2013 kwam de AOW-leeftijd voor het eerst boven de 65 jaar te liggen. Het basispensioen van de overheid ging toen naar 65 jaar en 1 maand. Inmiddels ligt de officiële pensioenleeftijd op 67 jaar. En het is zeker dat de AOW-leeftijd verder omhooggaat. 
 
De Nederlandse overheid stelt sinds 2017 elk jaar opnieuw vast wat over 5 jaar de AOW-leeftijd is. In 2028 komen er 3 maanden bij en gaat de AOW-leeftijd naar 67 jaar en 3 maanden. Dit blijft in ieder geval zo tot en met 2030. De overheid heeft besloten om de AOW-leeftijd in 2029 en 2030 niet verder te verhogen. Volgend jaar maakt de overheid bekend of de pensioenleeftijd gelijk kan blijven of verder omhoog moet in 2031. Dit hangt samen met de levensverwachting die dan bekend is.

Het CBS voorspelt dat Nederland in de loop van 2037 19 miljoen inwoners telt. En in 2058 tikken we naar verwacht de grens van 20 miljoen inwoners aan. De bevolking groeit vooral door migratie. Maar dat we gemiddeld genomen steeds langer leven, is ook een belangrijke factor.

Naast uw AOW ontvangt u (straks) ook ouderdomspensioen van ABP en misschien nog een ander pensioenfonds.

Veel mensen kiezen om met pensioen te gaan als ze de AOW-leeftijd bereiken. Maar dat hoeft niet. U kunt ook eerder of later met pensioen. Het feit dat we langer leven, wil niet altijd zeggen dat we ook langer willen doorwerken. Bij ABP kunnen deelnemers kiezen om op hun 60e met pensioen te gaan, dus 7 jaar voor de huidige AOW-leeftijd. Dan ontvangen ze nog geen AOW, maar wel hun ABP-pensioen. Gaat u eerder met pensioen, dan wordt het maandbedrag van uw pensioen wel lager. U geniet immers langer van uw pensioen. Ook doorwerken tot 5 jaar na uw AOW-leeftijd is mogelijk. Een andere mogelijkheid is deeltijdpensioen. Dan gaat u deels met pensioen en blijft u deels werken.