Verkopen van ons belang in een bedrijf lijkt een eenvoudige oplossing. Maar in de praktijk verandert er niets, want een andere belegger neemt dan ons belang over. Bovendien is het minder makkelijk om de wereld in te delen in ‘goede’ en ‘slechte bedrijven’ dan misschien op het eerste gezicht lijkt. Twee voorbeelden: fabrikanten van elektrische auto’s dragen bij aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Maar ze kopen ook grondstoffen in, zoals kobalt, die vaak onder slechte omstandigheden worden gewonnen. Het Franse bedrijf Total heef een joint venture met Myanmar, waar onlangs de militairen de macht grepen. Trekt het bedrijf zich nu uit dat land terug, dan komt de helft van de hoofdstad mogelijk zonder stroom te zitten, inclusief scholen en ziekenhuizen.
Als grote belegger hebben we dagelijks met dit soort dilemma’s te maken. Hoe gaan we daar mee om? Terug naar het voorbeeld van de elektrische autofabrikanten. In 2016 hebben we een samenwerking van grote beleggers tot stand gebracht voor de aanpak van misstanden bij de winning van kobalt. Dat heeft ertoe geleid dat afnemers nu veel beter weten waar hun kobalt vandaan komt. Ook hebben ze programma’s opgezet om misstanden aan te pakken en de lokale bevolking te ondersteunen. Is dat perfect? Nee. Maar het is wel een resultaat dat we nooit hadden kunnen bereiken als we onze beleggingen hadden verkocht.