‘Spannend was het zeker’

Waterschapmedewerker Paul Heeskens werkte nacht door tijdens watersnoodramp Limburg
2 augustus 2021

Hij heeft niet met zandzakken bij de dijken gestaan tijdens de recente watersnoodramp in Limburg. Toch waren er tijdens de extreme regenval in zijn provincie veel spannende momenten voor Paul Heeskens, senior adviseur innovatie en duurzaamheid bij Waterschap Limburg. Zijn rol binnen het waterschap veranderde voor een paar dagen in de nacht van 15 op 16 juli. ‘Toen werd ik voorzitter van het scenarioteam.’

Er was op 13 en 14 juli al sprake van veel regenval in Limburg. Op donderdag 15 juli werd de situatie nijpender en werkte Paul Heeskens met een team van hydrologen (deskundigen op het gebied van het watersysteem) de hele nacht door op het kantoor in Roermond. Samen moesten zij de verwachte situatie in kaart brengen. Het werd steeds duidelijker dat er sprake was van een ramp. De gigantische regenbuien stuwden het water in de Maas en een aantal zijrivieren zoals de Geul en de Roer flink omhoog. Op sommige plekken in de regio was nog niet eerder sprake van zo’n grote afvoer van rivierwater per seconde. Het waterpeil bleef maar stijgen.

Aan de hand van verschillende scenario’s probeerde het team van hydrologen duidelijk te krijgen wat zou kunnen gebeuren en waar overstromingen dreigden. ‘Ook moesten we een worst-case-scenario opstellen.’

Was er ’s nachts een moment waarop u dacht dat het mis zou gaan?

‘Op 2 momenten werd het heel spannend. We waren even bang dat ook de Roertunnel bij Roermond het zwaar te verduren zou krijgen. Er kwam een hele berg water aan en de vraag was hoeveel waterdruk de tunnel kan hebben. We hebben een onlangs gepensioneerde collega gebeld. Hij wist vanuit zijn ervaring van de hoed en de rand. Uiteindelijk was er geen gevaar; er was nog 75 centimeter speling.'

 

'Een ander spannend moment betrof de mogelijke gevolgen als de maximale afvoeren van de Maas en de Roer bij elkaar kwamen. Zeker toen we het bericht vanuit Duitsland kregen dat een aantal buffers op springen stonden. Dat liep gelukkig ook goed af.’

Dat moet ontzettend spannend zijn geweest?

‘Zeker. Maar je zit ook in een flow. Adrenaline is rijkelijk aangemaakt. Dat hoor je ook van brandweermensen die ervaring hebben met crisissituaties. Als je later de beelden op televisie ziet, dan zie je wat de daadwerkelijke consequenties zijn van de overstromingen. En dan komt het heel dichtbij. Wij verzamelden getallen en werkten scenario’s uit. Maar je hoort op de avond dat dit allemaal gebeurde ook van collega’s dat ze daar familie hebben wonen. En er kwamen verhalen naar boven over eerdere overstromingen, in 1993 en 1995. Het is echt dramatisch voor de mensen die te maken hebben met overlast als gevolg van deze overstromingen. Gelukkig zijn er geen doden te betreuren. In ieder geval niet hier in werkgebied, over de grens in België en Duitsland helaas wel.’

Hoe kijkt u er ruim 2 weken na dato op terug?

‘Het is eigenlijk heel dubbel. Het is een hele ervaring om dit mee te maken. Wat ik mooi vind is het solidariteitsgevoel dat ontstond. Iedereen heeft met de beste bedoelingen en oprechte intenties keihard gewerkt om het zo goed mogelijk te doen voor alle mensen die in Limburg vlakbij de Maas, Roer, Geul, Gulp en Niers wonen. Daar gaat het natuurlijk om en sta je als waterschapper voor aan de lat. Als ik terugkijk dan denk ik: er is veel te doen en te leren. Ik denk nu ook dat we er ondanks de hevige regenval en het stijgende waterpeil toch nog goed vanaf gekomen zijn. Het is goed dat er door deze ervaring nieuwe inzichten en discussies ontstaan. Over de hoogte van de dijken, de invloed van de regionale rivieren maar ook dat klimaatverandering echt wel aan het gebeuren is en dat wegkijken geen optie is. Het is jammer dat er een ramp nodig is om deze discussie aan te wakkeren.’

Ook elders in Nederland vonden de laatste weken overstromingen plaats. Heeft u tips voor uw collega’s bij andere waterschappen?

‘Ik ben geen hydroloog. Maar ik denk dat we ervan uit moeten gaan dat we steeds meer last krijgen van hevige neerslag. Het is veel grilliger en extremer dan voorheen. Er valt meer water in minder tijd. Door de opwarming van de aarde zal de lucht in Nederland meer waterdamp bevatten en dit geeft een toename van neerslagextremen. De klimaatverandering gaat sneller dan gedacht. In Limburg is de situatie natuurlijk anders, wij zijn de enige provincie met een heuvellandschap. Dat kan lokaal voor een enorme vloedgolf zorgen. Wat op ons afkomt, kunnen we niet meer met de traditionele manier van werken oplossen. Het gaat sneller, het moet sneller en we moeten zeker ook flexibeler acteren. We zitten midden in een transitie.’

Nog even terug naar de nacht van 15 op 16 juli. Dat was dus een lange werkdag…

‘Op 15 juli ben ik om 7.41 uur in de ochtend het gebouw van het Waterschap in Roermond binnengelopen en de volgende dag ging ik om 8.18 uur weer naar buiten. Mijn vrouw zei nog: Pas op met rijden, je hebt al die tijd geen slaap gehad.’