Ook Hans, tegenwoordig sportinstructeur, heeft tijdens zijn uitzending gelukkig nooit hoeven te vrezen voor zijn leven. ‘Het was een vredesmissie’, vertelt hij. ‘De strijdkrachten die voor ons in Bosnië zaten, hebben zich hard ingezet om vrede te brengen. Wij waren er om die vrede te bewaren. Op onze gezondheidspost op het kamp was het dus relatief rustig. Af en toe kwam er een chauffeur met aambeien of iemand met een gebroken been. Gelukkig, maar toch - soms voelde het voor ons als hospik alsof je zat te wachten op dingen die niet gingen gebeuren. Ik was daarom liever onderweg met een konvooi naar Sarajevo of Split, dan had je meer te doen en te zien. Daar voelde ik me ook echt nuttig, ik heb zelfs bij een bevalling geholpen! Wat ik wel fijn vond aan het werk op het kamp, is dat je echt het kameraadschap ervaart met je maten. Daar zijn vriendschappen voor het leven gemaakt.’