Gaat de AOW door de veranderde wetgeving eerder in en had een gepensioneerde ervoor gekozen om tot zijn of haar AOW-leeftijd een hoger pensioen te ontvangen? Dan krijgt die gepensioneerde door de eerdere ingang van de AOW een hoger totaal inkomen. Hij ontvangt namelijk naast een hoger pensioen ook AOW vanaf zijn nieuwe AOW-leeftijd. Dit plotseling hogere inkomen kan echter zorgen voor naheffingen van de Belastingdienst. Ook kunnen toeslagen wegvallen of lager uitvallen. Om te voorkomen dat gepensioneerden hiermee in de problemen komen, heeft ABP er bewust voor gekozen om het pensioen aan te passen aan de nieuwe, eerdere AOW-leeftijd. De hoogte van het pensioen voor de AOW-leeftijd blijft hierbij hetzelfde als voorheen. Alleen loopt dat stukje pensioen minder lang door omdat de AOW eerder ingaat. Zo voorkomen we dat het totaalinkomen hoger wordt. Omdat de gepensioneerde eerder zijn AOW-leeftijd bereikt, wordt het pensioen vanaf de nieuwe AOW-leeftijd hoger. De gepensioneerde krijgt dus levenslang een hoger pensioen. Dit betekent dat we de pensioenpot op een andere wijze verdelen. Hij blijft dus het pensioengeld ontvangen waar hij recht op heeft. Deze automatische aanpassing blijkt voor een grote groep gepensioneerden ook de manier waarop zij het nu willen. Als gepensioneerden niet willen dat ABP hun pensioen aanpast, en dus de oorspronkelijke situatie willen behouden, is dat ook mogelijk.
Heeft u gekozen voor eerst een laag pensioen en daarna een hoog pensioen? Dan is de situatie precies tegenovergesteld.