Van de eenvoud in Congo naar de rijkdom van het Zwin

20 augustus 2020

Een mens kan alles doen, als hij maar wil. Ook als je met pensioen bent, vindt Chris De Maeyer (72). Voor hem is het leven één grote aaneenschakeling van persoonlijke ontwikkeling. Tot het moment dat het saai wordt en er routine in sluipt. Dan is het tijd voor iets anders.

 

Je zou verwachten dat iemand die zo in het leven staat, ook veel verschillende banen heeft gehad. Toch heeft De Maeyer meer dan dertig jaar voor de klas gestaan als docent Engels, Geschiedenis en Klassieke Culturele Vorming. ‘Klaarblijkelijk vond ik in mijn werk en in het contact met de leerlingen steeds voldoende uitdaging’, vertelt hij.

Congo

Het grootste deel van zijn loopbaan stond De Maeyer voor de klas op een middelbare school in Rotterdam. De wortels van zijn loopbaan liggen echter in de wildernis van Congo, waar hij als ontwikkelingswerker Engelse les gaf aan kinderen op het college van de Jezuïeten. ‘Daar heb ik geleerd eenzaamheid te waarderen – ik had er enkel natuur en boeken om me heen. Dat was een unieke tijd, die me enorm heeft gevormd.’

Doceren moet je leren

Na twee jaar verruilde De Maeyer de Afrikaanse wildernis voor de binnenstad van Rotterdam, waar hij als docent geschiedenis ging werken. ‘Geschiedenis is een prachtig vak, waardoor je als mens ook het heden beter leert begrijpen. Rond 1350 was er bijvoorbeeld een pestepidemie in Europa, waarbij al snel de vinger werd gewezen naar de joden. Zij werden toen vervolgd omdat ze de drinkwaterputten zouden hebben vergiftigd. Je ziet nu dat er in deze tijd ook weer gezocht wordt naar een schuldige. De geschiedenis herhaalt zich dus als het ware en dat is een van de dingen die ik leerlingen ook graag wilde bijbrengen. Het ging niet vanzelf, ik heb doceren echt moeten leren. Want het is één ding om jezelf te ontwikkelen - een ander iets bijbrengen, dat is een vak apart. Dat heb ik met plezier gedaan.’

Rijkdom

Hij had werkelijk geen idee wat hij ging doen na zijn pensioendatum. Toen hij met zijn vrouw Ginette in het Zeeuwse dorpje Sluis ging wonen, kwam er als vanzelf iets nieuws op zijn pad. ‘Het gebied waar ik woon heet de Zwinstreek, een natuurgebied op de grens van Nederland en België. Het heeft een rijke geschiedenis en een evenzo rijke natuur. Je kunt hier prachtig fietsen, wandelen, vogels kijken en er zijn ook veel oude overblijfselen van de Spaanse bezetting tijdens de 80-jarige oorlog. Ik raakte door het volgen van een aantal cursussen echt geïnteresseerd in mijn nieuwe woonomgeving. Het greep me zodanig dat ik in 2014 besloot natuurgids te worden.’

Vol verhalen

Zijn nieuwe hobby begon met een aantal wandelingen in de Zwinstreek, die hij in het Nederlands en Frans opluisterde met mooie verhalen. ‘Ook daarin kon ik mezelf ontwikkelen, want ik leerde veel nieuwe woorden. Later ben ik fietstochten gaan houden met kleine groepjes, langs de historische overblijfselen van de 80-jarige oorlog. Het Zeeuws landschap is echt heel rijk en het zit vol leuke verhalen.’

Speeltuin

Over twee jaar wil De Maeyer opnieuw met pensioen, dan moeten anderen het stokje overpakken. ‘Ik wil niet dat mensen vol medelijden naar me kijken en denken: ‘zou je er niet eens mee stoppen?’. Tot die tijd neem ik de mensen nog graag mee op avontuur. Bijvoorbeeld hier in de Waterdunen, vlakbij Breskens. Het is voor mij een speeltuin - een uniek natuur- en recreatiegebied waar je je ogen uitkijkt met de vele broedende vogels en prachtige vergezichten. En daar vertel ik de mensen die het willen horen wel een mooi verhaal bij.’