U kunt uw ouderdomspensioen en partnerpensioen verhogen of verlagen. Dat kan op een aantal manieren. Combinaties zijn ook mogelijk.
Hieronder leggen we dit uit.
U kunt uw ouderdomspensioen verhogen door hiervoor het partnerpensioen te ruilen. Wij kunnen dit pas voor u regelen als uw partner ons hiervoor toestemming heeft gegeven.
U kunt hiervoor kiezen op het moment dat u met pensioen gaat. Als u gedeeltelijk met pensioen gaat, kunt u voor dat gedeelte een keuze maken. Als u daarna volledig met pensioen gaat kunt u voor dat nieuwe gedeelte ook weer een keuze maken.
Let op! Als u ervoor kiest om het partnerpensioen te ruilen, kunt u dat later niet meer veranderen.
Ook als u geen partner heeft, kunt u uw eigen pensioen verhogen door het partnerpensioen te ruilen. We regelen dit voor u op het moment dat u met pensioen gaat. Wij vragen u dan dit te bevestigen.
Kiest u ervoor om het partnerpensioen te ruilen voor ouderdomspensioen? Dan rekenen we opnieuw uit hoeveel pensioen u krijgt. We gebruiken hiervoor de rekenregels die in bijlage 1 Tabellenboek van dit reglement staan. Daar staat ook een rekenvoorbeeld.
In MijnABP kunt u ook zelf berekenen hoeveel pensioen u krijgt als u het partnerpensioen ruilt.
Als u met pensioen gaat, krijgt u iedere maand hetzelfde bedrag aan pensioen. Wilt u de eerste jaren een hoger pensioen en later een lager pensioen? Of andersom? Dan kan dat. Dit zijn de regels:
Let op! Als uw ouderdomspensioen is ingegaan, kunt u de verhoging of verlaging niet meer veranderen.
Kiest u ervoor om uw pensioen tijdelijk te verhogen of te verlagen? Dan berekenen we opnieuw hoe hoog uw pensioen wordt. We gebruiken hiervoor de rekenregels die in bijlage 1 Tabellenboek van dit reglement staan. Daar staat ook een rekenvoorbeeld.
Het partnerpensioen en het wezenpensioen veranderen niet.