Collectieve waardeoverdracht aanvragen

Bent u, als werkgever, onlangs overgestapt naar ABP? Of heeft u een groep werknemers overgenomen van een andere werkgever die niet bij ABP is aangesloten? En wilt u het opgebouwde pensioen van uw werknemers meenemen? Dan kunt u collectieve waardeoverdracht aanvragen. Hier leest u wat dit inhoudt en hoe dit werkt.

Wat is collectieve waardeoverdracht?

Bij collectieve waardeoverdracht wordt het opgebouwde pensioen van alle of een deel van uw werknemers in één keer overgedragen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Bijvoorbeeld als uw organisatie, of een deel daarvan, aansluit bij ABP. Of als u een groep werknemers overneemt van een andere werkgever die niet bij ABP is aangesloten. Individuele waardeoverdracht is dan wettelijk niet toegestaan, omdat dit alleen mag als de deelname van een individuele werknemer aan de pensioenregeling stopt.

Voor wie geldt de collectieve waardeoverdracht?

Onder de collectieve waardeoverdracht vallen alleen werknemers die nog bij u in dienst zijn. Voormalige werknemers die uit dienst zijn of met pensioen zijn gegaan komen hier dus niet voor in aanmerking.

Wat kost het?

ABP vraagt geen uitvoeringskosten voor collectieve waardeoverdracht. Andere partijen kunnen dit wel vragen.

Het is wel mogelijk dat u moet bijbetalen. Dit is nodig als de inkoopwaarde van ABP hoger is dan de afkoopwaarde van de oude pensioenuitvoerder. Dat kan onder andere optreden door een verschil in de dekkingsgraden van de oude en de nieuwe pensioenuitvoerder en een verschil in grondslagen. Een bijbetaling staat pas vast op het moment dat de collectieve waardeoverdracht definitief is.

Stappenplan voor collectieve waardeoverdracht

Wilt u collectieve waardeoverdracht aanvragen voor uw werknemers? Zowel de oude als de nieuwe pensioenuitvoerder moeten bereid zijn hieraan mee te werken. In onderstaand stappenplan ziet u hoe u collectieve waardeoverdracht regelt.

  1. U vraagt bij beide pensioenfondsen na zij op dit moment meewerken aan een collectieve waardeoverdracht. 
  2. U dient bij ABP een verzoek in voor collectieve waardeoverdracht. U levert daarbij een lijst aan van de werknemers (naam en BSN) voor wie u de waardeoverdracht aanvraagt.
  3. ABP neemt contact op met de oude pensioenuitvoerder. U hoeft de pensioengegevens van uw werknemers dus niet op te vragen, dat doen wij.
  4. Op basis van de gegevens van de oude pensioenuitvoerder berekenen wij de eventuele bijbetaling. Als daar sprake van is, vragen wij u om schriftelijk te bevestigen dat u die bijbetaling zult voldoen. De berekening van die bijbetaling is dan nog indicatief en gebaseerd op alle werknemers voor wie u de waardeoverdracht aanvraagt en nog bij u in dienst zijn. Pas als de collectieve waardeoverdracht definitief doorgaat en uw werknemers een keuze hebben gemaakt, stellen wij de daadwerkelijke bijbetaling vast.
  5. ABP en de oude pensioenuitvoerder sluiten hiervoor een overeenkomst. De oude pensioenuitvoerder kan als voorwaarde stellen dat u als werkgever ook partij moet zijn bij de overeenkomst. In dat geval zal ABP u vragen om deze overeenkomst te ondertekenen.
  6. De oude pensioenuitvoerder meldt de collectieve waardeoverdracht bij De Nederlandsche Bank (DNB).
  7. DNB beoordeelt de aanvraag binnen 3 maanden.
  8. Na goedkeuring van DNB wordt alles definitief berekend. ABP laat u weten of en hoeveel u maximaal moet bijbetalen.
  9. U geeft aan of u de collectieve waardeoverdracht definitief doorzet.
  10. Als u de collectieve waardeoverdracht doorzet, stuurt ABP uw werknemers individueel een offerte voor de waardeoverdracht.
  11. Elke werknemer beslist individueel of deze het pensioen wel of niet overdraagt naar ABP.
  12. Als bekend is welke werknemers hebben ingestemd met waardeoverdracht, stelt ABP de definitieve bijbetaling vast.
  13. Nadat u de bijbetaling heeft voldaan, worden de pensioenen overgedragen naar ABP.