U kunt het ouderdomspensioen niet verhogen met nabestaandenpensioen wanneer:
- Uw pensioen is lager dan de afkoopgrens. Dit is een bedrag dat de overheid elk jaar vaststelt. Is uw pensioen lager dan dit bedrag, dan mogen we uw totale pensioen én het nabestaandenpensioen daarover in één keer uitbetalen. Lees meer over afkoop.
- U gescheiden bent en uw partner heeft geen afstand gedaan van het nabestaandenpensioen dat u tot de echtscheiding opbouwde. Of als u gescheiden bent en heeft gekozen om het pensioen te splitsen.
10 euro ouderdomspensioen is niet gelijk aan 10 euro nabestaandenpensioen
Want als u kiest voor meer of minder ouderdomspensioen, dan berekenen we uw pensioen opnieuw. We maken gebruik van uitruilfactoren wanneer u gebruikt maakt van het verhogen van uw nabestaanden- of ouderdomspensioen. Hierdoor is € 10,- ouderdomspensioen niet gelijk aan € 10,- nabestaandenpensioen. In het pensioenreglement vindt u de actuele factoren. Daar staan ook rekenvoorbeelden.
Uw ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen verhogen kan invloed hebben op uw financiële situatie
- Heeft u een laag inkomen? Dan kunt u mogelijk extra geld krijgen. Lees hier meer over het sociaal minimum.
- Wordt uw inkomen hoger dan de grens waarbij u huurtoeslag of zorgtoeslag krijgt? Dan wordt uw toeslag mogelijk lager of stopt helemaal. En kan de Belastingdienst geld terugvragen. Bel met de BelastingTelefoon: 0800 0543 (gratis) om dit na te vragen.