Wilt u later met pensioen? De keuze is aan u. Bij ABP kunt u tot uiterlijk vijf jaar na uw AOW-leeftijd met pensioen.
Als u blijft doorwerken nadat u de AOW-leeftijd heeft bereikt, bouwt u langer pensioen op. Uw pensioen is dan voor de rest van uw leven hoger. U kunt bij ABP later met pensioen gaan als u pensioen opbouwt bij ABP of als u ergens anders pensioen opbouwt.
In MijnABP ziet u wat het financieel voor u betekent als u later stopt met werken.
Vraag minimaal 2 maanden van tevoren uw pensioen aan. Als u uw pensioen niet aanvraagt, kunnen wij uw pensioen niet uitbetalen.
Bent u militair? Dan is de meeste informatie op deze pagina niet voor u van toepassing. Op de pagina over Militair Ouderdomspensioen leest u hoe later met pensioen gaan voor u geregeld is.
U wilt doorwerken en pensioen blijven opbouwen? Regel dan met uw werkgever dat de pensioenafdracht door blijft lopen. Neem hiervoor contact op met uw werkgever, bijvoorbeeld met de afdeling HR.
Als u ervoor kiest om later met pensioen te gaan dan uw AOW-leeftijd, krijgt u te maken met een zogenaamde uitstelfactoren. Met deze factoren stellen wij uw pensioenuitkering vast. Dit is nodig, omdat u dan afwijkt van de pensioendatum op AOW-leeftijd. Uw pensioenuitkering wordt hoger als u later dan uw AOW-leeftijd met pensioen gaat.
De vervroegings- en uitstelfactoren worden elk jaar op 1 januari opnieuw berekend. Net zoals andere factoren die invloed hebben op de hoogte van uw pensioen. Gaat uw pensioen in een volgend kalenderjaar in? Dan gelden hiervoor de nieuwe factoren. Meestal worden de factoren lager. Dit komt doordat er wordt gekeken naar de gemiddelde levensverwachting van onze deelnemers. Deze wordt ieder jaar langer. Hierdoor krijgt u dus langer pensioen, maar het maandbedrag wordt lager. De nieuwe factoren zijn elk jaar vanaf eind december bekend. In MijnABP rekent u met actuele getallen, dus met de uitstelfactoren die op dat moment gelden.