Partnerpensioen ex-partner over pensioenopbouw voor 1 januari 2018 bij overlijden op of na 65 jaar
Uw ex-partner krijgt partnerpensioen als u komt te overlijden, tenzij één van de volgende situaties van toepassing is:
- Uw pensioenopbouw bij ABP is vóór 1 januari 2015 gestopt
Is uw pensioenopbouw bij ABP gestopt vóór 1 januari 2015? En bent u een partnerrelatie aangegaan op of na de dag waarop u 65 jaar bent geworden? Dan heeft uw ex-partner geen recht op partnerpensioen. - U heeft uw ouderdomspensioen verhoogd met partnerpensioen
Heeft u uw ouderdomspensioen verhoogd met partnerpensioen zoals beschreven in hoofdstuk 5.3 van het pensioenreglement voor het eindigen van de partnerrelatie? Dan heeft uw ex-partner geen recht op partnerpensioen over pensioen dat is opgebouwd vanaf 1 juli 1999. - Het partnerpensioen is volledig afgeleid van het ouderdomspensioen dat is opgebouwd voor 1996 Is het ouderdomspensioen waar we het partnerpensioen voor uw ex-partner van afleiden volledig opgebouwd voor 1 januari 1996? En was er geen uitzicht op grond van de ABP-wet op het partnerpensioen? Dan krijgt uw ex-partner geen partnerpensioen. Dit is het geval in de volgende situaties:
- 1. De echtscheiding is uitgesproken voor 1 januari 1966; of
2. De echtscheiding is uitgesproken na 1 januari 1966 en voor 1 oktober 1971 op uw verzoek; of
3. De echtscheiding is uitgesproken na 1 oktober 1971 op uw verzoek en op die echtscheiding was het echtscheidingsrecht van voor 1 oktober 1971 van toepassing; of
4. U bent partners geworden nadat u met pensioen bent gegaan.
Let op:
Overlijdt uw ex-partner eerder dan u? En bent u op of na 1 januari 1996 gescheiden? Dan is het partnerpensioen van uw ex-partner voor uw eventuele nieuwe partner in de volgende situaties:
- Uw ex-partner overlijdt op of na 1 januari 2016;
- U en uw ex-partner hebben op of na 1 januari 2016 een overeenkomst opgesteld waarin staat dat uw ex-partner geen partnerpensioen krijgt;
Van | Tot | Partnerpensioen als deel van het ouderdomspensioen | Partnerpensioen bij deelname aan PartnerPlusPensioen |
---|---|---|---|
1-1-2004 | 5/7 | Niet van toepassing | |
1-1-2004 | 1-1-2015 | 5/14 | 5/7 |
1-1-2015 | 1-1-2016 | 5/10* | 7/10 |
1-1-2016 | 1-1-2018 | 7/10 | Niet van toepassing |
Heeft u voor het eindigen van de partnerrelatie gekozen voor omzetting van een deel van het ouderdomspensioen in partnerpensioen? Dan wordt het partnerpensioen van uw ex-partner verhoogd.
* Dan is het partnerpensioen opgebouwd in 2015 met maximaal 2/10 verhoogd tot 7/10 van het ouderdomspensioen. U krijgt de maximale verhoging als uw pensioengevend inkomen € 29.418,72 of lager was. Was uw inkomen hoger dan € 29.418,72, maar maximaal 31.560,33? Dan neemt de verhoging van het partnerpensioen in verhouding af. Hoe dichter uw inkomen bij de grens van € 31.560,33 lag, hoe lager de verhoging van uw partnerpensioen. Was uw inkomen bijvoorbeeld € 30.489,53, precies het midden tussen € 29.418,72 en € 31.560,33? Dan wordt uw partnerpensioen verhoogd met 1/10. Het partnerpensioen is dan 6/10 van het ouderdomspensioen. Was uw inkomen meer dan € 31.560,33? Dan krijgt u geen verhoging van uw partnerpensioen.
Heeft u uitzicht op voorwaardelijk pensioen?
Bouwde u vóór 1 januari 1996 pensioen op bij ABP?
Dan gelden nadere regels voor hoe uw partnerpensioen over de periode tot 1 januari 1996 wordt berekend In de tabel in bijlage 5 bij dit pensioenreglement staat in welke gevallen en tot welke bedragen ABP een aanvulling verleent of een korting toepast.
Let op:
Bouwde u op 31 december 1995 en op 1 januari 1996 pensioen op bij ABP?
Als uw partnerrelatie is geëindigd vóór 1 januari 1996, krijgt uw ex-partner 5/7e van het ouderdomspensioen berekend tot het einde van de partnerrelatie. Voor de vaststelling van het partnerpensioen voor uw ex-partner wordt rekening gehouden met de berekeningsgrondslag in de zin van de ABP-wet voor het jaar 1995.