Pensioen 1-2-3: laag 2

Pensioen 1-2-3 bestaat uit 3 lagen. Dit is laag 2. Hierin vindt u meer informatie over alle onderwerpen uit laag 1. Wilt u meer details van uw pensioenregeling? In laag 3 vindt u juridische en beleidsmatige informatie van het ABP. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Ouderdomspensioen

Via uw werkgever neemt u deel in de pensioenregeling van ABP en bouwt u ouderdomspensioen op. Dat ouderdomspensioen ontvangt u vanaf uw AOW-leeftijd, elke maand zolang u leeft. Uw ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW. De AOW is het pensioen dat u van de overheid ontvangt als u de AOW-leeftijd bereikt. U kunt ook eerder of later met pensioen gaan.

Lees meer over eerder of later met pensioen gaan.

Hoeveel pensioen u straks ontvangt van ABP is onder meer afhankelijk van de hoogte van uw salaris, de inhoud van de ABP-pensioenregeling en het aantal jaren dat u pensioen opbouwt.

 

Pensioenleeftijden

De leeftijden die worden gebruikt rondom pensioen zijn: de AOW-leeftijd, de pensioenrekenleeftijd en de pensioenleeftijd.

  • De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop u voor het eerst AOW ontvangt.
  • De pensioenrekenleeftijd geeft aan op welke leeftijd het ouderdomspensioen wordt berekend. Als u eerder dan de pensioenrekenleeftijd met pensioen gaat, wordt uw pensioen verlaagd. Gaat u later met pensioen, wordt uw pensioen verhoogd. 
  • De pensioenleeftijd is de leeftijd waarop u daadwerkelijk met pensioen gaat bij ABP. U kiest zelf uw pensioenleeftijd; u kunt vanaf uw 60ste tot uiterlijk vijf jaar na uw AOW-leeftijd met pensioen gaan.

Vanaf 2018 is de pensioenrekenleeftijd verhoogd van 67 naar 68 jaar. Dit geldt alleen voor de pensioenopbouw vanaf 2018. Deze pensioenopbouw is hierdoor lager. Uw opgebouwde pensioen vóór 2018 wijzigt niet. Het verhogen van de pensioenrekenleeftijd heeft geen invloed op uw AOW-leeftijd of pensioenleeftijd. U kiest nog steeds zelf wanneer u met pensioen gaat. Het verhogen van de pensioenrekenleeftijd hangt samen met het feit dat we steeds ouder worden.

Op uw pensioenoverzicht staat hoeveel pensioen u heeft opgebouwd op uw AOW-leeftijd. Bouwde u tussen 2014 en 2018 al pensioen op bij ABP? Dan bouwde u pensioen op een pensioenrekenleeftijd van 67 jaar op. Bouwde u voor 2014 ook al pensioen op bij ABP? Dan bouwde u over die periode pensioen op een pensioenrekenleeftijd van 65 jaar op. Dit rekenen wij om naar uw pensioen op uw AOW-leeftijd of uw zelf gekozen pensioenleeftijd. Voor deze omrekening wordt gebruik gemaakt van omrekenfactoren. Deze omrekenfactoren kunnen elk jaar op 1 januari wijzigen. In MijnABP rekent u met actuele getallen, dus met de omrekenfactoren die op dat moment gelden.

 

ABP-pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst

De pensioenregeling waaraan u deelneemt, is een uitkeringsovereenkomst. Elk jaar bouwt u pensioen op over een gedeelte van uw brutosalaris. U bouwt niet over uw héle salaris pensioen op. Dit is omdat wij rekening houden met de AOW. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Over het brutosalaris min de franchise bouwt u jaarlijks 1,701% of 1,875% aan ouderdomspensioen op. Het percentage is afhankelijk van de hoogte van uw pensioengevend salaris.

 

Hoogte ouderdomspensioen bekijken

De hoogte van uw ouderdomspensioen staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO), in MijnABP en op mijnpensioenoverzicht.nl.

Lees meer over ouderdomspensioen

Nabestaandenpensioen voor uw partner 

Naast uw ouderdomspensioen bouwt u ook nabestaandenpensioen (ook partnerpensioen genoemd) op. Als u overlijdt, heeft uw partner recht op nabestaandenpensioen.

Uitleg opbouw hoogte nabestaandenpensioen
De hoogte van het nabestaandenpensioen is afhankelijk van veel factoren. Zoals uw leeftijd op het moment van overlijden, of u nog pensioen opbouwt, of u eerder getrouwd was of samenwoonde.

De hoogte van uw nabestaandenpensioen is over de pensioenopbouw vanaf 2018 70% van het ouderdomspensioen, echter over de pensioenopbouw vóór 2018 is de hoogte van het nabestaandenpensioen tijdelijk lager dan 70% van het ouderdomspensioen.
In het onderstaande overzicht leest u in hoofdlijnen hoe hoog het nabestaandenpensioen is zonder toepassing van extra regels en/of rechten zoals aanvullingen en compensaties.

Periode pensioenopbouwHoogte nabestaandenpensioen bij overlijden vóór 65 jaarHoogte nabestaandenpensioen bij overlijden op of ná 65 jaar
Vanaf 1-1-201870% van het ouderdomspensioen70% van het ouderdomspensioen
1-1-2016 tot 1-1-201850% van het ouderdomspensioen70% van het ouderdomspensioen
1-1-2015 tot 1-1-201650% van het ouderdomspensioen50% van het ouderdomspensioen
1-1-2006 tot 1-1-20155/10 deel van het ouderdomspensioen5/14 deel van het ouderdomspensioen
1-1-2004 tot 1-1-20065/7 deel van het ouderdomspensioen5/14 deel van het ouderdomspensioen
Tot 1-1-20045/7 deel van het ouderdomspensioen5/7 deel van het ouderdomspensioen

Bij Premie en Pensioenberekeningen leest u meer uitleg over de berekening van het nabestaandenpensioen.

De hoogte van uw nabestaandenpensioen staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO), op MijnABP of mijnpensioenoverzicht.nl

Lees meer over nabestaandenpensioen

 

Meestal is nabestaandenpensioen automatisch geregeld 

Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, hoeft u uw partner niet aan te melden. Maar woont u samen of trouwt u in het buitenland, dan weten wij dat niet. Wilt u regelen dat uw partner nabestaandenpensioen krijgt als u overlijdt? 

  • Als u samenwoont: meld uw partner dan aan. Dit kan als u een samenlevingscontract heeft. 
  • Als u in het buitenland woont en trouwt: stuur of mail ons een kopie van uw huwelijksakte. 

Geen nabestaandenpensioen 

Uw partner krijgt geen nabestaandenpensioen als u: 

  • niet bent getrouwd; 
  • geen geregistreerde partner heeft; 
  • de partner waarmee u samenwoont niet heeft aangemeld bij ABP. 

Mogelijk recht op Anw-uitkering 

Als u overlijdt, heeft uw partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de Anw-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Uw partner moet dan: 

  • minderjarige kinderen verzorgen 
  • of (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn

Meer informatie hierover vindt u op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB)

 

Als u vóór 1 januari 2018 al pensioen opbouwde bij ABP 

Vóór 1 januari 2018 was er een verschil tussen het nabestaandenpensioen, afhankelijk van de leeftijd waarop u overlijdt. Als u al vóór 1 januari 2018 pensioen opbouwde bij ABP, geldt daarom het volgende: 

  • Als u vóór uw 65ste overlijdt:
    dan ontvangt uw partner ABP NabestaandenPensioen als u pensioen opbouwt. Als u geen pensioen meer opbouwt, dan ontvangt uw partner alleen nabestaandenpensioen als u vóór 1 juli 1999 en vanaf 1 januari 2018 pensioen heeft opgebouwd.
  • Als u op of na uw 65ste overlijdt:
    dan ontvangt uw partner ABP NabestaandenPensioen over uw volledig opgebouwde pensioen.

Als uw pensioenopbouw bij ABP stopt, dan kunt u een deel van uw ouderdomspensioen ruilen voor nabestaandenpensioen voor uw partner. Dit betekent wel dat uw ouderdomspensioen lager wordt. Het is dus belangrijk dat u en uw partner nagaan of het nodig is om zelf iets te regelen voor die situatie. U kunt bijvoorbeeld een verzekering afsluiten. 

Lees meer over nabestaandenpensioen

Nabestaandenpensioen voor uw kinderen

Het nabestaandenpensioen voor uw kinderen (ook wezenpensioen genoemd) is automatisch geregeld. U hoeft niet aan ons door te geven dat u kinderen heeft. Als u overlijdt, krijgen uw kinderen maandelijks een pensioenuitkering. Het maakt geen verschil of uw kinderen uw eigen kinderen zijn, of zij geadopteerd zijn, of dat zij uw pleeg- of stiefkinderen zijn. 

Uw kinderen krijgen nabestaandenpensioen zolang zij nog geen 25 zijn. Als u en uw kinderen in het buitenland wonen, dan moeten zij bij uw overlijden contact opnemen met ABP. Wij ontvangen namelijk niet automatisch een bericht van het overlijden. Dit gebeurt wel als u in Nederland woont.

 

Uitleg opbouw hoogte nabestaandenpensioen voor uw kinderen

Het nabestaandenpensioen voor uw kind is 14% van het ouderdomspensioen dat u zou ontvangen als u tot uw AOW-leeftijd bij ABP pensioen zou opbouwen. Het pensioen wordt twee keer zo hoog als beide ouders overlijden. Hoeveel nabestaandenpensioen uw kinderen krijgen, ziet u op uw Uniform Pensioenoverzicht, in MijnABP en op mijnpensioenoverzicht.nl

In het onderstaande overzicht leest u in hoofdlijnen hoe hoog het nabestaandenpensioen voor uw kinderen is zonder toepassing van extra regels en/of rechten zoals  aanvullingen. Hier ziet u ook wat de maximale som is als u meerdere kinderen heeft.

 

Periode pensioenopbouwHoogte nabestaandenpensioen bij overlijden één ouderHoogte nabestaandenpensioen bij overlijden beide ouders
Vanaf 1-1-2018 *14% van het ouderdomspensioen28% van het ouderdomspensioen
1-1-2008 tot 1-1-2018**1/10 van het ouderdomspensioen2/10 van het ouderdomspensioen
Tot 1-1-2008***1/7 deel van het ouderdomspensioen2/7 deel van het ouderdomspensioen

*    maximale som nabestaandenpensioen voor alle kinderen is 70%

**   maximale som nabestaandenpensioen voor alle kinderen is 5/10

***  maximale som nabestaandenpensioen voor alle kinderen is 5/7

 

Bij Premie en Pensioenberekeningen leest u meer uitleg over de berekening van het nabestaandenpensioen.

Lees meer over nabestaandenpensioen voor uw kinderen

Arbeidsongeschiktheidspensioen

Als u arbeidsongeschikt bent, kan ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen uw inkomen aanvullen. De hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen hangt af van:

  • Uw arbeidsongeschiktheidspercentage
  • Het UWV-dagloon
  • Het soort WIA-uitkering dat u van UWV ontvangt
     

Premievrije voortzetting van uw pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid

Zolang u recht heeft op arbeidsongeschiktheidspensioen, bouwt u voor de helft pensioen op bij ABP. Voorwaarde is wel dat u bent ontslagen. U bouwt pensioen op over het deel dat u arbeidsongeschikt bent. U betaalt hiervoor geen premie.

Lees meer over arbeidsongeschiktheid

 

Pensioenreglement

Wilt u precies weten wat onze pensioenregeling u biedt? Bekijk het pensioenreglement.

Hoe bouwt u pensioen op?

A. De Algemene Ouderdomswet (AOW)

De AOW is het wettelijke pensioen van de overheid. De hoogte van de AOW is afhankelijk van hoeveel jaren u verzekerd was voor de AOW. U ontvangt een volledige AOW als u in de 50 jaar voorafgaand aan uw AOW-leeftijd verzekerd bent geweest. Als u in Nederland woont of werkt bent u automatisch verzekerd. De AOW-ingangsleeftijd is niet meer voor iedereen gelijk. Kijk op de site van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voor uw AOW-leeftijd en voor de AOW-bedragen. Deze worden jaarlijks aangepast.

 

B. Uw pensioen dat u via uw werkgever opbouwt

De hoogte van dit pensioen vindt u op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Het UPO ontvangt u één keer per jaar zolang u pensioen opbouwt bij ABP. Op het UPO staat het ouderdomspensioen dat u nu heeft opgebouwd. En het pensioen op uw AOW-leeftijd als u tot dat moment bij ABP blijft opbouwen. Op het UPO vindt u ook informatie over het nabestaandenpensioen voor uw partner en kinderen. Kijk ook op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Daar vindt u een overzicht van al het pensioen dat u heeft opgebouwd in de banen die u heeft gehad.

 

C. De pensioenaanvulling waar u zelf voor zorgt

Naast AOW en ABP-pensioen kunt u uw pensioen onder bepaalde voorwaarden verder aanvullen. Met bijvoorbeeld ABP ExtraPensioen of met een aanvulling via een bank of verzekeraar. Zo heeft u straks als u stopt met werken nog meer inkomen.

Lees meer over A, B en C

U bouwt pensioen op in een middelloonregeling

U bouwt elk jaar een stukje pensioen op. Voor elk jaar dat u werkt, berekenen wij wat u in dat jaar heeft opgebouwd. U bouwt niet over uw hele brutosalaris pensioen op. Wij houden namelijk rekening met de AOW die u van de overheid ontvangt als u met pensioen gaat. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Vier factoren spelen een rol bij de berekening van uw pensioen:

  • het opbouwpercentage
  • de franchise
  • uw pensioengevend salaris
  • uw deeltijdfactor

Al die stukjes pensioen bij elkaar opgeteld, inclusief eventuele indexatie, vormen straks uw pensioen. U ontvangt uw pensioen vanaf uw pensioendatum, elke maand zo lang u leeft.

Lees meer over middelloon

Opbouwpercentage

Dat is het percentage pensioen dat u opbouwt. Elk jaar bouwt u pensioen op over een gedeelte van uw salaris. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Over het brutosalaris min de franchise bouwt u jaarlijks 1,701% of 1,875% aan ouderdomspensioen op.

Als uw salaris lager is dan € 51.765,52 dan bouwt u jaarlijks 1,701% ouderdomspensioen op. Dat doet u niet over uw hele brutosalaris. In 2024 bouwt u over € 14.050 geen pensioen op. Dit is de franchise.

Als uw salaris hoger is dan € 51.765,52 dan bouwt u 1,875% aan ouderdomspensioen op. Over € 17.550 bouwt u geen pensioen op. Stel: u verdient € 55.000 per jaar. De franchise is € 17.550. U bouwt in dat jaar 1,875% ouderdomspensioen op over de pensioengrondslag van € 37.450. Dat is € 702 in dat jaar. Het ouderdomspensioen dat u bij pensionering ontvangt is een optelsom van alle jaren plus de eventuele indexatie.

Lees meer over opbouwpercentage

U en uw werkgever betalen beiden voor uw pensioen

U en uw werkgever betalen iedere maand pensioenpremie. Zo betaalt u in 2024 ongeveer 30% voor uw ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen en uw werkgever ongeveer 70%. In feite is de premie de prijs van uw pensioen. U en uw werkgever betalen premie voor:

  • ouderdoms- en nabestaandenpensioen 27,0%: uw werkgever 18,90% en u 8,10%

De premie wordt berekend over uw pensioengevend salaris nadat dit verminderd is met de franchise. De premie voor arbeidsongeschiktheidspensioen verschilt per sector.

Lees meer over pensioenpremie

Welke keuzes heeft u zelf?

Waardeoverdracht

Verandert u van baan en gaat u daardoor naar een andere pensioenregeling? De hoogte van uw opgebouwd pensioen per jaar bepaalt wat er met uw pensioen gebeurt.

  • Is uw opgebouwd pensioen € 592,51 bruto per jaar of hoger, dan beslist u zelf of u uw pensioen meeneemt. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn als uw nieuwe werkgever een betere pensioenregeling heeft. Of misschien wilt u alle pensioenen bij één uitvoerder hebben. U regelt waardeoverdracht via mijnwaardeoverdracht.nl. Wilt u uw pensioen niet meenemen? Dan blijft uw pensioen bij ABP staan. Wilt u hulp bij het maken van uw keuze? Wij helpen u graag.
  • Is uw opgebouwd pensioen minder dan € 592,51 bruto per jaar en hoger dan € 2 bruto per jaar, dan zorgt ABP er automatisch voor dat uw pensioen meegaat naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. De financiële situatie van ABP en uw nieuwe pensioenuitvoerder is hierbij niet van belang. ABP checkt daarom jaarlijks bij www.mijnpensioenoverzicht.nl of u pensioen opbouwt bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Heeft u geen nieuwe pensioenuitvoerder, dan blijft uw pensioen bij ABP.
  • Stopte uw pensioenopbouw na 2018 en is uw opgebouwd pensioen € 2 bruto per jaar of lager, dan krijgt u dat pensioen niet. Dat is wettelijk zo bepaald.

Lees meer over waardeoverdracht

Extra pensioen opbouwen

Bij ABP is het mogelijk om, naast uw verplichte pensioenopbouw, vrijwillig extra pensioen op te bouwen. De extra pensioenpremie wordt, net als de premie voor de verplichte pensioenopbouw, via uw werkgever op uw salaris ingehouden. Uw werkgever draagt de premie af aan ABP. Er is geen minimumbedrag. Wel een maximum: de fiscale ruimte voor pensioen. Fiscale ruimte is het verschil tussen het bedrag dat u wettelijk maximaal belastingvrij aan pensioen mag opbouwen en het bedrag dat u daadwerkelijk opbouwt. Als u meer informatie wilt over de vrijwillige extra pensioenregeling, dan kunt u terecht bij uw werkgever. Via uw werkgever kunt u zich aanmelden.

Lees meer over ABP ExtraPensioen

Nettopensioenregeling

Heeft u een pensioengevend salaris boven € 137.800? Dan bouwt u over het deel boven €137.800 geen pensioen op. U kunt de lagere pensioenopbouw compenseren met de nettopensioenregeling. Deze regeling zorgt voor aanvullende pensioenopbouw. U betaalt de premie vanuit uw nettosalaris. Deze regeling is vrijwillig, u bepaalt dus zelf of u deelneemt. Ook bepaalt u zelf uw deelnamepercentage. U kunt deelnemen voor 25, 50, 75 of 100%.

De regeling biedt drie mogelijkheden:

  • Totaalpakket: U spaart voor een kapitaal dat wordt omgezet in ouderdoms- en nabestaandenpensioen als u met pensioen gaat. Ook spaart u voor extra nabestaandenpensioen als u overlijdt tijdens deelname aan de nettopensioenregeling.
  • Opbouwpakket: U spaart voor een kapitaal dat wordt omgezet in ouderdoms- en nabestaandenpensioen als u met pensioen gaat.
  • Risicopakket: U spaart voor extra nabestaandenpensioen als u overlijdt tijdens deelname aan de nettopensioenregeling.

Lees meer over nettopensioenregeling en bekijk met de Rekenhulp wat deelname aan de nettopensioenregeling kost en oplevert. Via de rekenhulp kunt u de nettopensioenregeling aanvragen.

Nabestaandenpensioen ruilen voor ouderdomspensioen

Naast ouderdomspensioen bouwt u ook nabestaandenpensioen voor uw partner op. Er kunnen redenen zijn waarom u het nabestaandenpensioen voor uw partner wilt ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Misschien heeft uw partner zelf een goed pensioen, of misschien heeft u geen partner (meer). Als u een partner heeft, moet deze het er wel mee eens zijn. Zonder toestemming kunt u het nabestaandenpensioen niet ruilen.

Het is belangrijk om te weten dat dit een eenmalige keuze is. Als u eenmaal gekozen heeft om nabestaandenpensioen te ruilen voor ouderdomspensioen kan het niet meer ongedaan worden gemaakt.

Lees meer over het ruilen van nabestaandenpensioen of kijk in het pensioenreglement.

Eerder stoppen of langer doorwerken

In plaats van met pensioen te gaan op uw AOW-leeftijd kunt u ervoor kiezen langer door te werken. Als u dat wilt, kan het uitbetalen van het ouderdomspensioen worden uitgesteld totdat u echt met pensioen gaat. Dit kan tot vijf jaar na uw AOW-leeftijd. Als u later met pensioen gaat, wordt uw opgebouwde ouderdomspensioen verhoogd. Daarnaast wordt de pensioenopbouw voortgezet als u doorwerkt. De voorwaarden voor het uitstellen van pensioen staan in het pensioenreglement.

U kunt er ook voor kiezen om uw pensioen eerder in te laten gaan dan op uw AOW-leeftijd. Dat betekent wel dat uw ouderdomspensioen lager wordt. Eerder met pensioen gaan heeft dus financiële gevolgen. De pensioen­opbouw stopt eerder en het ouderdomspensioen wordt verlaagd. U moet er ook rekening mee houden dat de AOW wellicht later ingaat dan uw ouderdomspensioen. Kijk op svb.nl om te zien wanneer uw AOW ingaat.
Lees meer over eerder of later stoppen

 

Beginnen met een hoger of lager pensioen

Als u met pensioen gaat, ontvangt u maandelijks hetzelfde bedrag. Soms kan het handig zijn om tijdelijk een hoger of lager bedrag te ontvangen. U mag uw pensioen tot uiterlijk uw 75ste tijdelijk verhogen of verlagen. Het verhogen en verlagen van uw pensioenuitkering is gebonden aan fiscale grenzen. U kiest voor een hoger of lager pensioen op pensioendatum.

Het is belangrijk om te weten dat dit een eenmalige keuze is. Als u hier eenmaal voor gekozen heeft, kunt u het niet meer ongedaan maken.

Lees meer over tijdelijk een hoger of lager pensioen of kijk in het pensioenreglement.

Hoe zeker is uw pensioen?

Welke risico’s zijn er?

De opbouw en uitbetaling van pensioen gaan over een heel lange periode. Vanaf het moment dat uw pensioen opbouw start tot uw laatste pensioenbetaling kan wel 80 jaar zitten. In zo’n periode verandert de wereld waardoor er risico’s kunnen ontstaan die uw pensioen bedreigen. De risico’s leiden mogelijk tot een tekort.

ABP probeert voorbereid te zijn op de risico’s die uw pensioen kunnen bedreigen. In het verleden is dat niet altijd goed gegaan. Bijvoorbeeld door de snelle stijging van de levensverwachting. Die stijging is namelijk groter dan waarmee we rekening hebben gehouden. Als deelnemers gemiddeld ouder worden, moet hun pensioen langer worden uitbetaald. Wij moeten dan meer geld hebben dan waar we eerder op rekenden.

De rente beïnvloedt de waarde van pensioenen. Pensioenuitvoerders maken van tevoren een inschatting van het geld dat ze nodig hebben om de pensioenen te kunnen uitbetalen. Hoe lager de rente, hoe meer geld ABP ‘in kas’ moet hebben om later alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Als de rente over een lange periode laag blijft, maakt dat de pensioenen dus duurder.

Ook de beleggingsresultaten kunnen tegenvallen. Daarom zorgt ABP ervoor dat de beleggingen gespreid worden over meerdere beleggingssoorten. Winst op een belegging kan verlies op een andere belegging goedmaken. Een pensioenuitvoerder kan beleggingsrisico’s ook afdekken. Daar zijn wel kosten aan verbonden.

ABP houdt rekening met risico’s om uw pensioen zo goed mogelijk te beschermen.

Besluiten van het bestuur over het beleid over de hoogte van de premie en de indexatie zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds. Vanaf 2015 moeten pensioenuitvoerders bij beleidsbeslissingen gebruikmaken van de zogenoemde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is een gemiddelde over twaalf maanden.

Lees meer over de financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad

Waardevast pensioen

Over het algemeen wordt het leven ieder jaar iets duurder. ABP probeert daarom ook ieder jaar uw pensioen te verhogen met de stijging van de prijzen. Dit noemen we indexatie. Maar, we kunnen uw pensioen alleen verhogen als we daar genoeg geld voor hebben en dit volgens de regels mag. Om te zien of we genoeg geld hebben, kijken we naar de beleidsdekkingsgraad van 31 oktober van het voorafgaande jaar. Deze moet minimaal 110% zijn. 

ABP besluit ieder jaar of uw pensioen helemaal, gedeeltelijk of niet wordt verhoogd. U heeft dus niet automatisch recht op een verhoging van uw pensioen. Per 1 januari 2024 hebben wij de pensioenen met 3,03% verhoogd.

Verwachting voor de toekomst

Als er een tekort is moet ABP in het uiterste geval uw pensioen verlagen. Er is een kans dat we uw pensioen moeten verlagen in de komende jaren. In de afgelopen jaren hebben wij uw pensioen niet verlaagd.

 IndexatieStijging van de prijzenOnze indexatie-ambitie
20233,03%3,8%3,03%
202211,96%10,0%11,96%
20212,39%2,7%2,39%
20200%1,3%0,71%
20190%2,6%2,84%
20180%1,7%2,08%
20170%1,4%1,38%
20160%0,3%0,19%
20150%0,6%1,61%
20140%1,0%0,63%
20130%2,5%0,22%
20120%2,5%0,70%
20110%2,3%0,25%
20100,28%1,3%1,16%

ABP heeft als ambitie de pensioenen ieder jaar op 1 januari te laten toenemen met de prijsinflatie. We kijken hierbij naar de periode tussen 1 september en 1 september in het voorgaande jaar. In de 2e kolom staat de prijsinflatie tussen 1 januari en 1 januari in het voorgaande jaar. Voor de afzonderlijke jaren is er een verschil tussen deze inflatiecijfers omdat de inflatie over verschillende momenten wordt gemeten. Maar de ambitie volgt wel degelijk de groei van de prijzen. Hierdoor zijn de pensioenen waardevast als de ambitie wordt gehaald.

Lees meer over indexatie

Als er een tekort is

Ondanks alle voorzorgen kan het gebeuren dat ABP toch geld tekort komt om op de lange termijn alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Dan moet er iets gebeuren. Daarvoor is er een zogenoemd herstelplan opgesteld. In het herstelplan voor 2021 hebben we zorgvuldig afgewogen wat de beste oplossing is om uiterlijk eind 2032 de vereiste dekkingsgraad te bereiken. De belangrijkste maatregel is de pensioenen niet of niet helemaal te verhogen (indexeren) met de stijging van de prijzen gedurende deze periode. Het herstel kan sneller dan verwacht plaatsvinden, maar ook langzamer. In dat laatste geval kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn, zoals het langer uitblijven van indexatie of in het uiterste geval een verlaging van de pensioenen.

 Verlaging
20240%
20230%
20220%
20210%
20200%
20190%
20180%
20170%


Lees meer over hoe ABP er financieel voor staat

Welke kosten maken wij?

ABP maakt kosten om de pensioenregeling uit te voeren. Bijvoorbeeld kosten voor de administratie. Dit zijn kosten die we maken bij het uitbetalen van de pensioenen en het innen van de premies. Ook maken wij kosten voor de communicatie, bijvoorbeeld voor het maken en verzenden van dit Pensioen 1-2-3 en het Uniform Pensioenoverzicht (UPO). We maken ook kosten bij het beheren van het vermogen. Beleggen van het vermogen kost geld. Zo betalen wij de partijen waaraan wij vragen om het vermogen te beleggen. Ook maken wij transactiekosten. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten die de beurs in rekening brengt bij de aankoop of verkoop van aandelen of obligaties. In het jaarverslag op onze site vindt u een specificatie van de kosten die wij maken.

Wanneer moet u in actie komen?

Als u verandert van pensioenuitvoerder

Bouwt u geen pensioen meer op bij ABP? Mogelijk kunt u uw opgebouwde ABP-pensioen meenemen naar een andere pensioenuitvoerder. U krijgt dan later geen pensioen van ABP maar van de pensioenuitvoerder waarnaar u uw pensioen overdraagt.

  • Is uw opgebouwd pensioen € 592,51 bruto per jaar of hoger, dan beslist u zelf of u uw pensioen meeneemt. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn als uw nieuwe werkgever een betere pensioenregeling heeft. Of misschien wilt u alle pensioenen bij één uitvoerder hebben. Het meenemen van uw pensioen regelt u bij uw nieuwe pensioenuitvoerder. Een voorwaarde is dat de financiële situatie van ABP en de andere pensioenuitvoerder voldoende is. Wilt u uw pensioen niet meenemen? Dan blijft uw pensioen bij ABP staan en wordt het vanaf uw AOW-leeftijd aan u uitbetaald. U betaalt geen premie meer aan ABP en u gaat verder met pensioen opbouwen in de regeling van uw nieuwe werkgever. Wilt u hulp bij het maken van uw keuze? Wij helpen u graag.
  • Is uw opgebouwd pensioen minder dan € 592,51 bruto per jaar en hoger dan € 2 bruto per jaar, dan zorgt ABP er automatisch voor dat uw pensioen meegaat naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. De financiële situatie van ABP en uw nieuwe pensioenuitvoerder is hierbij niet van belang. ABP checkt daarom jaarlijks bij www.mijnpensioenoverzicht.nl of u pensioen opbouwt bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Heeft u geen nieuwe pensioenuitvoerder, dan blijft uw pensioen bij ABP.
  • Stopte uw pensioenopbouw na 2018 en is uw opgebouwd pensioen € 2 bruto per jaar of lager, dan krijgt u dat pensioen niet. Dat is wettelijk zo bepaald.
  • Als u overlijdt en uw waardeoverdracht is nog niet geregeld, dan heeft dat mogelijk financiële gevolgen voor uw nabestaanden. U kunt dit voorkomen door (tijdelijk) ouderdomspensioen te ruilen voor nabestaandenpensioen. Deze keuze maken we ongedaan zodra uw pensioen is overgedragen naar de andere pensioenuitvoerder.

Lees meer over waardeoverdracht

Als u arbeidsongeschikt wordt

Als u arbeidsongeschikt raakt, komt u misschien in aanmerking voor arbeidsongeschiktheidspensioen van ABP. De hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen is afhankelijk van de mate waarin u arbeidsongeschiktheid bent, uw UWV- dagloon en het soort WIA-uitkering dat u van UWV ontvangt.

Zolang u recht heeft op arbeidsongeschiktheidspensioen, bouwt u voor de helft pensioen op bij ABP. Voorwaarde is wel dat u bent ontslagen. U bouwt pensioen op over het gedeelte dat u arbeidsongeschikt bent. U betaalt hiervoor geen premie.

Lees meer over arbeidsongeschiktheid

Als u gaat samenwonen, als u gaat trouwen of als u een geregistreerd partnerschap aangaat

Trouwen of een geregistreerd partnerschap is voor uw pensioenregeling hetzelfde. Wij krijgen dit automatisch door van uw gemeente als u in Nederland woont. Als u in het buitenland woont, moet u het zelf aan ons doorgeven door een kopie van uw huwelijksakte naar ons te sturen.

Het is belangrijk om te weten dat als u ongetrouwd samenwoont uw partner niet automatisch recht op nabestaandenpensioen heeft als u overlijdt. Om uw partner daarvoor in aanmerking te laten komen, moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen. U moet bijvoorbeeld een notarieel samenlevingscontract hebben. Om uw partner aan te melden, stuurt u ons een kopie van dit samenlevingscontract.

Trouwen, een geregistreerd partnerschap en het aanmelden van een partner hebben geen gevolgen voor uw pensioenopbouw. Maar wel voor uw pensioen als u ooit uit elkaar gaat.

Lees meer over trouwen of samenwonen

Als u het samenwonen beëindigt. Of als u gaat scheiden of uw geregistreerd partnerschap beëindigt

Woont u in het buitenland of woont u samen, dan weten wij het niet als u uw relatie beëindigt. Het is belangrijk dat u ons daarover informeert. Woont u in Nederland en gaat u scheiden of beëindigt u uw geregistreerd partnerschap, dan krijgen wij dat door van de gemeente waar u woont.

Als u en uw partner uit elkaar gaan, moet u samen afspraken maken over hoe u het pensioen verdeelt:

  • U gaat scheiden of beëindigt uw geregistreerd partnerschap. Uw ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u opbouwde tijdens het huwelijk of de periode van het geregistreerd partnerschap. U kunt met uw ex-partner afwijkende afspraken maken. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in het scheidingsconvenant. Om ervoor te zorgen dat de ex-partner een deel van het ouderdomspensioen ontvangt, moet u of uw ex-partner binnen twee jaar ABP op de hoogte stellen van de scheiding en de eventuele afwijkende afspraken. Uw ex-partner heeft ook recht op het nabestaandenpensioen dat u opbouwde tot de datum van echtscheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap. Voor het recht op het nabestaandenpensioen hoeft u niets te doen. Tenzij uw ex-partner afstand doet van het recht. Dan moet u ons wel informeren.
  • U en uw partner wonen niet meer samen. Had u uw partner aangemeld bij ABP? Meld uw ex-partner dan af. Doet u dat niet, dan loopt de opbouw van het nabestaandenpensioen door. U kunt met uw ex-partner bespreken of hij of zij af wil zien van het nabestaandenpensioen. Belangrijk om te weten: het recht op een deel van het ouderdomspensioen geldt niet voor ongehuwd samenwonenden. Ongehuwd samenwonenden moeten zelf afspraken maken over de verdeling van het pensioen.

Lees meer over wat het voor uw pensioen betekent als u uw relatie beëindigt

Buitenland

Als u verhuist naar het buitenland

Geef ons uw nieuwe adres door. Ook als u in het buitenland verhuist. Wij krijgen dit namelijk niet door van uw gemeente. Verhuist u vanuit het buitenland naar Nederland, schrijf u dan in bij uw nieuwe gemeente en informeer ABP hierover. Verhuist u in Nederland dan hoeft u niets te doen. Wij krijgen uw adres dan automatisch door. Informatie over de gevolgen voor de AOW vraagt u aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Of kijk op svb.nl.

Lees meer over verhuizen

Als u werkloos wordt of om een andere reden geen pensioen meer opbouwt

Als u werkloos wordt en een WW-uitkering krijgt, bouwt u nog 50% pensioen op. Het is belangrijk dat u de gevolgen van uw werkloosheid voor uw ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen in kaart brengt. U hoeft ons niet zelf te informeren over uw werkloosheid. Dat gebeurt automatisch door het UWV. Ook als een werkgever vrijwillig is aangesloten bij ABP worden wij automatisch geïnformeerd door het UWV. Tijdens uw uitkering kunt u uw pensioenopbouw aanvullen tot maximaal 100% van wat u eerder opbouwde. Wilt u dit? De aanvraag om uw pensioenopbouw aan te vullen moet u binnen 9 maanden nadat u recht kreeg op een uitkering naar ons toesturen.

Of heeft u nog geen pensioen geregeld, omdat u bijvoorbeeld als zelfstandige werkt? Ook dan kunt u uw pensioen onder voorwaarden aanvullen.

Mijnpensioenoverzicht.nl

Bekijk in ieder jaar één keer per jaar hoeveel pensioen u in totaal heeft opgebouwd op mijnpensioenoverzicht.nl.

Keuzes

Als u gebruik wilt maken van een keuzemogelijkheid

De keuzemogelijkheden vindt u onder 'Keuzes als u met pensioen gaat' op de pagina 'Met pensioen gaan'. Maakt u een keuze, dan is deze definitief. U kunt uw keuze niet meer terugdraaien.

Contact

Heeft u vragen of maakt u gebruik van de actie- en/of keuzemomenten, neem dan gerust contact met ons op.