Ouderdomspensioen en vervroeging AOW-leeftijd

 

Hieronder leest u een beslissing van de Commissie van Beroep. U kunt geen rechten ontlenen aan deze tekst. Om de privacy van onze deelnemers te beschermen, zijn de gebruikte namen niet echt.

Het probleem:
Joost vindt dat ABP hem een hoger ouderdomspensioen moet geven

Hij vindt dat hij geen lager pensioen moet krijgen door de vervroeging van de AOW-leeftijd.

De situatie:
Joost krijgt ouderdomspensioen vanaf 25 december 2025

Zijn AOW-leeftijd is eerst verhoogd naar 67 jaar en daarna versneld verhoogd naar 67 jaar en 3 maanden. Nu is de AOW-leeftijd weer vervroegd naar 67 jaar. De werkgever van Joost wil hem niet 3 maanden langer in dienst houden. Hij beëindigt het arbeidscontract van Joost op de AOW-leeftijd van 67 jaar. Zoals dat in de cao staat.

De beslissing:
De Commissie vindt dat ABP geen hoger ouderdomspensioen moet geven

De Commissie vindt dat wij Joost duidelijk hebben geïnformeerd. We lieten zien wat het gevolg is van het vervroegen van de AOW-leeftijd. Het pensioen van Joost wordt hierdoor namelijk € 36,65 bruto per maand lager. Dat komt omdat zijn pensioen 3 maanden eerder ingaat. Joost bouwt dus 3 maanden minder pensioen op. En wij keren het 3 maanden langer uit. Dat de werkgever Joost niet wil laten doorwerken is een zaak tussen Joost en zijn werkgever. 

Kijk ook eens in ons pensioenreglement. Daar leest u alle regels in makkelijke taal.