‘Misgelopen miljarden’ door fossiel is kort door de bocht

29 juni 2021

De bewering dat ABP miljarden rendement heeft misgelopen door niet alle fossiele beleggingen te verkopen en in plaats daarvan in hernieuwbare energie te beleggen, is te kort door de bocht. Dat concludeert ABP na bestudering van een rapport opgesteld in opdracht van Fossielvrij.

De onderzoekers schrijven dat ABP zich in de afgelopen jaren al flink meer op groene investeringen is gaan richten. Maar als het fonds dat nog veel sneller had gedaan, door in december 2016 al het geld uit fossiele beleggingen te halen en in groene investeringen te stoppen, dan was het belegd vermogen volgens de onderzoekers nu ruim € 25 miljard euro groter geweest.

ABP heeft het onderzoek bestudeerd en concludeert dat deze bevinding te kort door de bocht is. Ten eerste beoordeelt ABP alle bedrijven waarin ze belegt op 4 criteria. Het gaat dan om rendement, risico, kosten en duurzaamheid. En niet, zoals de onderzoekers lijken te stellen, op alleen rendement of duurzaamheid. Alle factoren zijn in samenhang van wezenlijk belang, willen we op de lange termijn een goed pensioen voor onze deelnemers realiseren.

Bovendien geldt dat met de wijsheid achteraf inderdaad sectoren zijn aan te wijzen die sinds 2016 betere rendementen hebben behaald dan fossiele energie. Maar zoals de onderzoekers zelf constateren heeft ABP, net zo min als andere beleggers, een kristallen bol om de toekomst te voorspellen. Om de risico’s te beheersen, spreiden we onze beleggingen over sectoren. Als een sector in het verleden goede rendementen heeft behaald, is dat nog geen garantie voor goede toekomstige rendementen.

Ook de in het onderzoek gehanteerde methode is niet zonder problemen. De onderzoekers gaan uit van een omruil van ‘zwarte aandelen’ in ‘groene aandelen’ in 2016. Maar daarvoor is gekeken naar de samenstelling van de beleggingsportefeuille in 2020 en niet die van 2016. Resultaat is dat alleen de succesvolle bedrijven zijn meegenomen. Als een bedrijf tussen 2016 en 2020 bijvoorbeeld failliet is gegaan, zit dat aandeel niet meer in de portefeuille. Dat leidt tot overschatting van het rendement dat ABP op groene beleggingen had kunnen maken, omdat alleen de ‘overlevers’ in 2020 nog in de portefeuille zaten.

Het is ook de vraag of ABP in 2016 op zulke grote schaal tegen verantwoorde risico’s in hernieuwbare energie had kunnen beleggen. Een voorbeeld kan dat illustreren. Een van de genoemde groene bedrijven in het onderzoek is Enphase Energy. Dit bedrijf is nu ruim € 23 miljard waard. In 2016 was dat bedrijf nog geen honderd miljoen euro waard. Ook waren de cijfers van het bedrijf op dat moment helemaal niet zo gunstig. Grootschalig beleggen in deze toen nog bescheiden onderneming zou dan ook grote risico’s met zich hebben meegebracht.

Er is vooralsnog onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat het verkopen van fossiele beleggingen de energietransitie dichterbij brengt. Verkopen wij onze fossiele beleggingen, dan geven we eenmalig een signaal af maar zijn we daarna onze invloed kwijt. Voor het succes van de energietransitie is ook schaalgrootte belangrijk: de transitie moet gestalte krijgen door de opkomst van nieuwe duurzame bedrijven én door de omvorming van de bestaande ‘grijze’ bedrijven. We sporen olie- en gasbedrijven daartoe aan en boeken daar ook vooruitgang mee.

ABP wil dat de wereldeconomie overschakelt naar een CO2-arme energievoorziening, zoals in Parijs en in het Nederlandse Klimaatakkoord is afgesproken. Daarvoor maken we ons sterk, zowel door onze invloed te gebruiken bij de bedrijven waarin we beleggen als door beleggingskeuzes te maken die passen bij het streven naar een klimaatneutrale wereld in 2050.