GASTCOLUMN: Japke-d. Bouma over pensioenjeukwoorden

11 maart 2020

Japke-d. Bouma is eindredacteur en columnist bij NRC Handelsblad en schrijft onder meer over (kantoor)taal en jargon. In deze gastcolumn voor ABP schrijft ze over jeukwoorden in pensioenland.

‘Toen ABP me voor deze column wilde vragen kregen ze me eerst niet te pakken. Want alle mails die ze me stuurden, gooide ik automatisch in de prullenbak. 

Dat doe ik met alle post uit de pensioenwereld – alles gaat ongelezen bij het oud papier. Dat doen álle Nederlanders. 

Een beetje logisch, wel. Want het is toch nooit goed nieuws? Heel Nederland is doodsbang voor zijn pensioen. Ik denk dat hoe minder je ervan afweet, hoe rustiger je slaapt. 

Helaas is dat niet wat de minister wil. Die wil juist dat pensioenfondsen het publiek duidelijker voorlichten. Dat stond vorige maand tenminste in een Kamerbrief waarin de wet op de pensioencommunicatie werd geëvalueerd. De pensioenfondsen hebben dus de schier onmogelijke opdracht dat ze het publiek moeten bereiken met een boodschap die niemand wil horen. 

Wat al veel zou schelen, is als de pensioenwereld eens wat minder jargon zou gebruiken – ik noem dat altijd jeukwoorden. 

Wat dachten jullie bijvoorbeeld van het woord ‘dekkingsgraad’? Dat is een term die mijn vader op de boerderij vroeger gebruikte voor de prestaties van Bolle Jelle. Dat was een fokstier, voor de goede orde, en die moest af en toe bij de koeien ‘langs’, en dan werd er bijgehouden hoeveel hij er bezocht had. Dat noemden ze de actuele dekkingsgraad. En soms was de boer daar kritisch over en dan noemden ze het de kritische dekkingsgraad. 

Al met al geen woord om door een saai en degelijk pensioenfonds te gebruiken, lijkt mij. Zeg dan liever ‘het geld dat fondsen paraat moeten hebben’. Ik denk dat iedereen dat wél meteen snapt. 

Een andere maffe term die de pensioendeskundigen gebruiken is ‘het lang leven risico’. Want het is toch geen risico, als je lang leeft? Ja, voor de pensioenfondsen. Prima als ze dat vinden, maar dat ga je toch niet hardop zeggen? Dat klinkt een beetje als ‘het zou voor ons heel fijn zijn als u zo snel mogelijk doodging, het liefst voor uw pensioen, want dan kost u ons minder’. Stop daar eens mee. 

Net als de korting. Vind ik ook verwarrend. Want als ik korting hoor, denk ik: ha, fijn! Maar bij de pensioenfondsen is het net omgekeerd. Ik zou daar dus liever ‘pensioenverlaging’ gebruiken: wel zo duidelijk. 

Of wat dachten jullie van ‘invaren’ – de pensioenrechten van werknemers die je kunt ‘invaren’ naar de nieuwe regels. Alsof het om een enorme schepen gaat. Ik vrees dat het voor de meeste mensen niet veel meer dan een wrak sloepje zal zijn. Dat zinkt zodra het afvaart. 

Zeg dan liever ‘overboeken’. Maar dan wel tegen een macrostabiele discontovoet. Want een instabiele discontovoet, daar moet je niet te lang mee doorlopen. 

Dan de ‘demping van de pech- en de geluksgeneraties’. Serieus? Hele generaties die gedempt worden door de pensioenfondsen? Zo van hup: allemaal in een diepe punt en beton erover. Maar dat blijkt om solidariteit te gaan. Dat klinkt toch veel positiever? Nóém het dan ook zo. 

Zijn er ook góéde jeukwoorden bij de pensioenfondsen? Jazeker. 

Ik vind de ‘slapers’ bijvoorbeeld heel mooi. Dat zijn de mensen die nog ergens een pensioentje hebben staan van een eerdere baan, oftewel: slaapkoppen – mensen die wakker moeten worden geschud – precies wat het is. Met dat woord kunnen de pensioenfondsen dus prima doorgaan. 

Dat moeten de pensioenfondsen natuurlijk sowieso – doorgaan. Want het is geweldig dat ze er zijn. We hebben het beste pensioenstelsel ter wereld, dat mag ook wel eens gezegd worden. Misschien moeten de fondsen dáár hun post standaard mee beginnen. 

Ik durf te wedden dat mensen het dan wél gaan lezen.’